'T KLEINE KRAHTSJE WAT EEN WONDERLIJKE EFLSTEDENTOCHT. DE DUVELSHOEK BIJ 'T VLIET ZOVEEL JAAR GELEDEN Oeroud nieuws uit de Stads- en Dorpskroniek van dr. G. A. Wumkes VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 7 Bij het uitgraven van den grond voor de fundamenten van een nieuw weeshuis te Sneek, op de plaats van het oude, waar vroe ger het Franciskaner klooster heeft gestaan, heeft men een zes tiental doodskisten met geraamten gevonden. In één dier kisten vond men nog schoenen in hun volkomen gedaante en in een andere een leeren riem met breed koperen gesp, terwijl de kisten zelf nog zeer gaaf waren. De begraving moet geschied zijn voor 1581, toen gebouw en grond aan de Hervormden zijn overgegaan (1855) Dirkje Dirks te Oosterbierum, die haar beide kinderen, weinige dagen oud, verdronk in een regenton, wordt te Leeuwarden in een zak gestoken, in het diept omtrent de galg verdronken en ver smoord: daarna is het lichaam in de zak op het rad gesteld, houdende in iedere hand een gemaakte pop 1702) Eerste steen gelegd voor het nieuwe Diaconessenhuis aan de Noordersingel te Leeuwarden. Oud zendeling Teffer kwam in 1879 op dit denkbeeld, eerst in de Bagijnestraat, in 1881 op de Voor streek (1893) Te Dokkum vangt men zwarte kraaien, die gelokt worden door eten, vermengd met nux vomica, waarna zij als gerecht dienen van de armen (1881) Wolvenjacht gehouden onder leiding van Jhr. Duco van Haren, grietman van Stellingwerf en secretaris Wigerus Wigeri met vele ingezetenen. Albert Harms te Wolvega schoot een wolf te Olde- holtpade(1712) De liefhebbers van Warga dagen den rijder, die den prijs te Sneek won, uit om tegen Fokke Ruurds te rijden, 23 Januarij en zoo dezelve het komt te winnen, zal hij twee ducaten genieten 1795) De stoomboot Nora uit Londen met een lading van 178 vaten afgekeurde Friesche boter, voor de hoogste prijzen ingekocht, maar die geheel verschimmeld en bedorven was en de kleur had van kleursel en kaarsvet. Dit maakte in Friesland een diepen indruk. De Gedeputeerde Staten richten een uitnodiging aan den Kamer van Koophandel te Harlingen, om te onderzoeken of die boter uit Friesland, dan wel uit andere provinciën afkomstig was. Ook werden boterhandelaars uitgenoodigd door de Landbouw- maatschappij om de namen der knoeiers te publiceeren. De Frie sche boter kreeg reeds een geduchte concurrentie van de Ameri- kaansche en Fransche boter 1862) De Leeuwarder Courant behelst het bericht, dat te Wijtgaard is overleden Sixtus Petraeus, oud 105 jaar, die 103 jaar oud zijnde nog op de jacht drie wilde eenden in de vlucht schoot (1791) Stadhouder Johan Willem Friso aan den Moerdijk verdronken, nog geen vier en twintig jaar oud. De Staten ontvangen het bericht 16 juli. Den 22en werd zijn lijk gevonden. De Staten geven order omtrent het luiden der klokken in grietenijen en steden. Versche nen bij F. Halma te Leeuwarden: "Friesland in rouw over den dood van Johan Willem Friso" en bij Joh. Thijssens te Leeuwarden: "De Friesche maagd gekleet in de allerdiepste rouw" door Wybrand de Geest. Den 1en September brengt de princes weduwe te Leeu warden een zoon ter wereld (1711) De bekende Friesche buikspreker en gelaatsveranderaar S. H. Lantinga geeft in de zaal van Van der Wielen te Leeuwarden proeven van zijn vaardigheid in het voorstellen van den oude jood, den armen man, Theunis de Groninger/ander en den dwerg 1848) F. Domela Nieuwenhuis spreekt op één dag te Leeuwarden, Wir- dum en Hallum over: "Aanderhatf miljoen aan de kroon en het volk in ellende"(1891) Hardrijderij om spek en boontjes te Bergum; 52 arbeiders, waaron der ouden van dagen, nemen er aan deel. Na afloop optocht door het dorp en feest in de zaal van S. van der Veen. De verslaggever noemt het een zeldzaam geëvenaard feestgenot (1875) J. Kok, postmeester te Leeuwarden, publiceert dat de paardenpos- terij tot het vervoer van brieven, couriers en reizigers op den ouden voet blijft en dat in het Posthuis aldaar onder toezicht van G. Swart en R. J. Wagenaar tien goede postpaarden, vier postil jons en genoegzame rijtuigen gereed staan (1813) In twee maanden sterven aan de veepest in Friesland 32621 koeien, 9394 rieren, 10336hokkelingenen 13534 kalveren (1715) De Amelander Lotte Gerrits Bonne te Sint Jacobi Parochie met levensgevaar uit het ijs gered door Reinder Simons de Haan te Tzum, treedt uit dankbaarheid voor zijn redder in dienst bij de nationale militie (1815) Koetsier R. Agema, in dienst bij J. Bieruma Oosting in de Tent te Oranjewoud, beschuldigd van bedreiging met revolver en een looneisch van f 10.000, wordt gevangen genomen. De volksopinie laat zich bitter over deze arresta tie uit (1881) Het is deze maand precies een halve eeuw geleden, dat er voor de derde achter eenvolgende maal in een periode van drie jaar een Elfstedentocht kon worden verreden. Na de verschrikkelijke tocht van 1940 met maar 69 van de 3404 rijders, die de monsterrit volbrachten en de mooie tocht van 1941 met 1737 van de naar schatting 2500 gestarte deelnemers, die tijdig het eindpunt bereikten, kwam de wonderbaarlijke tocht van 1942 met maar liefst 82% van de deelnemers, die de race op tijd beëindigden: 3946 tocht- en wedstrijdrijders kwamen toen in het bezit van het zo fel begeerde Elfstedenkruisje. Deze merkwaardige Elfsleden- tocht van donderdag de 22e ja nuari 1942 was in nog een an der opzicht geheel uitzonderlijk: eigenlijk alle bekende favorie ten, die aan de wedstrijd mee deden, weken al voor het opko men van de zon van de uitgezette route af en liepen al dus een fatale achterstand op. Even voorbij IJ 1st vergaten deze cracks af te slaan om de Wijde Wijmerts op te gaan. Ze reden rechtdoor, 'namen' een paar bruggetjes en jakkerden rusteloos voort, tot zij eindelijk hun jammerlijke vergissing be merkten. In plaats van de stad Sloten, die zij verwachtten te bereiken, doemden tot hun grote verbijs tering de contouren van de stad Bolsward in 't ochtendglo ren voor hun ogen op. De op dat moment in een ge weldige vorm stekende Joop Bosman, de winnaar van de tweede prijs in de race van het jaar daarvoor en nu door velen als de uitgesproken favoriet ge zien, vond geen fut meer om de strijd te vervolgen en gaf meteen op. Andere groten als Lo Geveke, derde aankomende in de tocht van '41 en Cor Jon- gert, ook al een grote uitblinker in eerdere tochten, zetten door, maar zouden pas anderhalf uur na de niet gedachte winnaar door de finish gaan. VERRASSENDE TRIOMFATOR Wie nu de verrassende triomfa tor werd? Wel, de Weidumer slager Sietze de Groot, die de rit volbracht in de recordtijd van acht uren en bijna drie kwartier. Abe de Vries en Sipke Caste- lein, de eerstaankomenden van de recordrit van '33 hadden er negen uren en vijf minuten over gedaan. Sietze de Groot finishte op het ijs achter de Prinsentuin na nog een felle eindspurt met een voorsprong van enkele meters op de Huizumer Dirk de Jong en Jan van der Bij uit Anna Paulowna. De omstandigheden op deze stralende en windstille Elfste- dendag waren verraderlijk. Veel deelnemers hadden in dit prachtige winterweer niet in de gaten dat het zo erg vroor. Een groot aantal rijders viel na de tocht dan ook met bevriezingen in doktershanden Voor drie jonge kerels mocht medische hulp zelfs niet meer baten. Zij overleden door een tetanusinfectie van bevriezings- wonden aan hun tenen. Daar door viel er alsnog een wel heel donkere schaduw over deze achtste Elfstedentocht, de derde op rij in oorlogstijd. Op de foto zien we hoe de voorzitter van de Vereniging De Friesche Elf Steden, mr. M. E. Hepkema, de winnaar Sietze de Groot feliciteert. Rechts de tweede aankomende, Dirk de Groot, links de winnaar van de derde prijs Jan van der Bij. Dijkshoek was de vroegere, of ficiële naam van een stukje van het Noordvliet, ongeveer op de plaats, waar nu de glasfabriek van Boelens staat. Maar de Leeuwarders spraken altijd van Duvelshoek en iedereen wist dan wat daarmee werd be doeld. In het oorlogsjaar drie en veer tig woonde daar het echtpaar Van der Meulen, dat op een zomeravond besloot nog even de deur uit te gaan, nadat het zijn vier kinderen naar bed had gebracht. Maar met het slapen op zolder van de jongetjes van respectie velijk vijf, vier en drie jaar ging het kennelijk niet zo best - zij moeten op een gegeven mo ment uit bed zijn gestapt en hebben toen een doosje luci fers in handen gekregen. Het gevaarlijke spel met de vuurstokjes leidde daarna al gauw tot een begin van brand, waarvan de knaapjes zo schrokken, dat zij als een haas het ouderlijke huis verlieten. Daarbij dachten ze helemaal niet aan hun zusje van drie, dat ook op zolder in haar bedje lag. Met het noodlottige gevolg, dat het kleine meisje jammerlijk om het leven kwam - de gehele zolderverdieping van het kleine woninkje brandde uit.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 7