HARDNEKKIGE GERUCHTEN llilililllllllllllllllllllllllllillllllllllllilililllllllllllllllllllllllllllllllll pagina 6 "Levensgevaarlijke vijver door draaikolken" leiding Maatschappij werd op gericht en er een aanzienlijke verbetering in de drinkwater voorziening ontstond. De beide vijvers in de stad, die bij de Ooster- en bij de Wester singel dus, raakten toen hun functie als drinkwatervijver kwijt. Hoewel het gemeentebestuur niet zo ver ging om de vijvers nu maar weer dicht te smijten, had het intussen wel het jam merlijke besluit genomen om een deel van het prachtige en intussen tot volle wasdom ge komen park rond de Oostervij ver op te offeren ten behoeve "En nou denkst er om hoor, beslist niet bij de viever komme, da's levensgevaarluk, dat weest wel, der sitte draaikolken in!" Hoe vaak zouden bezorgde moeders uit de omgeving van de vijver bij de Oostersingel die waarschuwing hebben meegegeven aan hun kinderen in de dertiger jaren en misschien ook al daarvoor en wellicht nog daarna? De "zoetwatervijver", die hier nog altijd aanwezig is, gold algemeen als een voor de jeugd gevaarvolle plek en het was maar het beste om er uit de buurt te blijven. Het is op een dag in 1925 geweest, dat er grote consterna tie ontstond achter de Prinsentuin. Plotseling hoorde men daar een plons in het water, onmiddellijk gevolgd door de benauwde kreet: "Help, ik verdrink!" Van alle kanten kwamen er passanten aansnellen om, waar mogelijk, hulp te bieden. Ook de brugwachter van de Vrou- wenpoortsbrug kwam er al heel gauw aan, voorzien van een vaarboom, waarmee hij naarstig begon te dreggen op de plaats, die sommige toeschouwers aanwezen als de plek, waar de drenkeling onder water was verdwenen. Aller ontsteltenis was groot, tot er, op hun dooie akkertje, een paar mensen kwamen aanlopen, die nuchter meedeel den, dat kwajongens een grap hadden uitgehaald. Zij had den een dikke steen in het water gesmeten, waarop een van de deugnieten om hulp was gaan roepen van een nieuw te bouwen lage re school. In het fraaie park en wel aan de kant van de Ooster singel, bouwde de stad de ge meenteschool nummer 11, die twintig jaar later door een forse uitbreiding nog eens een groot deel van het al zo verminkte park opslokte. En in de dertiger jaren ging men er ook nog maar toe over om de laatst overgebleven kunstmatige hoogte aan de kant van de Bieekiaan met de grond gelijk te maken. Zo rest er nu dus nog maar weinig van het schitterende park, zoals ar chitect Roodbaard dat in de vo rige eeuw ontwierp. Alleen de waterpartijen bleven bewaard en dat water nu zou, zoals we net al hebben gezien, in de loop van de jaren heel wat gemoederen in beweging brengen. Was het nu werkelijk zo ge vaarlijk, zoals altijd werd ge zegd? Wel, de oorsprong van alle angst en boze geruchten moeten we zoeken in de aan wezigheid in de vijver van een zogenaamde overloop. De ge graven waterkom mocht natuur lijk niet rechtstreeks verbinding hebben met het gore en niet te drinken water van de stads gracht, maar bij zware regenval kwam het waterpeil in de vijver zo hoog, dat er beslist wel wa ter vanuit de vijver naar de stadsgracht moest worden af gevoerd. Dat gebeurde dan door een buis en het laat zich denken, dat er grote beroering in het water kon ontstaan bij de buisopening. Die beweging in het water moeten onze brave ouders en voorouders voor de gevaarlijke draaikolken hebben aangezien. Hoewel we er niet van op de hoogte zijn, is het mogelijk dat er wel eens een kind in de Oostervijver verdronk, maar zo'n drama zal wel niets te ma ken hebben gehad met die (tij delijke) beroering van het wa ter. DOOR HET IJS En zeker weten we, dat er kin deren in de winter in de vijver zijn verdronken. Maar die onge- lukkigen zakten door het ijs en die tragedie kon dus al hele maal niet met eventuele draai kolken in verband worden ge bracht. Maar waarschijnlijk hebben ze de angstgevoelens van de mensen toch wel versterkt. Vandaar dus die altijd en altijd herhaalde waarschuwing: "Kom niet bij die viever, blief er uut de buurt!" Spelende kinderen, die hier te' water raakten, liepen een grote kans om er te verdrinken: de verraderlijke draaikolken zogen de slachtoffers met grote kracht de diepte in, waarbij niemand kans zag zich aan de enorme zuigkracht te ontworstelen. Dat althans werd er altijd van het mysterieuze vijverwater ge zegd en best mogelijk is het, dat deze waarschuwing van ge neratie op generatie werd door verteld. VERDRONKEN? Maar wat was er nou eigenlijk waar van het altijd loerende ge vaar? Zaten er werkelijk draai kolken in het water van de vij ver? En zijn er inderdaad wel mensen in terecht gekomen en jammerlijk verdronken? Laten we ons, voor we aan het beantwoorden van deze vragen toekomen, even verdiepen in de geschiedenis van die vreemde waterkom achter de rug van de Oostersingel en de Bieekiaan. Die vijver is er niet altijd geweest, maar werd in het jaar 1826 als zoetwatervij ver gegraven om de Leeuwar ders van drinkwater te voor zien. Daarbij volstond het stadsbe stuur niet met het eenvoudig la ten graven van een vierkant gat in de grond. Nee, het gaf nie mand minder dan de later zo befaamd geworden architect L. P. Roodbaard de opdracht om een fraaie parkaanleg en een speelse vijfer te creëren. Roodbaard, die onder andere ook bekend geworden is door het aanleggen van de Algeme ne Begraafplaats aan de Span jaardslaan en door het verfraai Lange tijd heeft de hoge bult nog bestaan, die indertijd ontstond bij het graven van de vijver. De daken van de huizen aan de Bieekiaan zien er net overheen. (Foto cotiecse t Kiein« Kramsje/Fenno schoustra) De vroegere zoetwatervijver achter de voormalige gemeente school aan de Oostersingel: geen draaikolken meer, maar een klaterende waterval. (Foto Fenno Schoustra) en van de oude Prinsentuin, ontwierp een prachtig plan, waarin een vijver met ronde vormen een plaats kreeg in een omgeving, die later zou kunnen dienen als een wandelpark voor de stad. Met grond, die door het graven van de vijver vrijkwam, werden hoogten opgeworpen, die men daarna met bomen en struiken beplantte. - Tientallen jaren zouden de Leeuwarders dus uit deze spe ciale zoetwatervijver hun drink water putten, maar door het ge staag uitbreiden van de bevolking kon de vijver aan de Oostersingel niet aan alle be hoeften voldoen. Daarom be sloot men in 1874 nog een tweede zoetwatervijver aan te leggen en deze ontstond onder architectuur van G. L. Vlas kamp achter de Westersingel - het werd de vijver, die we nu nog kennen in het Wester- of Vossenpark. Helaas bleek deze verdubbe ling van de capaciteit in droge zomers nog niet voldoende en toen kon het gebeuren, dat er handige lieden met tonnen de provincie introkken om 's mor gens vroeg water op te halen, dat daarna met de kreten "Haal-ie-wat, haal-ie-wat, haal- ie-water!" in de Leeuwarder straten werd uitgevent. ERG PRIMITIEF Aan al deze, in onze ogen wel heel erg primitieve watertoe standen kwam een eind, toen in 1887 de Leeuwarder Water

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1993 | | pagina 6