POELIER ST. JACOBSSTRAAT BESTAAT HONDERD JAAR EEN BEGRIP IN DE STAD imc Aet pagina 6 Er is alweer een bekend bedrijf in Leeuwarden gepromoveerd naar de eredivisie van ondernemingen, die de eerbiedwaardige leeftijd van honderd jaar hebben bereikt. Dat is "De Poelier", die het eeuwfeest een paar maanden geleden al kon vieren. Want het ivas in 1892, dat een zekere Jan de Jong de tapkraan in zijn café in Hardegarijp voor goed dichtdraaide om in Leeuwarden een poeliersbedrijf te stichten. En het is deze zaak, die nu nog altijd bestaat. Niet meer in de Baljee- straat, waar die energieke Jan de Jong zijn onderneming begon, maar in de Sint Jacobsstraat, waarheen het bedrijf op het moment van de eeuwwisseling verhuis de. Voor generaties Leeuwarders is de naam "Poelier De Jong" een begrip geweest en voor de Leeuwarders niet alleen. Tot ver buiten de stad immers bouwde De Jong, die na zijn overlijden in 1929 door zijn zoon Piet werd opgevolgd, een klinkende klantenkring op en met hoogtijdagen als bijvoor beeld de Kerst, kon het gebeu ren, dat er vanuit de Sint Ja cobsstraat duizenden en nog eens duizenden pakketten met allerlei wildheerlijkheden wer den verstuurd naar alle wind streken in ons land. LANDELIJKE FAAM Ook door de handel in kievits eieren kreeg Poelier De Jong landelijke naam en faam en mede dank zij het consequent adverteren in grote bladen bui ten de provinciegrenzen, gin gen er vrachten eieren van hier naar overal. In 1957 besloot Piet de Jong, al aardig op leeftijd, zijn bloei ende bedrijf over te doen aan een tweemanschap, de heren Schreur en Van der Kamp. Ge rard Schreur had al veel poe lierservaring opgedaan als chef bij de toen nog bestaande VPN aan het Zuiderplein, Minne van der Kamp was een vroegere werknemer van De Jong, die het bedrijf dus al van haver tot gort kende. Maar voor de laatste duurde de nieuwe situatie helaas maar kort. Hij kwam te overlijden, waarna Gerard Schreur de be drijfsvoering alleen moest voortzetten, wat hij trouwens zeer succesvol deed. Op zijn beurt droeg hij de zaak weer over aan een volgend twee manschap en wel aan zijn ei gen, in het bedrijf opgegroeide zoons Herman en Jan. Die lei den het bedrijf nu nog en krij gen hun zilveren jubileum al aardig in zicht - in 1995 is het zover. In 1977 voerden de heren Schreur, van wie Herman de vaktechnische kracht en Jan de handelsman is, een verbouwing uit, waarbij de winkel werd ver groot. Maar overigens veran derde er weinig aan het pand zelf, dat door een hoogtever schil tussen de Sint Jacobs straat en het er achter liggende Klokplein, achter de winkel heel wat trapjes en opstapjes heeft. Wel veranderde er het een en ander in de branche zelf en daarover kunnen Herman en Jan Schreur smakelijk vertellen. Werden er bijvoorbeeld in de tijd van de heren De Jong in het voorjaar wel zo'n 130.000 kievitseieren aangevoerd; nu houdt het met een totaal van 10.000 "wel op. En dat komt niet, omdat er nu minder kievi ten zouden zijn. Maar vroeger brachten de vrachtrijders de ei eren met dozen vol naar de Sint Jacobsstraat, terwijl ook heel veel zoekers zelf er met de pet vol de steeg inliepen - tientallen hulpkrachten kwamen dan, vooral op de vrijdagen, handen te kort om die kolossa le aanvoer te verwerken. Nu bezoekt De Poelier zelf en kele verzamelplaatsen in de provincie om de eieren op te halen - bovendien zullen veel vinders eerder zelf de eitjes WEL OF NIET? In het maartnummer is een arti keltje opgenomen onder de kop "Links uit de flank". Het betrof een gebeurtenis uit vroeger ja ren, waarbij een detachement soldaten een marsbevel te di- rekt en te letterlijk opvolgde en massaal de sigarenwinkel van Schierbeek binnenmarcheerde. Een dergelijk gebeuren komt mij - zelfs in die goeie oude tijd - nogal twijfelachtig voor, te meer daar een analoog verhaal al sinds mijn prille jeugd door mijn vader vaak werd verteld. Wel anders gekleurd, maar toch te veel overeenkomst ver tonende. Bovendien is, voor zo ver ik weet, het kommando niet volledig. Hiermee is de betrouwbaarheid van beide anekdotes bij mij aan het wankelen gebracht. Het verhaal van mijn vader luidde als volgt. Toen de schut terij nog geregeld door de stad marcheerde, was het komman- do bij het naderen van de Pe perstraat: "Rechts uit de flank de Peperstraat in. Denk om het asvat!" (De vuilnisemmers stonden kennelijk in de weg). Het gevoel bekrufpt mij - ge sterkt door de analogie - dat zowel het een als het ander als een pseudo-historische mop moet worden gezien. Och heden ja, ook die hebben consumeren, dan weleer het geval is geweest. Toch gaan er nog altijd van hieruit veel doosjes met kievits eieren de wijde wereld in, ook, sinds jaar en dag, naar het Ko ninklijk Huis, zodat De Poelier in de Sint Jacobsstraat zich ei genlijk ook Hofleverancier kan noemen. In voorbije tijden waren er bij De Poelier in hoofdzaak hele dieren verkocht, maar dat is nu eigenlijk helemaal afgelopen. De oude heer Schreur begon er al mee dieren te fileren en nu vraagt de huisvrouw in hoofdzaak een lekker stuk wild, dat geen lange stoof- of braad- tijd vergt en dat dus binnen een paar minuten op tafel komt. Helemaal van deze tijd is het ook, dat De Poelier verschillen de soorten kip kan leveren, boerenscharrelkippen, maiskip- pen, braadkuikens, soepkippen, kortom voor elk wat wils. Ook de kant- en klaarmaaltij- den zijn in opkomst en dat is eveneens een ontwikkeling van de laatste paar jaar. Meer en meer streeft moeder de vrouw ernaar tijd te besparen met de maaltijdvoorbereiding, waarbij ze er trouwens wel erg op let, dat de kwaliteit goed moet zijn. Overigens levert De Poelier meer aan bedrijven en instellin gen en aan de horeca, dan aan particulieren; de verhouding ligt ongeveer op zeventig tegen en hadden hun verdiensten, al thans betekenis, zullen we maar zeggen. Amersfoort H. Rijpstra Deden ze het wel, of deden ze het niet? Nu u het zegt: we zijn graag geneigd aan te nemen, dat het hele mooie verhaal op fantasie berust. En dan brengen we graag in herinnering, dat we nog niet zo heel lang gele den onze twijfels uitspraken ten aanzien van twee ande re veel doorvertelde verha len, die waarschijnlijk even eens op fantasie berustten. Dat was in de eerste plaats de geschiedenis van de zwerversfiguur Jan Duum, die op een stormachtige avond op een lijkwagen zou zijn meegereden en die de van niets wetende koetsier de schrik van zijn leven moet hebben bezorgd door plotseling te vragen: "Is 't al droog?" Een zelfde verhaal troffen wij tot onze grote verrassing aan in een Spaanse krant van tientallen jaren terug! Verder vonden wij tot onze verbazing in een boek over Limburgse "mooie dorpsfiguren" pre cies hetzelfde verhaal, dat vaak over de geruchtmaken de dominee Zette werd ver teld. Namelijk over het ster- De bekende schilder en beeld houwer Gerhardus Adema maakte dit embleem voor De Poelier. dertig procent. Iedere dag rijdt er nu een spe ciaal gekoelde bus van De Poelier een bepaalde route door de provincie om producten naar de klant te brengen. En ook dat is iets, waar die oude heren De Jong vreemd van zouden opkijken, wanneer ze het nog eens konden horen. Maar ja, zo gaat het natuurlijk in elke branche: er zijn altijd nieuwe ontwikkelingen, dus ook in het poeliersbedrijf. ke stukje, dat hij bij bezoek aan parochianen niet schroomde om letterlijk alles wat op tafel stond op te eten. In het Limburgse boek werd die eigenschap aan een zekere meneer pastoor toegedicht... Red. 't KI. Kr. HET EIERBOERTJE Het mannetje op de foto van de heer Fenno Schoustra in het maartnummer is inderdaad het door mij bedoelde eierboertje over wie ik de vorige maand schreef. Ik kende hem als een altijd vriendelijk en goedlachs iemand. Helemaal geen type om z'n medemens te beduivelen. Toen de jongeman meende lol lig te doen, door het kleine ei erboertje zo'n beetje voor gek te zetten, rees vermoedelijk de gedachte bij het boertje op om die jongen te pakken te nemen. Het resultaat weten we: de knaap ging met een doos met haantjes in plaats van henne tjes naar huis. Omdat er meer mensen een cursus bleken te volgen in Leeuwarden huurden we later een auto, waardoor ik het eier boertje, die altijd met de bus reisde, nooit meer heb kunnen vragen hoe uiteindelijk de reak- tie van de kip-hanenkoper is geweest. Soest G. Taekema Een foto van lang geleden: de koeling van De Poelier staat vol met dozen wild, die verzonden moeten worden naar alle windstre ken.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1993 | | pagina 6