DANKZIJ MIERENPLAAG EEN NIEUW POSTKANTOOR 'T KLEINE KEANTSJE 'T KLEINE KEANTSJE Nj is zuinig OP uwogen WEET ALLES VAN BRILLEN EN CONTACTLENZEN Leeuwarden, Nieuwestad 55 Harlingen, Voorstraat 63. VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Dat was me, nu zo'n honderd jaar geleden, toch een toestand in dat oude postkan toor op de hoek van de Wortelhaven en de Eewal! Dat werd - in 1892 - geteisterd door een mierenplaag waarvan we ons nu nauwelijks meer een voorstelling kun nen maken. Honderden, duizenden, nee, tienduizenden mieren bezetten daar plot seling alle lokaliteiten. En wat men ook deed om die nijvere beestjes te verdrijven, het hielp allemaal niets. Tenslotte liep het er, nadat de plaag al jaren had geduurd, op uit, dat men besloot maar gewoon voor de mieren te wijken: er werd aan de Tweebaksmarkt een nieuw kantoor gebouwd, dat op de eerste december 1904 geopend werd. Toen konden de burelen van het postkantoor dus van de Wortelhaven naar de Twee baksmarkt verhuizen, maar ge zegd moet worden, dat het niet uitsluitend de mieren zijn ge weest, die voor het verplaatsen van het kantoor verantwoorde lijkwaren. Toevallig viel de plaag samen met een zo stormachtige groei van het post- en telegraafver- keer, dat het tegen de eeuw wisseling ook wel noodzakelijk werd naar een grotere behui zing om te zien. Maar. de legioenen miertjes hebben bij het nemen van het besluit tot verplaatsing toch wel een belangrijke rol gespeeld. Want onvoorstelbaar was de overlast, waarvoor de diertjes zorgden. Vooral de directeurswoning op de eerste en tweede verdie ping, waar natuurlijk altijd wel wat eetbaars te halen was, werd door de insecten bezocht - die marcheerden er bij dui zenden alle vertrekken binnen en bleven er ook, weken-, maanden-, ja jarenlang. Ook de benedenverdieping in de eigenlijke kantoorruimten kwamen de mieren bij duizen den voor én het postkantoor- personeel, dat eerst nog wel boterhammen in de laden van zijn bureaux bewaarde, kwam al gauw tot de ontdekking, dat dit eenvoudig ondoenlijk meer was: ieder sneetje brood, ieder stukje vlees werd binnen de kortste keren door duizenden diertjes bedekt. Alleen in de kelderverdieping kwamen de mieren niet en het was dan ook daar, dat men de etenswaren begon te bewaren en alleen hier was het mogelijk te vertoeven zonder door de kwelgeesten te worden ge plaagd. WREED Even wrede als domme pogin gen de mierenplaag te lijf te gaan hadden geen enkel suc ces. Stukjes been uit gebraad, dat men er neerlegde om de diertjes te lokken, werden bin nen de tijd van een kwartier door zwarte massa's mieren bedekt - in kokend water ge dompeld stierven de insecten dan een vreselijke dood. Maar wat gaf het verdelgen van hon derden of duizenden mieren, terwijl er tienduizenden of mis schien wel honderdduizenden waren? Het was een Dr. Ritzema Bos, die nog in dat jaar 1892 met betrekking tot deze mieren plaag het volgende rapporteer de: "Deze miertjes zijn zoo klein, dat zij door ieder denkbaar reetje of gaatje kunnen door kruipen. In gesloten kasten dringen zij binnen. Zelfs bege ven zij zich in oogenschijnlijk volkomen goed sluitende sui kerbussen; de kleine ruimte tusschen den rand van het dek sel en dien van de bus bleek voldoende te zijn om de nau welijks 11/2 mm lange diertjes door te laten. Men kon dan ook in de door mieren geplaagde woning de kleine kwelgeesten op de meest verschillende plaatsen te voorschijn zien ko men: tusschen lambrizeeringen of plinten en de aangrenzende muren, tusschen planken van den vloer, tusschen steenen en tegels, uit den gootsteen enzo voort. Rechtstreeksche schade, door vernieling van voorwerpen van waarde, bren gen deze kleine diertjes.niet te weeg; maar toch kunnen zij een huis volkomen onbewoon baar maken. Wanneer men geen brokje spijs in den mond kan steken of men moet eerst zien of er mieren op zitten - wanneer men geen schepje suiker in de thee kan doen, of Ut-/- Het oude postkantoor op de hoek van de Wortelhaven en de Eewal dat zo zwaar geteisterd werd door een mierenplaag. Albert Martin maakte deze tekening in 1884, toen men juist bezig was de gracht voor het postkantoor te dempen. (Reproductie Collectie 't Kleine Krantsje/Fenno Schoustra) men moet eerst de mieren er uit jagen - werkelijk dan wordt het genot van 't wonen in het prachtigste huis vergald. En wanneer dan de plaaggeesten ook uw lichaam beklauteren en U zelfs in het bed niet met rust laten, dan wordt het bijkans on mogelijk, in zoo'n huis te wo nen. Behalve dat de mieren, door over de huid heen en weer te loopen, eene onuit staanbare jeuk veroorzaken, kunnen zij ook pijn doen, want zij hebben een angel, waarme de zij zeer gevoelig steken." Tot zover deze Dr. Ritzema Bos, die op het moment, dat hij dit schreef dus nog niet ver moedde dat de mieren tenslotte de postkantoorhouder met z'n voltallige personeel uit het ge bouw zouden verdrijven. Hij was eigenlijk een Tilburger, maar hij verhuisde noodge dwongen naar Leeuwarden, na dat hij veroordeeld was voor moord: de zeven en twintig jaar oude ketelmaker Alphonsius van Gewert had zijn zwager van kant gemaakt. In onze Strafgevangenis ontpopte hij zich als een uiterst ontplofbare figuur, die het op een kwade dag in 1915 aan de stok kreeg met de directeur van de gevan genis. Hij werd op water en brood gezet, wat hem ook al niet zinde. Toen de volgende morgen de bewaarder Hendrik Brinkhof de deur van zijn cel opende( viel Van Gewert de ci pier onverhoeds aan met een groot schoenmakersmes. Brink hof werd zwaar gewond - op het nippertje konden de artsen zijn leven redden. Opnieuw voor de rechtbank vroeg de rechter Van Gewert: "Welk voornemen had je met het ple gen van je daad?" "Dat hoef ik jou niet te zeggen" antwoordde Alphonsius, "ik kom hier niet om alles te vertellen.En op de opmerking van de president: "Je bent een gevaarlijk mens, kijk mij eens aan" reageerde Van Gewert met: "Jij moet mij aankijken, ik heb jou vaker ge zien!" Hij werd nu veroordeeld tot tien jaar, maar zat die straf niet uit. Vijf jaar later, toen hij nog maar twee en dertig was, overleed hij in zijn cel. Ct>f> 1 en...uwgeld! pagina 3 voor Leeuwarden en de wijde wereld er om heen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciteits- kantoor Verschijnt omstreeks de twintigste van tedere maand. Administratie: Friesch Dagblad, Voltastraat 7a, Leeuwarden Abonnementenadministratie Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden, telefoon (058)- 987560. Abonnementsgelden: Post bank 2805901 Kopij voor 't Kleine Krantsje sturen naar: Vredeman de Vriesstraat 1. 8921 BP Leeuwarden. Voor eventueel overleg over de redactionele inhoud, tele foon (058)-120302. Abonnementsprijs: voor Nederland 29,- per jaar; voor het buitenland. 55,-per jaar. Losse nummers, per post bank besteld (2805901): 4,- voor 1 ex., 7.- voor 2 ex., 9,-voor3 ex. ■£r A Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje staat alleen open voor lezers, die zich door hun aanmelding ak koord verklaren met de hier navolgende 'leveringsvoor waarden': Het abonnementsgeld moet vooruit worden betaald. Op de 15e januari dient het abonnementsgeld voor het dan lopende jaar te zijn be taald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moe ten op de 15e december van het voorafgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving als abonnee aanmelden, wordt verzocht op het girostrookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen schriftelijk worden doorgegeven: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden Abonnementen, die niet vóór 1 december schriftelijk zijn opgezegd (postbus 858, 8901 BR Leeuwarden), wor den automatisch verlengd

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1993 | | pagina 3