'T KLEINE KEANTSJE Oeroud nieuws uit de Stads- en Dorpskroniek van dr. G. A. Wumkes VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Werkstaking van de bakkersknechten te Leeuwarden. Op een za terdag hadden sommigen twintig uur gewerkt. Bij enkelen klom het aantal werkuren per week tot 110 en 120. Er waren er, die f 6,- per week verdienden met 97 werkuren. Zij vragen nu 10 a 12 cent. Dit werd geweigerd (1872). Opening van de spoorweg Leeuwarden-Harlingen, met 400 geno digden, waaronder de Ministers van Binnenlandse Zaken en Oor log. De trein werd getrokken door twee locomotieven, de muziek korpsen van schutterij en garnizoen speelden, de burgemeester oreerde vooral en de schepen in de haven vlagden 1863). De molenaar Reiner Olofs uit Staveren tot de galg veroordeeld. Hij voer een schip, toebehoorend aan de moeder van Jan Benning. 't Vaartuig was verzekerd, men ging scheep voor Nantes met stuk goederen, maar bij Wight werd het in den grond geboord. Reiner ging over op een ander schip, voer naar Rouaan, waar hij van Jan Benning voor zich en zijn bootsvolk 100 rijksdaalders ontving en voor zich een obligatie van 500 Car. guldens om het schelmstuk te verzwijgen, verklarende dat het schip overzeild was om zoo de assurantiepenningen te krijgen. Het schelmstuk werd echter ont dekt (1701). De kerk van Schiermonnikoog wordt ondergestoven door de dui nen, zoodat een nieuwe, meer landinwaarts moet worden ge bouwd (1715). W. Eekhoff schrijft in de Leeuwarder Courant: "Binnen weinige jaren zagen wij te niet gaan: het sterke Nieuw Botnia te Franeker, het schoone Hania te Holwerd, het prachtige Liauckama te Sex- bierum, het oude Holdinga te Anjum, Orxma te Menaldum, Rhinia te Blessum en Klein Lankum, alle bezweken voor den vernielen den tand des tijds" (1833). Steenzoekers vinden in de Fochteloosche veenen een praehistori- sche keisteenweg in de richting naar Assen 1892). Gedurende oktober en november is het sterftecijfer in Friesland ongeveer 1400 boven het gewone aantal wegens de heerschende koortsen. Het buitengewoon aantal zieken veroorzaakt op vele plaatsen gebrek aan geneeskundige hulp, zoodat zelfs vanuit Brussel doctoren zijn ontboden. Door de schrikkelijke epidemie verliest Woudsend in deze dagen een achtste van zijn bewoners. Joure met een zielental van 2322 heeft duizend koortslijders (1826). Rinske Minnema, weduwe Prins te Harlingen, een vrouw met zeer persoonlijke eigenschappen, die als 23-jarige marketentster de Tiendaagsche veldtocht met de mobiele Friesche schutterij onder kapitein Bent meemaakte, wordt 84 jaar (1891). Op princessejaardag ten huize van J. M. van Beijma te Leeuwar den is concert gegeven door adel en aanzienlijken der provincie, 's avonds vijf tot negen uur, daarna souper op de Stadsschutters- doele, met bal tot den morgen. Des namiddags klokkenspel en afvuring der kanonnen op de stadswallen 1765). Hevige veepest in Friesland. 40.000 stuks hoornvee sterven dit jaar. De ziekte duurt voort tot 1721 (1714). Te Workum wordt een galjoot te water gebracht, lang 105, wijd 25 en hol 14 voet, toegetakeld met drie masten, voor aan den steven met een galjoen en voorzien met kanonnen. Dit is het grootste kaliber schip, dat in Friesland kan worden gemaakt met het oog op de zeesluizen (1747). In het nieuwe Stadsweeshuis te Leeuwarden wordt het herinne ringsfeest gevierd aan M. A. Baljée, die een eeuw geleden gebo ren was op het Hoekster Achterom, in het weeshuis kwam, op klom tot de Raad van West Indië en het Weeshuis universeel erfgenaam maakte van zijn vermogen 1852). Te Witmarsum wordt op het kerkhof een steenen doodkist gevon den, die een plaats krijgt in het Friesch Museum (1881). Giethoornsche veengravers komen naar Friesland en gaan een voordeeliger methode toepassen van turfmaken, namelijk door het veen op te baggeren en met schuiten naar een voor verveening ongeschikt terrein te brengen om daar te worden toebereid, wat ten gevolge had, dat de laagveenlanden stegen, soms tot het vijfentwintigvoudige, maar het gevaar meebracht, dat geheele dee- len van Friesland in één groot meer veranderden (1751). Het Hof te Leeuwarden veroordeelt den tamboer Johannes Be rends tot onthoofding. Hij was 22 Mei 1698 in een duel buiten Zwolle doodelijk gewond; de krijgsraad had hem in de gevangenis gezet, waar hij eenige malen gepoogd had brand te stichten en uit te breken (1701). Stadhouder Johan Willem Friso plechtstatig begraven te Leeuwar den. De Staten schenken fl. 16000,-voor de kosten (1711). (Vervolg van pag. 4) ervaring, die het gevoel gaf 'dat kan niet'. Hoe was het mogelijk geweest om stenen zo hoog op elkaar te metselen. Van de ene verbazing viel je in de andere. In het ketelhuis stonden we met de mond open voor de vuurmond van de ketel. Op de ketel het waterpeilglas met z'n geheimzinnige ontluchtingskra- nen. Daarnaast de indrukwek kende manometer, die de druk in de ketel aangaf. De naald van deze meter stond nooit he lemaal stil en gaf een verholen verborgen, krachtgevoel aan. Vanuit het ketelhuis recht streeks naar de machinekamer, want daar ging het tenslotte om. In mijn familie heb ik altijd beweerd: "Dit is de salon van Leeuwarden". De voornaam heid, belangrijkheid, uitmonste ring, onderhoud en beheer van dit vertrek waren adembene mend. Men was in een andere wereld. Dat bood Leeuwarden ver voor W.O. Ill Er is niets meer van over en we hebben het zelf kapot gemaakt. In die salon dan, het was geen kleine, zeker vier bij zes meter en volgens schatting vier meter hoog, een stoommachine, be schermingshekken er omheen. Alle onderdelen grijs-groen 'metallic' gelakt, een vliegwiel, ook mooi in de verf, wel met een doorsnee van twee en een half tot drie meter. Verbluffend, wat een bezit! Er heerste een aangename temperatuur, het gehoor werd vergast op een welluidende zoem, heel bescheiden. Het vliegwiel dat grotendeels door een houten wand was afge schermd, dreef de werkas, die door de fabriek liep, aan. Niet door een drijfriem, maar door pagina 7 een aantal naast elkaar lopen de eindeloze kabeltouwen, wel ke een zacht klepperend geluid gaven. Vader Miedema gaf tekst en uitleg en vertelde uit gebreid over het automatische smeersysteem. Ook de verdere gang van zaken betreffende de graanverwerking tot meel, de opslag in silo's en op de graan zolders kon hij op heldere wijze uit de doeken doen. Maar die machinekamer, dat was hem en is hem nog steeds in mijn herinnering. Tjonge, tjonge, wat is Leeuwarden ver armd. En dan de vrachtauto's, vol gens deskundigen oude leger- vrachtwagens, met kettingover brenging op de achteras, op "kusje"banden, in mijn herinne ring immens groot. Mijn broer, met z'n Groninger tongval, zo'n vrachtauto ziende riep: "Heur, wat un baist." Ook had de fa briek vaste schippers die met hun schepen de granen van Fortuna afleverden, o.a. de Ac tief, schipper Van der Noord was een van hen. Leeuwarden W. D. Lijfering KV'fM Beetgum: Slot Baerda

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 7