DE GEVEKE'S: OPVALLENDE FIGUREN IN DE SPORT 'T KLEINE KRANTSJE De Papegaai VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 8 Hoewel hij doodgewoon Bouwe Westra heette, noemden ze hem De Papegaai en die naam was wel duidelijk voor iedereen, die hem zag. Want de kleren, die Bouwe Westra droeg, waren voorzien van alle mooie kleuren, die we kennen van de papegaai: rood en blauw en geel en groen en wat al niet meer. Bouwe's buurvrouwen, die bij hem in de Bleekerdwarsstraat woon den, moeten er aardigheid aan hebben gehad allemaal kleurige stroken te bevestigen aan zijn jasje en op zijn muts. Bouwe Westra, die daar wel content mee is geweest, kwam er daardoor wel heel opvallend uit te zien: er was - in die zestiger jaren - nog niemand ter wereld, die zich zó kleurrijk durfde te vertonen op straat. Het is dus niet overdreven te zeggen, dat hij een trendsetter is geweest - levend in déze kleurrijke tijd, zou Bouwe Westra zich niet of nauwelijks hebben onderscheiden van alle papegaaien, die nu ieder moment op straat te aanschouwen zijn. Aldus uitgedost als geen ander stelde De Papegaai zich vrijwel dageljks op bij het Diaconessenhuis aan de Noordersingel, waar hij veronderstelde nog eens een verpleegstertje aan de haak te kunnen slaan. Verliet zo'n veertig of vijftig jaar jonger meiske argeloos het zieken huis, dan kon het gebeuren, dat Bouwe Westra op z'n fiets sprong om een felle achtervolging in te zetten. Hoewel Bouwe Westra, die wij eens bij de Noordersingel vereeuwig den, ons herhaaldelijk verzekerde "wel tien zusters aan iedere vin ger" van zijn hand te kunnen krijgen, hebben zijn pogingen helaas nimmer in blijvende contacten geresulteerd. Ook een verplaatsing van zijn jachtterrein van de Noordersingel naar de Groningerstraatweg, vlak bij de Hoeksterpoortsbrug, leidde nim mer tot een zo vurig verlangde verkering, laat staan tot nog meer. Toch bleef De Papegaai hardnekkig op zijn strategische punten postvatten, het begeerde oog op al het voorbijsnellende vrouwvolk gericht. Tot op hoge leeftijd zou hij in deze werkwijze volharden, tot eindelijk de begeerte verdween of een andere, onbekende oorzaak hem uit het beeld deed verdwijnen. Tenslotte vond hij in het Tehuis Nieuw Toutenburg bij Noordbergum een vredig eindstation en daar is hij in 1970 op de leeftijd van bijna negentig jaar de eeuwige rust ingegaan. Het overlijden van Tjeerd Ge veke, de vorige maand, heeft onze gedachten weer eens te rug doen gaan naar een tijdvak van tientallen jaren, waarin de Geveke's uit Leeuwarden een vooraanstaande rol speelden in de sport, zowel provinciaal als nationaal. Niet alleen Tjeerd zelf, ook zijn broers Hendrik, Lo en Herman blonken uit in een of meer tak ken van sport. Verder boekte hun vader, Willem Geveke, als sportman successen en ook hun ooms Hendrik en Lodewijk kregen, lang geleden, als sport man een goede naam. Het begon allemaal met de oudste generatie, met de drie broers Willem, Hendrik en Lo dewijk Geveke, die in 1920 als zeilers met de scheldejol "Waldfamke" in de felle, maar genoegelijke wedstrijden van die tijd hun eerste successen behaalden. SUCCESVOL Voldaan over de winst, maar nog niet tevreden over de snel heid van hun schip, kochten de Geveke's later een boot, die als "Meeuw" aan de wedstrijden in de 7.10 meter klasse meedeed en daar ook al succesvol was. In 1929 behaalde Willem Geve ke er zijn eerste kampioen schap mee. Twee jaar later was hij alweer kampioen, nu evenwel in een nieuw schip van deze klasse, de "Sperwer", die als wedstrijd boot een toekomst tegemoet zou gaan als geen ander schip in Friesland, leder seizoen zeil de de Sperwer bosjes prijzen bij elkaar en ieder seizoen groeide nog zijn naam. Tweemaal, in '32 en '34, werd vader Willem Geveke zelf nog kampioen in de 30 m2 klasse van de Noord Nederlandse Wa tersportbond; toen gaf hij de helmstok over aan zijn jongens, aan Hendrik, aan Tjeerd, aan Lo en aan Herman en allen brachten zij kampioenschappen op hun naam. Herman, de jongste en tegelijk meest getalenteerde zeiler van de vier, had eerder als schou wen- en larkenzeiler al een res pectabel aantal prijzen gewon nen. Zo kon er, tientallen jaren lang, in Friesland na zeilwedstrijden geen prijsuitreiking zijn, of er mocht wel een Geveke op het matje komen. Heel lang speel den zij een vooraanstaande rol en ze sleepten letterlijk honder den prijzen in de wacht. De vier broers Geveke in de bloei van hun leven: Hendrik, Herman, Tjeerd en Lo. Maar niet alleen als zeilers maakten de Geveke's naam. Tjeerd, Lo en Herman gingen ook voetballen, waarbij Tjeerd en Lo het al op zeer jeugdige leeftijd tot het eerste elftal van Frisia brachten. Later kon men Herman even eens als hockeyer zien acteren - hij heeft jaren in het eerste van Rap gespeeld. Alle broers reden ook een ste vige schaats en allen kwamen verschillende malen in de wedstrijdafdeling van de Friese Elfstedentocht uit. Daarbij kwam Lo Geveke naar voren als een echte matador. Terwijl Hendrik, Tjeerd en Herman zich verdienstelijk, maar meer bescheiden klasseerden, ont popte Lo zich als een uitge sproken favoriet. In 1940 behoorde hij tot een groepje van vier, dat in de bar re tocht van dat jaar eindigde achter een kopgroep van vijf rij ders, die allen tot winnaar wer den uitgeroepen en in het jaar daarna bezette hij de derde plaats. In die veertiger jaren was Lo Geveke een van de grootste cracks in de Elfstedentocht, maar daar niet alleen - grote successen boekte hij ook in an dere gereputeerde wedstrijden, zoals de Groninger Noorder rondrit en de Sneker Elfmeren- tocht. Met Tjeerd Geveke is nu de laatste van de vier broers van ons heengegaan. Lo overleed als eerste in de vijftiger jaren, Herman is vijftien jaar geleden verongelukt bij een auto-onge luk in de Noordoostpolder en ook Hendrik is al jaren dood.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 8