HEIMWEE NAAR
VROEGER BIJ DE
OOSTERSINGEL
Uit grootmoeders ansichtenalbum
pagina 11
Bij het zien van een foto van het oude pakhuis Petersburg,
onlangs in 't Kleine Krantsje, kreeg ik heimwee naar vroe
ger, ondanks het feit, dat het crisistijd was, toen ik in deze
omgeving woonde. Wat ik op de foto zag was nog een van
de weinige hoekjes van ons oude Leeuwarden, dat gelukkig
nog gespaard gebleven is; er is hier maar heel weinig
veranderd, zowel aan deze kant van het Noordvliet, als aan
het eerste stuk van de Oostersingel.
De bekende familie Van Dellen voor haar winkel aan de Oostersingel. "Wat hebben we die oude man
wat gepest met z'n kletskopkes en een mutske erop. (Foto: Collectie 't Kleine Krantsje/Fenno Schoustra)
Vroeger was dit een zeer be
drijvige hoek met onder andere
Koopmans Meelfabriek en de
Graanfactorij van Huisenga, die
aan het Zuidvliet allemaal pak
huizen had, maar ook in dat
net genoemde pakhuis Peters
burg zat.
Hier kwamen de meelboten
nog door de klapbrug en het
was dan voor de schippers een
hele toer om de bocht te ne
men. Meer dan eens is het ook
gebeurd, dat schepen in de
nauwe doorgang kwamen vast
te zitten, wat dan voor ons, jon
gens, een hele attractie bete
kende.
Aan het Noordvliet kreeg je
vroeger eerst het brugwach
tershuisje met de brugwachter
Split, dan de sigaren- en ta
bakswinkel van de familie Luin-
stra. De vrouw deed de winkel
en haar man had een andere
baan.
Er naast was een woonhuis en
dan kreeg je de winkel van de
Firma Dijkstra, die zowel bed
den en dekens als ook kleding
verkocht. Daarna kwam de
Baptisten Gemeente en daar
naast de galanteriewinkel van
Hakse, het ouderlijk huis van
de bekende kunstschilder Jerre
Hakse. Momenteel is hier een
bar gevestigd, Incognito.
Tussen Hakse en de panden
van Koopmans Meelfabriek zat
nog een woonhuis, waarvan
verder weinig te vertellen valt.
Vanaf de hoek van het Vliet
kreeg men aan de Oostersingel
richting Bleeklaan'dus eerst het
brugwachtershuis en dan het
pakhuis Petersburg. Daarnaast
had men de winkel van de Fir
ma Steenstra. Deze firma had
ook nog een groothandel - de
naam van de meesterknecht -
Frankena - herinner ik me nog.
Het pakhuis van deze zaak lag
twee panden verder.
Dan was er de winkel van Ka-
rel de Vries in scheepsbeno-
digdheden. Ook kon je daar
klompen kopen en wie dat
deed kreeg altijd een stuk zoet
hout. Geen wonder dan ook,
dat je daar nooit alleen heen
ging, maar altijd een vriendje
meenam.
Op de hoek van de Oostersin
gel en het Hoogpad nu de M.
H. Trompstraat, was de winkel
van Van Dellen met zijn doch
ter Hinke. Hij had nu niet be
paald het allerbeste fruit in de
handel.
Van Dellen zelf stond met een
kar met fruit, chocola en pin
da's bij het station, maar ze
hadden in de winkel ook snoep
voor een cent, ja, zelfs ook
voor een halve cent, een nuts-
ke.
Als je dan met z'n tweeën een
halve stuiver had, dan was het
"Elk voor een cent en een
nutske terug!" Wanneer de
oude baas zelf thuis was, hielp
hij ook in de winkel en och, wat
hebben we hem wat gepest.
Ze hadden daar toen verschil
lende soorten blokjes, kalkblok-
jes, die zijn er nu ook nog wel,
en cocosblokjes en kleine witte
blokjes met noten. Die noemde
men kletskopjes. Dan vroegen
we Van Dellen of hij ook klets
koppen had. "Jawel" zei de
brave man en dan kwam hij er
mee te voorschijn. Was het zo
ver, dan zeiden we: "je mutte
se wel even een mutske opset-
te.en dan wij natuurlijk als
de weerga de winkel uit.
Boven Van Dellen woonde de
familie Kloosterman met twee
jongens en een man, die bij de
Stanfries werkte. Deze mensen
hadden een trekbel en die zul
len ze vaak verwenst hebben,
daar bijna iedere jongen en ie
der meisje, komend om de
hoek, even aan die bel placht
te trekken. De arme Klooster
mannen trokken dan de deur
open, maar zagen vanzelfspre
kend niemand staan en dan
moesten ze maar weer naar
beneden lopen om die deur te
sluiten.
Op de andere hoek van de
straat was de kruidenierswinkel
van K. Breeuwsma, die eerst
aan de Voorstreek had ge
woond. Hij dreef zijn handel on
der de naam De Kampioen,
"de qoedkoopste winkel van de
stad".
Verder kreeg je nog een streek
huizen, maar het tegenwoordi
ge café Lampie, kan ik me niet
van vroeger herinneren. De
heer Lambrechts woonde toen
nog met zijn ouders aan het
Noordvliet op de hoek van de
Weerklanksteeg.
Verder aan de Oostersingel
kreeg je het Graanpakhuis van
Algra, waar een meneer Ro
denhuis de meesterknecht was.
Die woonde in de Weerklank
en hij is naar mijn weten in
dienst gebleven tot het pakhuis
werd gesloten.
Ook was er nog de garage van
Jelle Vening, die later naar de
Bleeklaan verhuisde, vlak bij
het hotel De Bleek. En daar
naast was de gardenierstuin
van Jongsma, die voor ons al
tijd eerste soort appels had.
Maar die moesten we dan wel
zelf plukken, zonder dat hij het
zag. Hofkezingen noemde men
dat, maar zingen was er vaak
niet bij, omdat Jongsma dikwijls
eerder bij de bomen was dan
wij.
Als men nu nog op de Ooster
singel bij het vroegere graan
pakhuis van Algra staat, waar
tegenwoordig een reclamebu
reau in zit, ziet men daar nog
(Vervolg op pag. 13)
Is dit niet een prachtige prentbriefkaart van het oude, nog gemoedelijke Leeuwarden, die we aantroffen in Grootmoeders
Ansichtenalbum? We zien hier een stuk van de Voorstreek tussen de Sacramentsstraat en de Wortelhaven met onder
andere de zeer bekende "Goedkoope Winkel" van Wijbenga. Dat was een soort Winkel van Sinkel in het klein - ook hier
was letterlijk van alles te koop. Naast de Goedkoope Winkel een "Magazijn" met waarschijnlijk de naam De Zwaan. Zelfs
met het gebruik van een loupe was die naam niet duidelijk te onderscheiden. Wie deze kaart heeft uitgegeven weten we
niet; dat staat er niet op. Maar wie ze verzond weten we wel. Dat was een zekere Annie en zij stuurde de kaart naar haar
nichtje Jet in Amsterdam.