'TKLEIHE KEAHTSJE LEEUWARDER OP JACHT NAAR SMOKKELAUTO MET LEEUWARDER BOTER HEIMWEE NAAR VROEGER pagina 13 N VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Laatst was ik weer eens in Zeeuws-Vlaanderen. Een land streek waar maar weinig Frie zen goed bekend zijn. Dat ik "weer" in Zeeuws-Vlaanderen was houdt in, dat ik er wel eens eerder ben geweest. Dat klopt, want ik was daar in de jaren 50 werkzaam als douane-ambte naar. In 't Kleine Krantsje deed ik al eens het verhaal over smokkel van Fries stamboek vee vanuit Leeuwarden. Maar het bleef niet bij koeien. Een koe pleegt men te melken en van die melk wordt o.a. boter gemaakt. En die boter wordt voor een groot deel geëxporteerd. Niet altijd legaal overigens. Dat ont dekten wij in Zeeuws-Vlaande ren, toen we tijdens surveillan ce langs de grens plotseling een enorme personenauto met een grote vaart langs een ver bindingsweggetje de grens za gen passeren. Het was een zwarte zespersoons wagen van Amerikaanse makelij. En zoiets vraagt om een onderzoek. Al gauw stond het voor ons vast dat er boter werd gesmokkeld. UIT LEEUWARDEN Onze recherche ontdekte dat die boter rechtstreeks uit Leeu warden kwam. Laten we maar zeggen van een bekende boter en kaasfabriek aldaar. En, als oud-Leeuwarder kwam ik in aanmerking om het vervoer te schaduwen. We moesten aan de weet komen waar de boter werd overgeladen. Dat gelukte ons niet. Teveel boter- transporten verlaten de stad en verdwijnen in alle richtingen. Dus besloot onze dienstgelei- der om te gaan observeren. Voor douanemensen betekent dat urenlang verscholen zitten in kleine stinkende schuurtjes of in bosjes, maisvelden of koeiestallen. Maar ook moest er opvallend dienstgedaan wor den. De handlangers van de smokkelbende moesten we proberen te ontdekken en hun gedrag nauwkeurig bestuderen als ze onze demonstratief dienstdoende collega's in het oog kregen. Zo kregen we na enige dagen in de gaten welke grensbewoners "uitkijkers" wa ren. Als de smokkelauto in aan tocht was, waren er van allerlei activiteiten waar te nemen. Dat was leuk om te zien. We zagen de zoon van de slager op een oude fiets aankomen peddelen en opeens afstappen om langs de berm gras voor de konijnen te gaan snijden. En een beken de Belg, al jaren een "dopper" (werkloze) stapte verderop opeens van z'n "velo" vanwege een lekke band. Fiets op z'n kop en plakken maar, precies in het gebied waar de smokkel auto werd verwacht. Een kwar tier later zagen we die Ameri kaanse slee aankomen. Doodleuk tussen het gewone verkeer reed de smokkelauto langs de hoofdweg, parallel met de grens. Hij hoefde alleen maar even een zijweggetje in te slaan en dan was hij na een halve kilometer in België! Zag de chauffeur de bandenplakker bezig met het voorwiel van de fiets en deed de grassnijder z'n pet af, dan reed de boterwagen door. Onveilig, betekenden die handelingen. Zolang één of twee douaniers langs de Pro vinciale weg liepen of fietsten was de kust veilig, bleef de pet op en was de achterband van de "dopper" lek. Na vele malen dit gedoe te hebben waargeno men vanuit onze schuilplaat sen, werd er een plan ontwor pen om de smokkelauto te pakken. Niet eenvoudig, want tussen Breskens en Terneuzen is druk verkeer. En daar specu leerden de smokkelaars op. Ze gingen er van uit dat de doua ne onmogelijk hun auto durfde aanhouden op zo'n drukke weg. Dus mengden ze zich brutaalweg tussen het verkeer, wachtend op een teken dat ze ergens een zijweggetje konden inslaan. PROBLEEM Het probleem voor ons was: hoe komen we ongezien met een man of zes in de buurt van het meestgebruikte zijweggetje en hoe halen we die smokkel auto zonder al te veel risico voor de overige automobilisten tussen de verkeersstroom uit? Na lang wikken en wegen werd besloten om als volgt te hande len: zes douaniers zouden in burger op verschillende tijden in de schuur van een boerderij die vlak langs de Provinciale weg lag, samenkomen. Daar zouden ze zich verkleden in uniform. Ze zouden stalen ban denvernielers meenemen. Dat zijn stalen buizen met daarom heen driehoekige messen die vlijmscherpe punten hebben. Aan elkaar gehaakt, kunnen ze heel snel over een weg getrok ken worden. Autobanden gaan dan onherroepelijk aan flarden als men er over rijdt. De zes douaniers zouden zich in de boerenschuur schuil houden (met toestemming van de boer) terwijl intussen één collega in uniform opvallend zou rondhan gen langs de Provinciale weg. SCHIETEN... Als de smokkelauto in aantocht was, zou hij net doen alsof hij niets zag, maar zodra die smokkelwagen hem voorbij was gereden, zou hij driemaal in de lucht schieten. En dan maar hopen dat de collega's in de schuur dat konden horen. Die moesten dan als de weerlicht links en rechts het verkeer staande houden en de messen- keten over de weg trekken vlak achter de auto die net vóór de smokkelauto reed. Een uiterst gewaagde operatie! Prompt de eerste de beste dag was het raak! De zes douaniers zaten lekker te kaarten in de schuur, de collega in uniform kuierde met z'n fiets aan de hand langs de grote weg op het fietspad, zag dat de beide uitkijkers op hun post waren en ontdekte bovendien in de verte de lange zwarte personenwa gen. Een spannend moment voor hem. Tot zijn vreugde re den er maar een paar auto's vóór de smokkelauto. Opzette lijk keek hij bij het passeren van de auto een andere kant uit. Maar dan greep hij z'n pi stool en schoot driemaal in de lucht, gelijkertijd de achteropko mende auto's aanhoudend. De chauffeur van de smokkel auto moet behoorlijk geschrok ken zijn, maar de overige auto mobilisten niet minder! Opeens zag men een groep douaniers de weg oprennen, stalen mes sen achter zich aan slepend en stoptekens gevend. Gierende remmen en getoeter. Toch hield de smokkelchauffeur het hoofd koel. Doodleuk stopte hij op de naast de weg gelegen parkeerplaats, stapte uit en rende over het omgeploegde land richting België. Een moei lijke tocht, want het had gevro ren die nacht, maar nu was de dooi ingevallen. Lopen over zo'n land is moordend. Maar achtervolgen had geen zin. De buit was binnen! De Ameri kaanse slee (een Lincoln) zat van voor tot achter tjokvol "echte boter". De achterbank was eruit gesloopt. De zijportie ren vóór waren voorzien van stalen platen. Op de lading lag wat vlas als camouflage. Ook lag er naast de chauffeurszit ting een masker. En, tot onze verbazing stak het sleuteltje nog in het kontakt. Even was er een verkeersopstopping. Opge wonden automobilisten, ver baasde omwonenden, die het naadje van de kous wilden we ten en de smokkelauto bekij ken. Zo'n volgeladen Lincoln met allemaal fraaie kartonne tjes boter zie je niet elke dag van de weg halen. Maar al gauw keerde de rust weer. EVEN WENNEN We kregen opdracht de auto naar Terneuzen te brengen, maar er was niemand die een rijbewijs had (toen was een auto nog luxe voor een arme douaneman). De enige die zo'n papiertje had was ondergete kende, zodat ik de zwaarbela den wagen naar de Inspectie moest rijden in Terneuzen. Dat was wel even zoeken en wen nen! Het was een "automaat" en daar had ik nog nooit in ge reden. Na wat heen en weer duwen van de "pook" kreeg ik de wagen aan het rijden. Het stuurde zwaar met al die boter, maar toch werd het min of meer een triompftocht. We moesten ook nog even langs de woning van de hoofdinspec teur. Wat bekijks van z'n vrouw en kinderen, buren en passan ten opleverde. Maar voor ons nog geen pakje boter! Maar ja, zo gaat dat. Wie appelen vaart, wie appelen eet gaat ook niet De zwerfster "Ouwe Tietsje", eens een dege lijke boerenvrouw, op wie weinig aan te mer ken was, maar die na het vroege overlijden van haar man jammerlijk versukkelde, kwam van haar geboorteplaats Oosthem via Duitsland uiteindelijk in Leeuwar den terecht. Hier wist ie dereen, dat zij eens ste vige borrel dronk. Dat ze ook naar drank róók, merkte een arts aan de Willemskade, toen die 's morgens het portier van zijn auto opende. De je- neverwalm sloeg hem als een stormvlaag in het gezicht - op de ach terbank lag, heel com fortabel, Ouwe Tietsje en ze sliep als een roos. (Vervolg van pag. 11) een poortje. Dit was de Kapel steeg. Vooraan links was een logement gevestigd van Siebe de Wacht. Verder woonden daar de fami lies Scholten, Nijp, Bons, Mebi- us, Zondervan en nog vele an deren. Een paar jaar geleden vroeg iemand in 't Kleine Krantsje naar een man met een fluitje in de keel en hoe die wel heette. Dat was Hendrik Bons ("Piepke inne keel") en die heb ik zeer goed gekend, omdat hij in de Kapelsteeg woonde. Men kon het zo zien, daar hij het heel zichtbaar had zitten en zo de lucht moest inademen. Je hoor de dan een piepend geluid. In die jaren woonde er ook nog bij mijn weten een zekere Bak ker met een stijve voet en die zat nog wel eens in een ploeg losse werklieden; ze noemden hem De Prik. Tenslotte nog even terug naar het Hoogpad, dat nu dus M. H. Trompstraat heet. Aan de rech terkant was daar de zijingang van de Groothandel van Steen stra, daarnaast was een kaas opslag van Freia en daarnaast woonde de familie De Vries. Dat was de zoon van de eige naar van het orgel - jazeker, het orgel, waarbij de mensen op straat nog wel stonden te dansen in die tijd! Leeuwarden R. Poelstra altijd op. Bovendien kreeg onze dienstgeleider nog een standje omdat hij zonder ruggespraak met de Inspectie zomaar tot ac tie was overgegaan op zo'n drukke weg. Als troost mochten we de Lincoln een week lang gebruiken voor dienstdoelein den. De boter werd verkocht of tewel "geconfisceerd" zoals dat in belastingtermen heet. Zo werd voorkomen dat dit Friese zuivelproduct in Belgische ma gen terecht kwam. Overigens, er zullen heel wat kilo's onge merkt en ongezien de grens over zijn gegaan in de vijftiger jaren. Baarle Nassau M. W. Sytsema De smokkelaars vonden van alles uit om de boter in hun wagens te Verstoppen. (Foto Collectie'I Kleine Krantsje/FennoSchoustra)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1993 | | pagina 13