KUNSTSCHILDER DEED
BIJNA ETMAAL OVER
FRIESE ELFSTEDENTOCHT
'T KLEINE KRANTSJE
PERKAMENTFABRIEK
IN LEEUWARDEN
OOK DIT IS LEEUWARDEN
TROUWRING IN KOFFIE
MERKWAARDIG BEDRIJF
't Kleine Krantsje
is een uitgave van
Fenno Schoustra's
Publiciteitskantoor.
Nog nooit
vertoond
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 5
Ook dit is Leeuwarden. Maar waar precies? Oplossingen binnen
veertien dagen naar de Redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman
de Vriesstraat 1,8921 BP Leeuwarden.
Voor wie het juiste antwoord geeft liggen er twee boekjes klaar,
een exemplaar van "Populaire Leeuwarders" en een exemplaar
van het fotoboekje "Leeuwarden, ach ja, zo was het.Bij meer
goede oplossingen beslist het lot.
Een merkwaardig en tegelijk interessant bedrijf, dat was het
zeker, de Perkamentfabriek, die er nog na de Tweede We
reldoorlog in Leeuwarden is geweest. Die onderneming, of,
juister gezegd misschien, dat onderneminkje, vestigde zich
in."De Grote Bontekoe" aan de Stienserstraatweg, die toen,
na een laatste opflikkering, ter ziele was gegaan. Eens was
die herberg, een kilometer voorbij "De Kleine Bontekoe" en
aan dezelfde kant van de weg, voor de Leeuwarders een
populaire pleisterplaats en het traditionele eindpunt van
zondagse wandelingen.
Toen de horeca er geen be
staansmogelijkheid meer in
vond, werd het massieve pand
verkocht of verhuurd en na een
verbouwing als Perkamentfa
briek ingericht door onze stad
genoot H. Dantuma, die van
origine instrumentmaker was.
Hij had de bezettingen van ver
scheidene muziekcorpsen ver
vaardigd en hij was wellicht ook
de leverancier van trommelvel
len geweest, waarmee zijn rela
tie met de perkamentindustrie
zou zijn verklaard.
In ieder geval richtte hij zich nu
geheel op het vervaardigen van
perkament en nam daarmee
een uitzonderlijke positie in.
Want elders in ons land werd
er toen alleen nog in Borculo
perkament vervaardigd - met
name door de opkomst in de
boekbinderij van de heel en
halflinnen boekbanden was het
verbruik van perkament meer
en meer achteruitgegaan.
Overigens zag de ondernemer
niet zozeer brood in het ver
vaardigen van perkament voor
de boekbinderij, dan wel in de
productie van trommelvellen en
lampekappen, waarmee hij
goede zaken dacht te kunnen
doen.
Perkament, eigenlijk papier van
Pergamum, was geelwit half
doorschijnend en meestal ta
melijk stijf materiaal, vervaar
digd uit ongelooide, met
kalkmelk behandelde lams-,
schape-, kalfs- of geitehuiden,
die aan beide zijden werden af
geschaafd en bijvoorbeeld met
ven is ons niet bekend. We we
ten alleen, dat ze twee jaar na
de bevrijding nog floreerde.
Nu schijnt er alleen in Rotter
dam nog een dergelijk een
mansbedrijfje te bestaan, dat
bijvoorbeeld perkament levert
voor restauratiewerk in de
boekbinderij. Wie nog van die
oeroude, in perkament gebon
den boeken bezit en ze wil res
taureren zal via via dan ook
wel terechtkomen bij dit bedrijf.
In Leeuwarden wordt in ieder
geval geen perkament meer
gemaakt - al lang niet meer.
Jaren geleden is het gebeurd, dat een dame in de De
Wetstraat, een mevrouw Straatman-Weidijk, haar trouwring
verloor. Alles werd overhoop gehaald om de ring terug te
vinden, maar helaas, het kostbare stuk bleef zoek. Ook het
leegscheppen van een putje leverde niets op.
Een hele tijd later, toen mevrouw Straatman bij een vriendin
op visite was, spitte haar man z'n tuintje om en zie: daar
vond hij de ring terug.
De heer Straatman voldeed daarna aan de gemaakte af
spraak om zijn vrouw bij de vriendin vandaag te halen. Voor
de gezelligheid werd daar eerst nog een kopje koffie ge
dronken en, waarempel, bij het roeren van de suiker viste
mevrouw Straatman uit het kopje koffie haar trouwring op.
Haar man had het zoekgeraakte kleinood er in de gauwig
heid stiekem ingedaan.
Grote verrassing uiteraard. En grote blijdschap natuurlijk!
puimsteen werden gepolijst. Al
in de tweede helft voor Christus
werd er in Pergamum in Klein
Azie perkament gemaakt, dat
duurzamer was dan het toen
ook veelgebruikte papyrus. Het
maakte een enorme opgang in
de middeleeuwen, toen men
voor luxe handschriften het per
kament vaak kleurde. Als
schrijfmateriaal werd het later
geheel door papier verdrongen,
waarna het nog voornamelijk
voor boekbanden en trommel
vellen werd gebruikt.
In het pand van De Grote Bon
tekoe moeten voor de productie
van het perkament grote vaten
hebben gestaan, waarin men
de dierenhuiden een eenvoudi
ge chemische behandeling liet
ondergaan. Daarna kon het
haar gemakkelijk verwijderd
worden en dat ging dan, voor
het fabriceren van hoeden naar
viltfabrieken, terwijl het vleesaf-
val naar lijmfabrieken ging.
BIJZONDERE AANDACHT
Bijzondere aandacht verdiende
het afschrapen van de huiden -
werd het mes maar even te ver
gedreven, dan ontstonden er
zwakke plekken in de huid met
later een grote kans op het ont
staan van gaten in het perka
ment.
Na nog verschillende reinigin
gen werden de huiden tenslotte
op rekken gedroogd.
Hoe lang deze bijzondere per
kamentindustrie in Leeuwarden
zich nog heeft kunnen handha-
In de vorige eeuw heeft er in
Leeuwarden een zekere Willem
Jans Troost gewoond, die zich
als schilder en tekenaar een re
putatie verwierf. In 1855 kwam
hij van Den Haag naar Leeu
warden om hier vooral land
schappen te schilderen. Ook
maakte hij potloodtekeningen
en litho's en vervaardigde hij
frappant gelijkende portretten,
onder andere van de Friese
dichter Eeltje Hiddes Halbesma
en van de bibliothecaris-archi
varis van Friesland Tiede Roe-
lofs Dijkstra.
Nog maar nauwelijks in onze
stad toog hij al naar een hard
rijderij voor paren op het ijs
achter de Prinsentuin. Daar
vereeuwigde hij het moment,
waarop Jacob en Gerbrich
Schoustra als eerste prijswin
naars over de finishlijn stoven.
Toen in 1860 onze Prins Fre-
derikkazerne in een geweldige
vlammenzee ten onder ging
was Willem Troost er bij om het
ontzaggelijke schouwspel voor
altijd vast te leggen. Later, bij
zijn vertrek uit Leeuwarden,
deed hij het doek aan de ge
meente cadeau en nu nog is
het een opvallend stuk in de
collectie oude schilderijen aan
de wanden van het stadhuis.
In 1862, toen hij al tegen de
vijftig was, kwam Willem Jans
Troost nog eens op een bijzon
dere manier in het locale
nieuws. Hij besloot nu op
schaatsen een tocht langs de
elf steden van Friesland te ma
ken en wel helemaal op z'n
eentje, wat waarschijnlijk nog
nooit iemand eerder had ge
daan - tot dusver waren het al
tijd kleine groepjes geweest,
die de individuele Elfsteden
tochten volbrachten.
Die groepjes deden er dan zo'n
veertien tot zestien uren over
om van Leeuwarden in Leeu
warden te komen, maar Willem
Jans Troost kwam op het idee
om het nog veel kalmer aan te
doen.
Op een zondagmorgen om half
zeven ging hij van start en pas
op de maandagmorgen om half
vijf arriveerde hij bij het punt
van vertrek. "Zonder enig blijk
van vermoeidheid te geven en
overigens in den besten wel
stand" aldus de bewonderende
verslaggever, die er in zijn
krant gewag van maakte.
Willem Jans Troost had dus uit
gerekend twee en twintig uren
over de tocht gedaan, maar,
let wel, niet om het plezier van
het schaatsen had hij de lange
reis ondernomen. "Het eigenlij
ke doel was om te voldoen aan
een lang gekoesterd verlangen
om met al onze Friesche ste
den kennis te maken, waartoe
hem tot dusver steeds de gele
genheid had ontbroken."
Zo schreef stadgenoot Willem
Jans Troost dus op een heel
bijzondere manier geschiede
nis. En als een bekwame teke
naar en kunstschilder én als
vroege Elfstedenrijder!
Het oude Leeuwarden, dat verdween. Wat we hier zien is het gedeelte van de Tuinen
tussen de Turfmarkt en de Ooster- en Nieuwekade. De huizen aan beide kanten staan er
ongeveer nog net zo, maar wat we op de achtergrond zien is er al lang niet meer: het
vroegere hoge bruggetje en de twee forse gebouwen daarachter.