EEN LEVENSMIDDELENZAAK
IN VOOROORLOGSE JAREN
VIJFCENTEN EEN POND ZOUT
IDIOTE JONGENS
pagina 8
Mijn ouders begonnen in 1922
een levensmiddelenzaak in de
pasgebouwde Tjerk Hiddes-
straat. Ze hadden het royale
hoekpand winkel gekocht
met een hypotheek. Zelf had
den ze geen geld, want vader
was al een tijd zo goed als
werkloos. Ze moesten hard
werken om o.a. aflossing en
rente bijelkaar te verdienen.
Vader noemde zichzelf geen
kruidenier, doch winkelier. Op
de grote winkelruit aan de Tjerk
Hiddeskant stond: "Chocolade
en Suikerwerken en Biscuits".
Deze ruit is eens tijdens een
zware storm ingewaaid en dat
gaf een hele consternatie. Op
de ruit aan de Cambuursterkant
stond: "Boter, kaas en fijne
vleeschwaren". Grote reclame
borden van Van Nelle en D.E.
"sierden" de muren.
OUDSTE ZOON
Als oudste zoon moest ik hand
en spandiensten verrichten. De
werkzaamheden bestonden uit
aanvulling van diverse artikelen
van uit een. magazijn dat zich
op de bovenverdieping bevond
en boodschappen doen. We
hadden een tamelijk uitzonder
lijk assortiment in de winkel: di
verse wijnen, eikelkoffie, bijzon
dere confituren, een zeer
uitgebreide HERO-conserven-
verzameling met o.a. padde
stoelen; veel soorten biscuits
van Verkade, Paul Kaiser, Vic
toria. Biscuits die men nu al
leen in die kwaliteit bij de goe
de banketbakker kan kopen. Ze
werden los verkocht en evenals
bonbons in mooie papieren
zakjes afgewogen. De zakken
waren bedrukt met eigen naam.
De aanschaf van duizenden
zakken en zakjes, vleesschaal-
tjes en ander verpakkingsmate
riaal was een dure aangelegen-
Een levensmiddelenzaak uit
vooroorlogse jaren, zoals de te
kenaar Cornells Jetses die zag.
(Tekening collectie 't Kleine
Krantsje/Fenno Schoustra)
heid. In de eerste jaren werden
boodschappen overal bezorgd.
Elke klant was de moeite
waard, ook al moest je naar het
andere eind van de stad fiet
sen. Van de dominee kreeg je
bijv. een maand lang de klandi
zie. Dat was een hele opgave,
vooral in de winter, op een
zware doorloper-transportfiets
met grote korf voor het stuur. In
de loop der jaren verdwenen
de verste klanten en waren we
dus aangewezen op de eigen
buurt Groningerstraatweg.
Daar woonde nog al wat "ge
goed" publiek en daar moesten
we het toch wel grotendeels
van hebben. Het publiek uit de
min of meer "arbeiderswijken"
ging naar een goedkoper
adres. Wij verkochten geen
kleine huishoudelijke artikelen.
Wij werden wel genoemd: "de
dure Wiersma!" Tj. Hiddes-
straat/Groningerstraatwegpu-
bliek had nog wel eens bijzon
dere wensen. Konden we daar
niet aan voldoen, dan gingen
we naar een bevriende relatie,
zoals N. Dijkstra in de St. Ja-
cobsstraat. Zo'n zaak zou je te
genwoordig een delicatessen
zaak noemen. Dus ik op de
fiets naar Nicolaas Diekstra of
naar één van de grossiers:
Beintema op de Tunen, Steen
stra op de Oostersingel, An-
dringa op de Weaze. Er waren
veel z.g. boekjesklanten. Vrij
dags werden de boekjes -
prachtige notitieboekjes met
gouden opdruk - met de week-
bestelling opgehaald. De be
stellingen werden 's avonds
klaar gemaakt en op zaterdag
werd de bestelling uitgevoerd.
Sinterklaas was een bijzondere
belevenis voor ons kinderen.
Dan was de voorkamer naast
de winkelruimte omgetoverd in
een sinterklaasuitstalling. Je
mocht er als kind naar kijken,
maar je kreeg er niets van. Er
werd weinig van verkocht, want
men ging naar de stad, waar je
bijv. in de Oosterstraat veel
meer keus had en misschien
ook wel goedkoper. Dus we
bleven met alle chocoladefigu
ren en letters zitten. Dat werd
dan later in brokken per ons
verkocht.
Een andere steeds weer voor
komende gebeurtenis waren de
balanswerkzaamheden op 31
december en 1 januari. Alle ar
tikelen in winkel en magazijn
werden genoteerd en de waar
de geschat. We waren daar
met z'n allen twee dagen druk
mee. Bolstaande conserven
blikken en onverkoopbare pro
ducten werden afgevoerd.
In de vooroorlogse jaren was er
nog veel af te wegen: suiker,
zout, soda, groene zeep,
stroop, vermicelli, peulvruchten,
vleeswaren, pinda's, gedroogde
zuidvruchten, zuurtjes. Verpakt
waren: meel, maggisoepen,
margarine, boter, gesmolten
vet, sunmaid rozijnen, thee,
koffie, kattebrood, blik- en glas
spullen.
STOPFLESSEN
De zuurtjes zaten in hoge
stopflessen. Suiker was één
van de eerste verpakte artike
len. Ik zie ze nog voor me: de
kubusachtige blauwe pakken
suiker van Dinteloord. Natuurlijk
werden vleeswaren en kaas op
de handbediende snijmachine
gesneden. Het ronddraaiende
vlijmscherpe mes kwam ook
weVeens met je vingers in aan
raking. Het assortiment van elk
artikel was niet zo groot als
thans het geval is. Je had nog
geen 25 soorten katte- en hon-
devoer. Er was kattebrood met
vis of met vlees. Met wasmid
delen was je ook gauw klaar:
Duif-zeeppoeder met plaatjes,
Persil, Sunlicht- en Klokzeep.
In de doos Klokzeep zat altijd
een klein geschenkje. Ik weet
nu nog niet wat dat geschenk
was. Er was shampoo voor
licht haar en één voor donker.
Nu kun je wel 75 soorten bij de
drogist onderscheiden.
Ik weet nu nog waar zich alle
artikelen in de winkel bevon
den. Zoiets vergeet je nooit.
De vleeswaren konden niet ge
koeld worden. Wel lagen ze
achter vliegengaas. In de zo
mer zagen de worsten er wel
eens wat schimmelig uit. Dan
werden ze onder de kraan met
water en borstel weer toonbaar
gemaakt.
Van zelfbediening was natuur
lijk geen sprake. De winkel was
er ook niet op ingericht. Prijzen
stonden ook niet op de artike
len. Haalde men in één keer
voor 10,- boodschappen, dan
werd er in de huiskamer over
gesproken: een beste klant!
De klant was echt koning! Daar
deed je alles voor en altijd
vriendelijk en beleefd blijven.
Als een (goede) klant op zon
dagavond belde of Wiersma
nog even een ons ham kon
brengen, dan deed je dat.
Kwam er echter een kind tij
dens de middagmaaltijd om
een half pond suiker, dan heeft
vader wel gezegd: "ga dat
maar halen, waar je andere
boodschappen ook haalt." Met
zoiets lok je de mensen niet.
Er was geen winkelsluiting tus
sen 12 en 1, maar de mensen
hielden wel rekening met het
middageten.
Vader moest niets van het be-
grip "snoepwinkel" hebben.
Dus niet voor een cent drop
e.d. Er was wel een snoeper
die zelfbediening toepaste. De
man mocht graag zómaar een
bonbon uit de uitgestalde doos
snoepen. Hij rekende om de
zoveel tijd af. En dat zal wel
royaal genoeg zijn geweest.
Na de zeven vette jaren, waar
in o.a. de hypotheek afgelost
kon worden, kwamen de zes
magere jaren. De concurrentie
van andere buurtwinkels en za
ken "als Simon de Wit en de
Gruyter en de crisis van de
30er jaren deden de inkomsten
snel achteruit gaan. We had
den het niet arm. Wel ging het
altijd zuinigjes toe, want je
moest ook voor je oude dag
zorgen. Er was nog geen
AOW. Er kwamen weinig men
sen in de zaak en vader stond
dan in zijn witte jas op de uit
kijk. Dat was zeer ongezond
voor zijn maagkwaal. Met de
mobilisatie in augustus 1939
fleurde de hele handel op. De
schrikbarende werkloosheid
verminderde, doordat velen in
militaire dienst moesten. Wie
genoeg geld had, sloeg voorra
den levensmiddelen in, hele
kisten slaolie en veel thee, kof
fie en zeep. De kredietwaardige
winkelier kon genoeg krijgen. Ik
woonde in Den Haag en werd
ook gemobiliseerd en wat de
winkel betreft, heb ik het dus
van horen zeggen.
Vooroorlogse prijzen lees je
wel eens in het Kleine Krantsje:
zout 5 ct. p.p., 'suiker 20 ct,
rundvet 42 ct p.p. Sigaren bij
de overbuurman voor 6 ct wa
ren goed. Sigaretten 15-25 ct.
p. pakje. In een theesalon in
Amsterdam kreeg je thee voor
40 ct per servies. Een matroze-
pakje voor ƒ8,50, zalm 1,50
per pond, 2 ons ham voor 25
ct. Dergelijke prijzen betaal je
nu bijv. in Tsjechië. De Nieuwe
Rotterdamse Courant kostte in
1922 8,- per kwartaal en de
Leeuwarder Crt. -zal nog wel
goedkoper zijn geweest. Is het
verwonderlijk dat de oude men
sen nu nog soms zuinig zijn?
De winkels sloten 's avonds om
8' uur en 's zaterdags om
10(11) uur. Dan moest bij ons
de tegelvloer nog geschrobd
worden. Vakantie durfde je niet
te nemen. Verplichte vakantie
kwam pas in de bezettingstijd.
Aan de buitenkant van de win
kel hing een chocolade-repen-
automaat van Van Houten. Die
moest met zeer warm weer ge
ledigd worden. Als je dat in een
weekend vergeten had, was de
zaak op maandagmorgen ge
smolten.
We hadden aan huis een pu
blieke telefooncel. Een echte
"cel" was het niet. Een gesprek
kostte tien cent. Desnoods
moest je na sluitingstijd de
mensen van dienst zijn.
OP HET MATJE
Ik heb niet het gevoel gehad,
dat ik minder dan andere kin
deren buiten kon spelen of an
derszins in mijn vrijheid werd
belemmerd. Wel werd je dade
lijk van de straat gehaald, als je
bij een ruzie werd betrokken,
want dan zou misschien een
klant kunnen benadelen. Als je
toch bij kleine straatschenderij
en was betrokken, wisten som
mige mensen dit gauw over te
brieven als ze in de winkel
kwamen en dan werd je op het
matje geroepen.
Eelde P. Wiersma
In het begin van deze eeuw
heeft er in de Keetbuurt bij de
Romkeslaan een gezin ge
woond met twee volslagen idio
te jongens. Iedere dag werden
die stakkers in een grote kin
derwagen gezet, met de ge
zichten naar elkaar toe. Zij wa
ren helemaal kaal geschoren
en produceerden de gekste ge
luiden.
Er werd in de buurt verteld, dat
de vader met deze zoons vaak
de omliggende dorpen bezocht
om ze daar te kijk te zetten en
om zo in die jammerlijke tijd
een stuk brood te verdienen.
"Nou su ik toch wel es wete
wille, waar die letters bleven bin-
ne van veertig jaar leden.