DEDROEVEDAADVAN EEN TROUWE ABONNEE ONTMOETING OP GRANCANARIA Uit grootmoeders ansichtenalbum 'T KLEINE KEANT5JE "ROTSOOI" NAAR VUILNISMAN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 Bij een toevallige ontmoeting in de stad vertelde een trouwe abonnee van 't Kleine Krantsje ons terloops, dat hij juist een paar dagen eerder een grote opruiming had gehouden. Hij had alle nog aanwezige bescheiden van zijn onlangs opgeheven hoogbejaarde zaak op een hoop geveegd en in een aantal zakken aan de vuilnisman meegegeven. Daar zaten paperassen bij, die wij heel, heel graag voor onze collectie "Leeuwarder curiosa" hadden willen hebben: oude rekeningen, stapels brieven, met daarbij ettelijke van andere Leeuwarder bedrijven met interessante briefhoofden, prijscouranten, reclamekaar ten, nou ja, noem maar op. Toen wij na deze mededeling verbijsterd onze handen ten hemel hieven zei onze ge sprekspartner tot zijn spijt er geen seconde bij te hebben stilgestaan, dat 't Kleine Krantsje in deze zaken geïnteresseerd kon zijn geweest - hij had "al die rotsooi" voor iedereen als volkomen waardeloos beschouwd. Graag willen wij deze teleurstellende ervaring aangrijpen om onze interesses in de aan dacht van alle lezers aan te bevelen, 't Kleine Krantsje heeft en houdt buitengewoon veel belangstelling voor alle mogelijke bescheiden, die maar iets met Leeuwarden of Leeuwar ders te maken hebben. Daar horen dan zeker oude rekeningen en brieven van Leeuwarder bedrijven toe, maar ook prijscouranten en reclamekaarten, ja, zelfs met een simpel velletje pakpapier, bedrukt met de naam van een Leeuwarder zaak van vroeger of nu, zijn wij blij te maken. De laatste weken ontvingen wij van verschillende meelevende lezers onder andere de volgende aanwinsten voor onze archieven: Grote doos met voornamelijk in Friesland verschijnende tijdschriften, blanco en bijgehouden wedstrijdlijsten van de "Hardrijderij van de snelste vrouwen in Friesland" op zaterdag 4 Februari 1956 op de ijsbaan aan de Bleekerstraat (gewonnen door Martha Wierenga), een mapje met prentbriefkaarten van de Zuiderzeewerken, enkele paperassen met betrekking tot de vroegere meelfabriek Fortuna, pakje prentbriefkaarten van verschillende plaatsen in het hele land en een portretfoto, plusminus 1905 gemaakt door de fotograaf Melis Theodorus Johan van der Hoek van de Nieuwestad 103. Verder ontvingen wij in bruikleen om te reproduceren een foto van het vroegere kantoorge bouw van de Wasserij Hoeksema aan de Hoekstersingel, drie foto's van de vroegere Wirdumerpoortsbrug en twee foto's van de vroeger in de Beyerstraat gevestigde winkel van Ganzevoort. Ook langs deze weg willen wij alle meelevende lezers van 't Kleine Krantsje voor hun attenties nog graag heel hartelijk danken. 't Kleine Krantsje Fenno Schoustra Onlangs wandelden mijn vrouw en ik op de brede boulevard van Playa del Ingles op de Ca- narische Eilanden. Je kon er al lerhande talen horen, Frans, Duits, Engels, Arabisch en zelfs Tsjechisch. Het was tamelijk warm en we wilden wat drin ken, maar alle terrasjes waren zo te zien vol. Een donkere ober, vermoedelijk uit Andalu- sië afkomstig, loodste ons evenwel naar een tafeltje waar nog twee stoelen vrij waren. Aan de tafel zat al een ons on bekend echtpaar, ongeveer van onze leeftijd. Omdat het zo druk was bestelden we maar meteen bij de Andalusiër: 'Un vaso de vino tinto, una cerbeza y una ración de queso'. Op z'n Hollands: een glas rode wijn, een biertje en een portie kaas. Het echtpaar nam ons scherp op, maar zei niets. Wij ook niet. Na een poosje hoorde ik de man tegen z'n vrouw fluisteren: 'Ut binne Spanjaarden je, sü- den je niet segge hè'. Daarna viel er opnieuw een stilte. Die was niet pijnlijk, want op de boulevard was van alles te zien, dikke mensen, dunne mensen, lange mensen, kleine mensen, kromme, rechte, mooie, lelijke. Na een minuut of vijf, wat in zo'n situatie nogal lang is, be sloot ik toch maar eens een babbeltje met onze tafelgeno ten aan te knopen. Door de Deze prentbriefkaart uit Grootmoeders Ansichtenalbum geeft wel een heel sfeervol beeld van het oude Leeuwarden van een vijftig, zestig jaar terug. We zien hier het oude Hoeksterend met links het nu ook al lang weer verdwenen gebouw van de Gemeentelijke lichtbedrijven en, vaag in het midden, de vrij primitieve Hoeksterbrug, die ter hoogte van het café Stad Dockum lag. Waar op deze foto nog zo gemoedelijk die scheepjes liggen, raast nu het stadsverkeer langs - door het maken van overkluizingen veranderde er hier nogal wat. De kaart is in 1926 door A. en G. Dijkstra verstuurd aan een meneer E. Hornstra en die woonde toen in de Wagenaarstraat in Amsterdam. weinige woorden die zij bij onze komst hadden gesproken was ik er zeker van dat het Friezen waren. De kans was groot dat ze uit Leeuwarden kwamen. Want al woon ik al veertig jaar niet meer in die goede oude stad, een vleugje accent is al voldoende om de rasechte 'Luwwadder' te kun nen herkennen. Dus zei ik tegen onze volledig onbekende tafelgenoten: 'Ik ken U niet en U kent mij niet, maar U kent mijn broer wel!' Dat was een grote gok natuur lijk, die bovendien als een bom insloeg aan de andere kant van de tafel. Beiden waren in op perste verbazing. De vrouw herstelde zich het eerst: 'Dus toch Hollanders?' Ik zei: 'Ja, maar we wonen al tien jaar op dit mooie eiland.' Toen de man van de schrik be komen was kwam er: 'Het U ons al us eerder sien, in ut ho tel, of in de pleen miskien?' Ik moest bekennen dat noch het een noch het ander het geval was. De vrouw, scherp, niet hele maal logisch en zelfs een tik keltje agressief: 'Meneer, hoe kenne wij nou wete dat U een broer het.' De man: 'Nee, dat wete wij toch helemaal niet!' En de vrouw weer: 'En wij kenne U oek helemaal niet en Uw frou oek niet, nooit eerder sien.' De man, nu iets vriendelijker en met een tikkeltje humor: 'Mien frou en ik fonnen jimme direct al sukke rare Spanjaarden.' Ik zei dat dat allemaal wel klopte, maar hield vol dat ze mijn broer vast en zeker kenden. Nou, wie dat dan wel was. Ik zei: 'Dat is Fenno Schoustra.' Het echtpaar, opnieuw ver baasd: 'Fan ut Kleine Krantsje, ja die kenne we heel goed!' De vrouw weer: 'Ja, nou U het seit, u liekt er wel een bitsje op, maar ik had ut er toch niet in sien.' Wel, het waren dus inder daad 'Luwwadders'. En we kwamen heel gezellig met ze aan de babbel. Eerst over het Kleine Krantsje natuurlijk, dat ze altijd lazen en zo leuk von den. Toen ging het over Lam mert Steinvoorte en het bier huis van Eygelaar. Via Slappe Douwe kwamen we bij Baaie Flut terecht en bij Sikke de Keats en bij Heite mut Skeite. Het peil verhief zich weer iets toen ze ook Rooie Thomas, de politieagent, bleken te kennen. Het werd steeds vrolijker en gezelliger. De wijn vloeide rijke lijk. We lagen bijna in eikaars armen toen Tietsje en Snorre- wiets uit het zo kleurrijke verle den van Leeuwarden werden opgediept. En zo ging het tot laat in de avond, lekker in het 'Luwwadders'. De enige die daar wat moeite mee had was mijn vrouw. Maar die was dan ook niet, zoals ik en onze tafel genoten, rond de Oldehove ge boren. Toen we eindelijk uit el kaar gingen was het stil geworden op de brede boule vard van Playa del Ingles. Gran Canaria J. Schoustra

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 11