BUFROUW BOTSJE EN
DE MELKKAN VAN
SNUGGERESEUNJAN
MEISJESVERENIGING TRYFENA
'T KLEINE KRANTSJE
I
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 9
De "negotieman"
"Jentsje Tit", die elk
ogenblik op alle mogelij
ke plaatsen in de stad
Z'n centen zat te tellen,
spaarde stuivers voor
zijn begrafenis. Dat al
thans werd er in het
oude Leeuwarden ge
zegd, wanneer deze cu
rieuze Ane van der Meu
ten ter sprake kwam.
Eens heeft hij een grote
hoeveelheid stuivers
verspeeld. Werd hij be
stolen door de beruchte
Slanke Willem. Maar die
liep al gauw tegen de
lamp: hij betaalde zijn
slokjes in het proeflo-
kaaltje van "Pofjenait" in
de Vijzelstraat met louter
stuivers en toen de poli
tie dit hoorde, loste zij.
de diefstal heel snel op.
De vroeg gestorven toneelspeler en acteur Hans Kaart
(1920-1963) was een aartsgrappenmaker, die er veel ple
zier in had anderen bij de neus te nemen. Eens inviteerde
hij zijn beste vriend Henk van Buren, ook een acteur, naar
Covent Garden in Londen te komen om daar een optreden
van Hans Kaart bij te wonen. Toen Henk van Buren met de
trein in het Victoriastation aankwam, wachtte hem daar een
grote surprise: hij werd er bij wijze van welkom toegezon
gen door het koor van Covent Garden. Dat verraste met
een Nederlandse tekst op de melodie vanhet bekende "Va
der Jacob", die Hans Kaart de zangers had geleerd. Wat ze
precies zongen begrepen ze zelf niet, die Engelsen, maar
de verbijsterde Van Buren begreep het meteen. Want wat
er op dat station zeer luid en eenstemmig opklonk was dit:
"Henk van Bü-ren, Henk van Bü-ren, boere-lül, boere-lüi!"
bruiken, kon ze die niet vinden.
"Wer hest die melk laten?"
vroeg ze aan Jan.
"Staat oppe grond inne kast" i
zei Jan.
En toen begon Büfrouw
Botsje op een ongehoorde ma
nier uit te varen tegen Jan. En
een moment later stoof ze met
een brimstig gezicht met die
pot naar de overburen: "Nou
mut je es begriepe, büfrouw,
nou het die groate soeg van
een jonge de melk in mien
piespot nomen
De buurvrouw moest daarop zo
onbedaarlijk lachen, dat ze
moeite had het droog te hou
den.
"Nou" zei ze eindelijk, "de pot
was toch seker wel skoan?"
"Ja, dat wel" gaf Büfrouw Bots
je toe, mar ik lus het nou toch
niet meer. Wille jou het hewwe
miskien?"
"Nou nee," antwoordde de
buurvrouw, "wij binne niet suk-
ke melkmeensen
Daar had Büfrouw Botsje toch
wel begrip voor, "maar" zei ze,
"ik fien het toch begroatelijk om
die kostelijke melk mar gewoan
fut te smieten."
En terwijl ze met een gezicht
vol grimassen naar de inhoud
van de pot keek verdween ze
in haar huisje, nog foeterend
op haar zoon: "hoe kan een
volwassen meens nou su stom
weze
Het zal zeker al een zeventig
jaar geleden zijn, dat er in de
buurt van de Houtstraten een
vrouw woonde, die door haar
omgeving Büfrouw Botsje werd
genoemd. Een dikke matrone,
die altijd veel te vertellen had
en die graag met buurvrouwen
stond te klassineren, de han
den gevouwen onder de schort.
Büfrouw Botsje had twee
zoons, een Jan en een Piet.
Jan kwam op de grote vaart te
recht en het kon gebeuren, dat
hij jaren weg was, voor hij weer
eens voor een korte vakantie
terugkeerde naar huis.
En Piet vertrok naar Amerika
om daarna lange tijd niets meer
van zich te laten horen. Maar
eindelijk kwam er dan toch een
brief met een fotootje, waaruit
bleek, dat hij cowboy was ge
worden: hij stond uitermate
stoer op de kiek met een grote
hoed op, een geruit "bes-
groentsje" aan en op iedere
heup een pistool.
Eens gebeurde het, dat de
oudste zoon Jan weer met ver
lof thuis was, toen, 's morgens
vroeg, Sake Lanting, de melk
boer, kwam. Büfrouw Botsje lag
op dat moment nog in de bed
stee en Jan vroeg haar of er
ook melk moest komen.
"Ja" zei Büfrouw Botsje, "nim
mar twee mingel, d'er staat wel
sun dinkje inne gangkast".
Dus liep Jan naar de kast in de
gang, waar hij, na nogal wat
zoeken, een groene geglazuur
de pot met twee oren vond.
Sake vulde de pot met de ge
vraagde twee mingel en Jan
betaalde en zette de pot met
melk weer in de kast.
Maar toen Büfrouw Botsje een
poos later de melk moest ge-
Hij had, in de twintiger jaren, in Sneek een zaak in brillen,
die meneer Dirk Hofstede, en er werd van hem gezegd dat
hij nogal preuts was. Nou ja, nogal, zeg maar verschrikkelijk
preuts. Want wat deed deze Dirk Hofstede, wanneer hij
voor familiebezoek naar Leeuwarden kwam? Dan maakte
hij, komend vanaf het station, altijd en altijd weer, een hele
omweg om bij het huis van zijn familie te komen. Waarom?
Omdat hij het vertikte over de Wirdumerdijk langs de blote
Mercurius te lopen.
Een onzer abonnees stuurde ons deze foto van de Gereformeerde Meisjesvereniging Tryfena. De opname is
in 1932 gemaakt. Helemaal vooraan Anna van der Kamp, Grietje Klunder en Annie van der Veen. Zittend:
Annie Adema, Tedje Boetje, Jet Hiemstra, Alie Sikma en letje van der Woude. Verder staand: De Jong,
Jannie Visser, Marty Wall ast, Froukje v.d. Mei, Toos Bulthuis, Trijntje Veenstra, Hendrikje Hemrica, Treintje
v.d. Meiden, Tine Bergstra, Haakje van Houten, lemkje Risselada, Trijn Wolfart, Riek v.d. Weide, Janke
Busman, lefke Hoving, De Jong, Anna Meier, Baukje Bakker en Feikje Kuipers. Tenslotte naast het schild Jo
Muideren GrietKuperus.
Het oude Leeuwarden, dat verdween.Het vroegere café van De Jong aan het Zuider
plein. Hier zou later de vermaarde dancing van Sipke Castelein ontstaan.