HOE CAFÉBAAS POFJANAIT Z'N VREEMDE BIJNAAM KREEG 'T KLEINE KRANT5JE FOTO VAN OLDEHOVE MOOI VERHAAL JURJENGREBEN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 6 Een bekende bewoner van Tul penburg, die in vroeger jaren naast "het poortsje" woonde, was Jan Hider, die als schoen maker, als leedaanzegger en ook nog als kleermaker in de boeken stond. Ten behoeve van zijn werk in de lijkbezorging had hij een hok achter zijn woninkje, waarin het overleden gezinslid kon worden opgebaard van buurtbewoners, die klein waren behuisd - en dat waren ze haast allemaal in deze omgeving. En wat zijn werk als kleermaker betreft: de jolige jeugd van Tul penburg kon Hider niet in het vizier krijgen, of schallend klonk het: "Hider, Hider, maak mie de broek wat wieder!" Op de voorpagina van ons ja nuarinummer plaatsten wij een foto met daarop de Oldehove en de mededeling, dat die plaat in 1976 zou zijn gemaakt. Onze abonnee de heer Gosse Scher- stra te Leeuwarden, die, zoals wij onlangs nog berichtten, "al les" van de Oldehove af weet, belde ons op om te zeggen, dat deze foto beslist niet van 1976 kon zijn. "Hij moet voor 1972 zijn gemaakt" aldus de heer Schersta, die dat aan ver schillende subtiele details kon zien. Wel, waarvan acte: op zijn gezag veranderden wij deemoedig het jaartal, dat ach ter op deze archieffoto stond. Er heeft ooit in de Vijzelstraat een kroegbaas gewoond, die Werdekker heette. Dat is in de twintiger jaren geweest. Hij zat daar in 1922, maar in 1929 leefde hij al niet meer; toen was het zijn vrouw Werdekker- Helder, die het cafeetje dreef. De heer Werdekker was een Groninger, wat een kind kon horen, zodra hij zijn mond opendeed. Hij werd aanvanke lijk gewoon aangesproken met zijn officiële achternaam, maar op zekere dag veranderde dat en van dit moment af noemde iedereen hem "Pofjanait". Hoe Pofjanait zich deze aparte bijnaam op de hals haalde is precies bekend gebleven - dat is een mooi verhaal. Vaak gebeurde het, dat er sjou werlieden in zijn zaak kwamen om er gauw een (of meer!) neutjes te pakken. Dat werd dan snel achterover geslagen, waarna de mannen hun zware arbeid hervatten. Ook kwam het wel voor, dat er een hele fles jenever werd gehaald, zo dra zo'n ploeg sjouwerlieden de opdracht kreeg een schip te lossen - dat betekende werk, dus geld en.ook weer drank. Zo kwam er op zekere dag weer zo'n robuuste sjouwerman binnenstappen met het blijde bericht dat zijn ploeg juist een schip stond te lossen op Cam- straburen. En nu kwam hij (dus) even een fles jenever ha len. Verheugd over deze kloeke be stelling vulde de kastelein een lege fles met het vurige vocht, waarop de sjouwerman het be geerde artikel meteen in de binnenzak stak. En toen zei hij: "We komme hier vanavond wel mette ploeg om af te rekenen". Waarop de heer Werdekker iet wat geërgerd reageerde met een zeer beslist: "Nee hoor, te rug die fles, ik pof ja nait!" Mopperend zette de man daar na een zelfde soort fles op de toonbank terug en de kastelein goot de inhoud meteen terug in het grote jenevervat. Wat de kroegbaas niet wist, was dat de sjouwerman een paar minuten later met groot gejuich werd ontvangen door zijn kameraden van de ploeg, omdat de stunt precies was verlopen, zoals die kerels had den verwacht: de man had de cafébaas niet die fles pure je never teruggegeven, maar een fles met doodgewoon drinkwa ter uit de andere zak van zijn jas! Wel begreep de bedrogen kas telein van de Vijzelstraat al gauw, dat hij levenslang zou vastzitten aan de bijnaam, die hij onmiddellijk van zijn dierba re klanten kreeg: iedereen noemde hem voortaan "Pofja nait". De alleroudste veteranen onder ons, nog bekend met het Leeuwarden uit de twintiger ja ren, zullen zich dat zeker nog herinneren. Er moeten nog duizenden Leeuwarders leven, die hem ooit als een grote held hebben toegejuicht. Zonder overigens zelf te beseffen, dat het Jurjen G. Greben was, die zij deze eer betoonden. Want op de momenten, waarop hij de meeste bijval kreeg, was hij altijd onherkenbaar vermomd. Als Sinterklaas wel te verstaan: jarenlang vervulde hij immers in onze stad de rol van de Goedheiligman. Die dankbare functie lag geheel in zijn lijn, want de heer J. G. Greben was onderwijzer van professie. Hij stond lange tijd op de lagere school aan de Tjerk Hiddesdwarsstraat voor de klas en hij sloot zijn schoolmeestersloopbaan af als hoofd van de Gemeente school 19. Dat de jeugd heel zijn hart had bleek uit het vele werk, dat hij voor het schoolvoetballen en het schoolkaatsen deed: op de plaatsen waar in de dertiger jaren door scholieren georganiseerd werd ge voetbald en gekaatst, zou "meester Greben" nooit ontbreken. Hij maakte, officiëler gezegd, deel uit van de Gemeentelijke Com missie voor Lichamelijke Opvoeding, die deze heerlijke happenings organiseerde, maar dat was bepaald niet het enige bestuurslichaam, waarin hij zich een plaatsje verwierf. Ook voor de Voetbalvereniging Friesland en voor de Commissie Voetbal en tbc-bestrijding heeft hij bestuursfuncties vervuld, terwijl hij zich eveneens verdienstelijk maakte voor verschillende regle mentscommissies van de F. V.B. en de K.N. V.B. Zelf voetbalde Jurjen Greben, net als zijn oudere broer Kees, in de twintiger jaren in de L.V.V. Friesland, maar het kunnen alleen de alleroudste veteranen onder ons zijn, die zich dat zelf nog herinne ren. Verder deed de heer Greben veel journalistiek werk, onder andere als sportredacteur van de Friese editie van het vooroorlogse Het Volk. Zijn "critische voetbalkrabbels" en vooral zijn "critische kaatskrab- bels" in deze krant werden bekend en, dat mag ook wel gezegd worden, door sommigen zeer ge vreesd. Kortom, Jurjen Greben was zo'n echte bekende "ouwe" Leeuwarder die leefde van 1895 tot 1953.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1993 | | pagina 6