DE VERDWENEN STAD
MENEER V.D. WAR
WEER IN DE WAR
Uit grootmoeders ansichtenalbum
'T KLEINE KRANTSJE
HONDERD JAAR GELEDEN
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 11
Mensen, nog aan toe, dat is toch wel wat geweest, nu op
de kop af honderd jaar geleden in het anders nog zo rustige
en vreedzame Leeuwarden met die meneer Van der W., die
we voor het gemak in dit verhaal maar even Van der War
zullen noemen. Hij zorgde in een paar weken tijd voor een
aantal incidenten in de stad, waarover verbaasd en geër
gerd werd gesproken. Sommige stadgenoten lachten er om,
anderen vonden zijn houding beangstigend, weer anderen
hadden medelijden met de heer Van der War. In ieder geval
bracht zijn optreden op straat heel wat tongen in beweging:
er was werkelijk niemand, die er geen mening over had.
War in het zicht kwam. En nu,
zonder dat meneer De Vries
ook maar één onvertogen
woord zei, dreigde Van der
War, duidelijk opnieuw in de
war, deze stadgenoot aan te
pakken, terwijl hij hem zelfs de
gruwelijke belofte deed "ik zal
je vermoorden!"
Nu maakte deze De Vries, dat
hij weg kwam om op staande
voet bij het politiebureau aan
het Hofplein zijn beklag te
doen. Daar kreeg hij te horen,
dat de heer Van der War al
eens in een krankzinnigenge
sticht was verpleegd, maar dat
hij zich daarna geruime tijd, al
thans in het openbaar, ordente
lijk had gedragen.
Maar opnieuw was nu de aan
dacht van de politieagenten op
hem gevestigd en er zou on
derzocht^ worden of er wellicht
termen aanwezig waren de pa
tiënt wederom in een gesticht
op te nemen.
Voor het zo ver kwam, was er
AL TE GEK
Nóg bleef de verwarde Van der
War op vrije voeten in Leeu
warden rondlopen, tot hij, vier
dagen na het incident op het
Schavernek, uitgerekend een
dienstbode van de Burgemees
ter als slachtoffer van zijn
agressie koos! Het lieve kind
liep in de Nieuwesteeg, toen ze
volkomen onverwacht door Van
der War met een paraplu op de
arm werd geslagen, waarbij de
patiënt ook weer allemaal war
taal naar voren bracht.
Daar het inroepen van hulp van
dokter Middelburg helemaal
niets had geholpen, ging er nu
een schriftelijk rapport naar de
geneesheer Woltring, die stellig
tot een hernieuwde opname in
een krankzinnigengesticht advi
seerde. Het aanvallen van een
dienstbode van de Burgemees
ter was natuurlijk ook helemaal
te gek om los te lopen. Stel je
toch voor.
Van dat moment af kwamen er
geen klachten meer over de
heer Van der War binnen op
het politiebureau. De stad kon
haar gezapige rust hernemen
Het oude Leeuwarden, dat verdween ...De vroegere Vrouwenpoortsbrug met op de achter
grondde molen Het Lam, die gestaan heeft aan het begin van de Molenstraat.
waarempel alweer een andere
Voorstreek-bewoner, die de
langzamerhand bekende Van
der War dreigend op zich af
zag komen. Een zekere me
neer Swart liep doodgemoede
reerd over de Brol, toen Van
der War hem wou aangrijpen
en nadat de politiedienaar Van
der Noord dit nieuwe incident
bij zijn superieuren had gerap
porteerd, viel het besluit dr.
Middelburg te waarschuwen.
Die zou misschien een verkla
ring van krankzinnigheid kun
nen geven.
Maar dat vond dokter Middel
burg blijkbaar niet nodig, want
veertien dagen later kon Van
der War alweer in actie komen,
zonder overigens iemand naar
het leven te staan. Nu volstond
hij ermee geruime tijd op en
neer te lopen voor het hotel
van de Weduwe Levedag aan
het Schavernek, waarbij hij al
lerlei wartaal uitte, na notabene
eerst al een officier te hebben
uitgescholden. De politiedie
naar Hasz aarzelde nu niet om
Van der War op te brengen
naar het bureau.
De weduwe C. F. Schwaner van de Nieuwestad heeft deze prentbriefkaart uit Grootmoeders Ansichtenalbum al heel lang
geleden uitgegeven, want de oude badinrichting en de molen Het Lam staan er beide nog in volle glorie op. Dat zwembad,
door de olijke Leeuwarders De Inktpot genoemd, verdween al in 1912 - de molen is in 1919 gesloopt. Vóór dat jaar is dus
de foto voor deze kaart gemaakt en toen was de herberg De Groene Weide, die ive links voor de molen zien, nog geen
Elfstedenhoofdkwartier, zoals in veel later jaren. Voor wie het nu nog niet duidelijk is: de fotograaf heeft, dicht bij de
Spanjaardslaan, op de Noordersingel gestaan om dit plaatje te kunnen maken.
Om te beginnen ontmoette Van
der War op een goeie dag in
maart op de Groningerstraat
weg de directeur van de Leeu
warder Courant, de heer
Sprenger, een bekende en
vooraanstaande stadgenoot,
die net als hij zelf aan de Voor
streek woonde.
En wat deed Van der War, zon
der dat er ook maar enige aan
leiding toe was? Hij begon die
meneer Sprenger zomaar uit te
schelden voor alles wat lelijk
was!
IN WIEK GESCHOTEN
Danig in z'n wiek geschoten
riep de heer Sprenger de eer
ste de beste politiedienaar aan,
de agent Ras, en toen Van der
War, die nog altijd in de buurt
was, dat zag, ging hij er als
een haas vandoor: hij sloeg op
de vlucht zo snel hij kon.
Maar het was maar goed, dat
politiedienaar Ras de vluchte
ling herkende, zodat hij de da
nig geschrokken heer Sprenger
enigszins gerust kon stellen.
"Ach," zei Ras, "die man lijdt
aan verstandsverbijstering en
hij heeft waarschijnlijk zonder
oordeel des onderscheids ge
handeld."
"Ja, ja, alles goed en wel,"
moet meneer Sprenger toen
hebben gezegd, maar ik sta er
toch op, dat u dit alles rappor
teert." Hetgeen dus geschied
de.
Nog veel minder leuk was het,
wat er een paar dagen later
plaats vond. Toen stond de
manufacturier Jonas de Vries
niets vermoedend op de stoep
voor zijn winkel aan de Voor
streek, terwijl diezelfde Van der