'T KLEINE KRANTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9 woonde. Er werd van hem ver teld, dat hij allemaal niemendal letjes verkocht tegen de vaste prijs van een cent. Magazijn Roodkapje bevond zich in de dertiger jaren aan de Nieuwestad in het pand num mer 40. Het was een kleding zaak, maar dan, de naam zegt het al, een voor de jeugd. De Benthumersteeg was een steeg naast het pand nummer 22 aan de Turfmarkt. De steeg dankte haar naam aan de her berg De Benthem, die aan de Voorstreek stond - door deze steeg konden dorstige lieden, die liever niet gezien wilden worden, het etablissement mooi bereiken. Sint Petrus was de naam van een rooms katholieke begrafe nisvereniging in Leeuwarden. Boden van deze vereniging wa ren in 1937 de heren B. Eng- wirda, Schapestraat 34 en S. de Vries, Noordvliet 247. 'Voor serieuze bediening' zo adver teerden zij. De Blauwe Os heette weleer het hoekhuis van de Nieuwe stad en de Ipe Brouwersteeg. Het pand had een steen in de gevel met de afbeelding van een blauw geschilderde os en het jaartal 1612. Na een ver bouwing van het huis, kwam deze steen in het Fries Mu seum terecht. Bij de grote brand aan de Nieuwestad in april negentien negentig is het pand geheel verloren gegaan - er kwam nieuwbouw voor in de plaats. Swart mar leaflik is de naam van het huis aan de Engelse straat nummer 2. Dat 'swart' duidt op de kleur van de plan ken - het is een houten huis, oorspronkelijk bewoond door Engelse officieren, die hier tij dens de eerste wereldoorlog waren geinterneerd. Harm de Lieger is een beken de figuur geweest in de lokale schipperswereld. Hij verraste voortdurend met de meest fan tastische verhalen. Z'n vrouw noemde hij 'Mien roodbusje'. Harm de Lieger lag met een zelfgebouwd schip aan de Oos tersingel. Harm de Lieger: een man met de meest fantastische verhalen herberg, die ongeveer gestaan moet hebben, waar zich nu de eerste Kanaalsbrug bevindt. Voor achttien honderd vijf en negentig, toen het Nieuwe Ka naal werd gegraven, was die brug er nog niet en toen vorm den de huizen van de Ooster- grachtswal en de Zuider- grachtswal nog een ononderbroken rij. Vandaar dat men toen ook de onderschei dingen Ooster- en Zuider nog niet kende; de vroegere Leeu warders spraken slechts van de Grachtswal. De Vrije Houthandel noemde in de dertiger jaren de houthan delaar Sipke Staal zijn bedrijf aan het Noordvliet. Hij leverde zijn waren zowel aan particulie ren als aan niet-erkende hout handelaren. De Lazarusfenne was eens een stuk weiland ten noorden 'van de Spanjaardslaan. De naam was ontleend aan het La zarushuis, dat hier heeft ge staan en waarin Lazarussen of Leprozen werden onderge bracht. Quick kenden de Leeuwarders in het begin van deze eeuw als een voetbalvereniging, die triomfen vierde bij het zoge naamde Kanaalvoetval op een terrein bij het Nieuwe Kanaal - dat was zo ongeveer op de plaats, waar nu de Koepelkerk staat. De Jonge Bontekoe is een kleine uitspanning geweest aan de Stienserstraatweg tussen de Kleine en de Grote Bontekoe in, maar dan aan de andere kant van de weg. Het café had een zekere vermaardheid bij jongelui, die zich hier in de tuin ongestoord konden terugtrek ken tussen grote rieten schot ten. Zodra zij een naderend lichtschijnsel ontwaarden, wis ten zij dat Jan met de Lamp in aantocht was - dat was de man, die hier de bestellingen kwam opnemen. Het Centerse Joodsje was de bijnaam van een klein koop- mantsje, die tegenover de Sy nagoge in de Sacramentsstraat De Havenbrug lag vroeger te genover de Haniasteeg over het water van de gracht, die ooit het huidige Wilhelminaplein en het terrein, waarop later de Harmonie verrees, doorsneed. Toen dit water in achttien hon derd vijftig werd gedempt, kon de sierlijke ronde Havenbrug vervallen. Er ging daarmee een schilderachtig hoekje van het oude Leeuwarden verloren. De Vergulden Bijbel was de naam van een huis in een lang vervlogen tijd. Het heeft drie honderd jaar geleden in de Klokstraat gestaan en in die tijd woonde er een boekdrukker in met een mooie naam. Ripper- tus Sixti heette die meneer. De Doele. Ook wel De Oude Doele genoemd, was tot in het begin van de vorige eeuw een De vroegere Havenbrug tegenover de Haniasteeg: landelijkheid, die verloren ging. ■ff* VOORLEZER Het verhaaltje over de Bakkerij H. van der Veen in de serie "Tekens van Toen" deed bij mij weer een lichtje branden in mijn geheugen. Aan de Tuinen was de ruime bakkerswinkel van deze oud Leeuwarder bak- kervele jaren gevestigd. En Van der Veen was "een van de Drie en altijd de laatste". Dat zat zo. Bakker Van der Veen van de Tünen was Voor lezer in de Oosterkerk aan het Hoeksterend. Voor de oorlog had men in de gereformeerde kerken nog het ambt van Voor lezer, dat was een ouderling met een heldere welluidende stem. In Leeuwarden waren toen vier gereformeerde kerken en ook vier dominees die dus rouleer den in de diensten. Elke zon dag waren er andere dominees op de preekstoel, zowel 's mor gens als's avonds. Wanneer de dienst begon dan "bracht de Ouderling van Dienst" de predikant tot voor de preekstoel. De ouderling voorop, dan de dominee en daarachter kwam de Voorlezer. Drie mannen achterelkaar en alle drie in streepjespak, een Toga kwam toen maar spora disch voor in de gereformeerde kerken. De Ouderling van Dienst had twee diensten op een zondag te vervullen en dan kwam de volgende week weer een ander aan de beurt. Maar wat er ook ruilde en wie elkaar ook afloste, de Voorlezer had elke zondag twee keer dienst, net als de koster en de organist. Bakker Van der Veen van de Tünen was jaren achtereen dus de Voorlezer in de Oosterkerk, tot dat ook deze functie werd op geofferd aan de "veranderende inzichten. Daarom was Van der Veen al tijd een van de drie, maar altijd de laatste die de kerk tijdens de dienstbinnen kwam, hij moest dan de door de predi kant opgegeven Bijbelgedeel ten voorlezen. Eens maakte ik het mee dat Van der Veen er niet was en een andere ouderling zijn taak waarnam. Deze kon echter het opgegeven Bijbelgedeelte niet vinden. Dominee moest de man toen op weg helpen in het dikke Bijbelboek. Bakker Van der Veen was een broer van bakker Van der Veen van de Oostergrachtswal (de vader van Taco) en ook een broer van de banketbakker Van der Veen in het Naauw. Een echte bakkersfamilie. Vedebe DUITSE ZWEMLES In de oorlog gingen mijn meisje en ik op dinsdagmiddag meest al naar de Overdekte. Soms moesten we daar wachten, wanneer er Duitse vliegeniers aan het oefenen waren met hun rubberbootjes. Daar waren al wat ouderen bij en die wer den dan door twee man in het water gegooid. In paniek kwa men ze boven en werden er dan meteen weer in gesmeten. Nog zie ik de angst in hun ogen, maar hup, daar gingen ze alweer het water in. Dit alles gebeurde onder leiding van een jonge officier - die kon ik wel schieten. Wat een zwemles! Ook moesten ze van de hoog ste duikplank springen en eens was er een, die durfde dat niet. Maar ze maakten zijn handen los en.toen viel hij omlaag op de stenen vloer. Met een ambulance is deze man toen afgevoerd. Dat maakte heel wat indruk op mij - zelf ben ik later bij de reddingbrigade geweest. Leeuwarden W. Kramer

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1992 | | pagina 9