FAMILIE FREHE HONDERD
JAAR OP DE NIEUWESTAD
'T KLEINE KRANTSJE
FENNO SCHOUSTRA
ONDERSCHEIDEN
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 5
(Vervolg van pag. 1)
"Dat terugkijken op de omstan
digheden van je jeugd," aldus
de heer Te Loo, "dat is, denk
ik, de geheime formule van
't Kleine Krantsje, want dat is
het wat 't Kleine Krantsje al bij
na dertig jaar uitdraagt. En
daar komt in wezen ook geen
eind aan. Er zullen steeds weer
Leeuwarders zo na hun veertig
ste achterom gaan kijken en
aan dit verlangen komt 't Kleine
Krantsje ruimschoots tegemoet.
Dat de uitgever-redacteur Fen-
no Schoustra bijzondere eigen
schappen moet bezitten om zo
lang zo'n interessante uitgave
vol te houden, zal volstrekt dui
delijk zijn."
SYSTEMATISCH
De burgemeester sprak vervol
gens over het materiaal, waar
uit Fenno Schoustra bij het sa
menstellen van zijn krant kan
putten.
"Ik denk dat het zijn systemati
sche geest is, die er voor kon
zorgen, dat er een enorm ar
chief kon worden opgebouwd
met buitengewoon veel fotoma
teriaal, met oude publicaties en
knipsels, die nodig zijn om
maandelijks uit te putten. Uw
commerciële talent kon er voor
zorgen, dat het pok geld ople
verde, dat moest tenslotte ook
gebeuren, zodat u voor uw ge
zin een goede broodwinning
had. U hebt hele generaties
Leeuwarders ongelooflijk veel
plezier gedaan met 't Kleine
Krantsje en ik moet aannemen,
dat er geen krant is, die zoveel
niet-betalende meelezers heeft
als juist uw blad, want het
wordt over de gehele wereld
gelezen, gelukkig ook door veel
abonnees, maar zeker ook
door veel familieleden, waarna
het dan naar andere kennissen
met een band met Leeuwarden
wordt gestuurd en opnieuw ge
lezen wordt. Voor u geldt dus
zeker, dat u de gemeenschap,
der Leeuwarders trouw en gun
stig gezind bent, of zoals het
op dP oorkonde staat, die ik di
rect zal uitreiken, Liowerdera
Meente Hold ende Gonstich".
"Het college van b. en w.", al
dus besloot burgemeester Te
Loo zijn betoog, "heeft ge
meend dat u met uw publica
ties over Leeuwarden geduren
de meer dan acht en veertig
jaar, want die periode is nog
wel wat langer dan die van 't
Kleine Krantsje, de erepenning
van de gemeente Leeuwarden
verdient. We hadden nog even
kunnen wachten, tot een nieuw
jubileum zich aandient, het vol
gend jaar bijvoorbeeld, maar ik
wil u wel eerlijk bekennen, dat
ik er op heb aangedrongen de
toekenning nog in mijn ambts
periode te doen. Ik ben dan
ook bijzonder verheugd, dat ik
u de erepenning van Leeuwar
den kan overreiken. Het is een
grote legpenning naar een ont
werp van de beeldhouwer en
docent professor Stauthamer.
VOLKOMEN TERECHT
Over het algemeen bij het uit
reiken van onderscheidingen,
die anderen toekennen, is het
niet gepast iets te zeggen over
het al of niet terecht zijn daar
van, maar als ik u van harte
feliciteer, dan denk ik, dat ik
■daar volmondig aan kan toe
voegen, dat het naar mijn ge
voel ook volkomen terecht is,
dat u die stadsonderscheiding
als echte Leeuwarder van uw
eigen gemeentebestuur ont
vangt."
Penning en oorkonde dus voor
Fenno Schoustra, bloemen met
linten in de stadskleuren geel
en blauw voor zijn vrouw.
DANKWOORD
In zijn dankwoord zei de onder
scheidene "als geboren en ge
togen Leeuwarder" buitenge
woon ingenomen te zijn met
deze erkenning van zijn stad.
Maar hij herinnerde er aan, dat
er in de vorige eeuw een
Fransman heeft - geleefd, een
Emile de Girardin, die ook een
krant uitgaf en van wie de vol
gende stelling bekend gebleven
is: "Een krant wordt niet ge
maakt door haar redacteuren,
maar door haar abonnees."
Als we ervan uitgaan, dat die
stelling juist is," aldus Fenno
Schoustra, "dan is het dus zo,
dat mijn abonnees op dit mo
ment zijn onderscheiden in de
eerste plaats, maar ik pik dan
toch nog wel wat van de erken
ning mee, want - het zal u mis
schien merkwaardig in de oren
klinken - ik ben zelf ook ge
abonneerd op die krant en ver
der is het zo, dat de onder
scheiding ook weer naar u
gaat, want, ik mag het hier wel
verklappen, u bent, zo lang u
hier burgemeester was, ook al
tijd een trouwe abonnee ge
weest. Van harte gefeliciteerd!"
Vervolgens kwam de heer Fol-
kert Popma Lzn naar voren om
als vriend en Frisiaan de on
derscheidene te danken voor
wat deze voor de L.A.C. Frisia
1883 heeft gedaan. Ook hij
overhandigde een uitbundig
boeket bloemen met linten in
de kleuren blauw en geel, de
kleuren blauw en geel van Fri
sia wel te verstaan.
FIJN WERK DEEN
Tenslotte verrees de heer Ja
kob T. Vellènga achter de mi
crofoon om in het Leewadders
te vertellen, dat hij, op weg
naar de uitreiking, bij het Vliet
de mannen van de Gesprek-
ken-bij-de-brug was gepas
seerd. En die hadden hem ge
vraagd ook nog iets "teugen
Skoustra" te zeggen en wel dit:
"Jou hewwe fijn werk deen foor
de stad. Daar binne wij heel
erg dankbaar voor. Meensen
die hier nog woane, meensen
elders in Nederland, in Europa,
inne wereld tot Australië, Nieuw
Zeeland en nog meer toe, die
siene uut naar dat Kleine
Krantsje, nou en dan hewwe se
weer wat lezen en dan skrieve
se ingezonden stukken en dan
staat er oek heel vaak bij:
Het is wel een opmerkelijk jubileum, dat onze stadgenoot Johannes Gijsbertus
Frehe deze maand kan vieren. Op de acht en twintigste is het precies honderd jaar
geleden, dat zijn grootvader, ook een Johannes Gijsbertus Frehe, zich in het hart
van onze binnenstad, aan de Nieuwestad, vestigde en diens kleinzoon woont er nu
nog steeds. Het vorige jaar vierde de boekhandel van Van der Velde zijn eeuw
feest aan de Nieuwestad, maar de familie Van der Velde zelf bewoont al lang niet
meer het pand op de hoek van de Oude Doelesteeg. De enige familie's die de
Frehe's als Nieuwestadbewoners overtreffen, zijn die van Van Erp en Dood korte,
die beide de Nieuwestad al veel en veel langer bewonen.
De heer Van Erp van de be
kende zaak in huishoudelijke
artikelen, kan met de hand op
het hart verklaren, dat zijn fami
lie al honderd zes en dertig jaar
het pand De Wolf op de hoek
van de Nieuwestad en de Wol-
vesteeg bewoont. En de abso
lute kampioen is de heer Dood-
korte van de niet minder
bekende juwelierszaak op de
hoek van de Burmaniastraat,
wiens voorouders zich hier in
achttien zes en vijftig vestigden
- zij zitten dus al honderd en
zeven en dertig jaar aan de
Nieuwestad!
Er lag een dik pak sneeuw op
die acht en twintigste oktober
1893, toen het gezin van de
banketbakker Johannes Gijs
bertus Frehe verhuisde van de
Sint Jacobsstraat naar de Nieu
westad. De verhuizing diende
dan ook met een slede te ge
schieden.
Vader Frehe vestigde zich in
het pand nummer 84, waarin al
sinds mensenheugenis een
banketbakker had gezeten. Een
meneer A: C. Zijlstra had er
liefst een en veertig jaar het
banketbakkersvak uitgeoefend
en diens opvolger, een zekere
M. D. de Boer, was er - hoe is
het mogelijk - ook precies en
een veertig jaar voor Frehe er
kwam.
Deze Johannes G. Frehe was
geen Leeuwarder van geboor
te. Hij zag het levenslicht in
Ubbergen onder Nijmegen en
zijn voorvaders hadden in het
Duitse Mettingen gewoond.
Toen de heer Frehe naar Leeu
warden kwam begon hij als
banketbakker in de Sint Ja
cobsstraat in het pand, waarin
de Leeuwarders in later jaren
de firma Groenewoudt hebben
gekend. Nu precies honderd
jaar geleden dus verplaatste hij
zich naar de Nieuwestad, waar
hij zich presenteerde als "Con-
fiseur-Cuisinier" en waar de
Leeuwarders hem "telepho-
nisch" konden bereiken door
het draaien van het nummer
165.
NIETTE GELOVEN
Frehe leverde zijn overheerlijke
waren tegen de in onze ogen
niet-te-geloven prijzen van -
bijvoorbeeld - twee centen (ei
erkoeken), drie centen (grote
Jodekoeken), vijf centen
(boomstammen, chocolade met
fondant) en zeven en een halve
cent (rozengebakjes en boter-
schelpen). Zes en twintig soes-,
konings- en kaneelkrakelingen
kostten niet meer dan dertig
cent, voor een pond amandel
brood hoefde je maar twee
kwartjes neer te tellen en een
pond chocolade batons kostte
precies een gulden.
Johannes Gijsbertus Frehe was
nog maar acht en veertig jaar
oud, toen hij in 1915 overleed -
een lelijke longontsteking, werd
hem fataal.
Zijn weduwe zette de banket
bakkerij voort, samen met haar
zoon Hermanus Josephus Fre
he, die aan de ene kant de fir
ma Covers en aan de andere
kant de firma Dieters tot buren
had. Hermanus Josephus bleef
er tot in de vijftiger jaren de
scepter zwaaien, tot hij op zijn
beurt weer door zijn zoon Jo
hannes Gijsbertus werd opge
volgd, de derde generatie dus.
De bakkerij, waarin de jonge
Johannes G. Frehe aan de slag
ging, dateerde nog uit de ze
ventiende eeuw - alleen het
voorgebouw met de winkel had
in de loop der jaren een mo
dern gezicht gekregen. Het lag
dan ook voor de hand, dat de
afdeling, waarin werd gebakken
uiteindelijk niet meer aan de ei
sen van de arbeidswet voldeed
- een algehele modernisering
zou vermogens hebben gekost.
Vandaar dat de heer Frehe in
1971 besloot tot het liquideren
van zijn bedrijf over te gaan.
Op dat moment had er dus
honderd en zestig jaar een
banketbakkerij in het Nieuwe-
stadpand gezeten, een vermel
denswaardige zaak.
De winkel aan de Nieuwestad
mocht er dan niet meer zijn, de
heer Frehe bleef z'n mooie be
roep trouw en werkte nog een
aantal jaren voor de firma
Groenewoudt en voor de hore
cabedrijven De Stadthouder en
hotel De Bleek.
Maar nu hij als Nieuwestadbe-
woner dat gedenkwaardige
eeuwfeest viert hangt z'n witte
koksmuts alweer geruime tijd
aan de kapstok en het zullen
alweer wat oudere Leeuwar
ders zijn voor wie de naam
Frehe als gerenommeerde
banketbakker een heel beken
de klank heeft gehad.
Interieur Winkel
Skoustra, jou mutte nog jaren
en jaren deurgaan, want er is
mar één Kleine Krantsje en as
we het lezen, oooh... dan wudt
ons hart su week as butter, dan
binne we nergens meer, jonge,
dan hewwe de sakdoek noadig
en dan denke we weerom anne
Oldehove, anne spoorhekken
enne Nijsted enne Nijeburen
met sien merk, die't er niet
meer is, mar ja, wat verandert
er niet in disse stad en dat gaat
su mar deur."
"Het is goed," zo besloot de
heer Vellenga zijn door de vele
aanwezigen met graagte aan-
gehoordè praatje, "op dit mo
ment en op dit plek disse din
gen te sêggen, omdat die
erepenning toekend is ah een
man, die hem dik en dik en dik
vediend het hoewel ie seis niet
dik is!"
i.'
Koüïiiïstaliatie