'T KLEINE KEAHT5JE MARG. DE HEERSTRAAT EEN SCHOLENSTRAAT KENNIS MAAKT MACHT VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 Ook onder de lezers van 't Kleine Krantsje zullen er velen zijn met goede en minder goede herinneringen aan de scholen in de Margaretha de Heerstraat. Foto 's: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) Bij het lezen van de artikelen van de heren Wouda en la Roi over de christelijke scholen in de Margaretha de Heerstraat (resp. in de nummers van okto ber en december '93) dacht ik: ha, eindelijk eens iets over deze scholen! Inhakend hierop kan ik nog en kele aanvullingen geven en maak ik van de gelegenheid gebruik iets over mijn schoolpe riode in genoemde scholen straat te vertellen. Volgens gegevens van mijn broer, die voor de oorlog hier naar school ging, was de situa tieals volgt: Aan de linkerkant van de straat (gerekend vanuit de Wybrand de Geeststraat) had je de Leer school bestaande uit een lage re school, een ulo en een kweekschool. De laatste was gevestigd in het tweede ge bouw aan die kant. De gevel steen boven de ingang herin nert hier nog aan. Deze scholen gingen uit van een vereniging op gereformeer de grondslag. (Gereformeerd schoolverband) MEESTER VEERMAN Hoofd was in die jaren o.a. de bekende en geliefde meester Veerman die de school een uit stekende naam bezorgde. Hij overleed helaas jong en werd opgevolgd door de heer Van Klinken. Aan de rechterkant was de Groen van Prinstererschool ge vestigd, bestaande uit een la gere school en een ulo. Deze scholen gingen uit van de vere niging voor Chr. Schoolonder wijs, (opgericht 1866) evenals de Kon. Emmaschool, de W.C. van Munsterschool e.a. Al met al bestond de Marg. de Heer straat dus louter uit scholen. Nog voor of in de tweede we reldoorlog is deze situatie ge heel veranderd. Ik ging hier naar de lagere school in de pe riode 1944 t/m 1950 en naar de ulo van 1950 tot 1955. De Leerschool was opgegaan in de Groen van Prinsterer school. De lagere school zat hoofdzakelijk links en de ulo ("pukkie"), Woldering ("mops"), Veenstra ("rooie David"), Van der Veen (sure), Vermeer (scheefnekje), Straatsma (de populairste), Broekema (met de stukjes pepermunt), Vlieger (kampioen strafwerk uitdelen), Bruggenkamp (gedeeltelijk), Gietema en later ook De Jong. Voor gymnastiek hadden we de bekende leraar Van Beieren Bergen en Henegouwen. Ook hier viel er buiten de les sen weinig te beleven. Eén van actiefsten was in ieder geval de al wat oudere leraar Veenstra. Die presteerde het met de hele school en met begeleiding van leden van de Leeuwarder Or kestvereniging (het latere Frysk orkest) jaarlijks een zanguitvoe ring te geven (o.a. in de Peli- kaankerk). Dat ging als volgt: de 1e en 2e klassen waren simpelweg tenor of sopraan, de 3e en 4e klassen bas of alt. Ergens in een lokaal stond een oud harmonium en met de hele klas tegelijk werden de partijen van de stukken er door de heer Veenstra als het ware inge ramd. En dat waren bepaald geen populaire deuntjes maar b.v. delen uit het oratorium "Samson" van Handel of een kerstoratorium, nationale volks liederen van diverse landen e.d. Nog kan ik de baspartij van het Engelse volkslied uit m'n hoofd. Je kon er eerst kop noch staart aan vast knopen, maar als je met alle partijen ging repeteren in de gymzaal kwam er toch best iets aardigs te voorschijn. Te meer een prestatie van deze man om zo iets tot stand te brengen omdat wij op die leeftijd nou niet be paald gemotiveerd waren voor dergelijke uitvoeringen en het was uiteraard niet op vrijwillige basis maar gewoon "les". Dus je moest wel! Ook heeft hij in die tijd met de oudere jaars de "Gysbrecht van Amstel" voor het voetlicht gebracht in de Harmonie. Overigens gaf hij voor de oor log met de school ook al uit voeringen in de Harmonie. Excursies of schoolreisjes wa ren er op de Ulo ook niet bij. Behalve voor de examenklas- sers: die gingen twee dagen naar Amsterdam. Stimulator; hiervan was ook weer dezelfde mijnheer Veenstra. We over nachtten niet in een jeugdher berg of zo, maar bij particulie ren. De heer Veenstra had contacten met een lagere school in Amsterdam. Bij de leerlingen van deze school wer den we ondergebracht voor zo ver we niet bij eigen familie of kennissen terecht konden. HOOGTEPUNT We gingen (uiteraard) naar Schiphol, maakten een rond vaart en bezochten Artis en het Tropenmuseum. Dit reisje is een aantal jaren traditie ge weest en was eigenlijk het hoogtepunt van de Ulojaren. Behalve de verplichte zang plus uitvoering was het verder alleen maar leren geblazen. Drachten Klaas van der Meer nog zo'n ding gekocht, ik meen bij een muziekwinkel in de Oosterstraat. Een tweetal gebeurtenissen uit die lagere schooltijd zijn me bij gebleven. Onder de trap in de hal was een grote kelder, waar materialen opgeslagen waren. Op een dag moest Rimie Boomsma (van de electriciteits- zaak op de Bleeklaan) in op dracht van juf Dirksen daar iets ophalen. Ze kwam maar nooit terug en toen juf op onderzoek uitgang bleek dat ze naar be neden gevallen was en met een hersenschudding en lichte lijk buiten westen in de kelder lag. Tot onze verbazing zagen we dat die strenge juf Dirksen volledig in paniek was en ook nog kon huilen! Daarna mocht er geen leerling meer iets uit de kelder halen. De tweede gebeurtenis betrof een schoolreisje. In die tijd zo vlak na de oorlog was er schijnbaar geen geld en moge lijkheid om veel te organiseren. Wij gingen althans nooit met de klas ergens naar toe. Maar meester Jongbloed kregen we zo ver dat hij voor onze klas een schoolreisje zou regelen. We moesten er wel het hele jaar voor sparen maar dan gin gen we in 't voorjaar met de bus weg. Wij als enigen van de hele school. Maar toen het eindelijk zo ver was werd het voor ons de grootste afknapper van het jaar: want waar gingen we naar toe? Uitgerekend naar Stania State in Oenkerk waar we als kinderen uit de stad al zo vaak kwamen. En wanneer gingen we? Op woensdagmiddag, no- tabene onze vrije middag Meester bedoelde het goed, maar we hadden de hele mid dag de pest in! "MIJNHEER" Op de Ulo mochten we ineens geen "meester" meer zeggen, maar werd het "mijnheer". Het lerarencorps bestond in mijn tijd uit de heren Leffertstra (hoofd), bijnaam "blauwe Jaap" en niet gemakkelijk, Ytsma Meester Veerman. aan de rechterkant van de straat. Op de lagere school hadden we juf Dirksen in de 1e en 2e klas. Ze was streng en als je straf verdiend had moest je je hand ophouden en kreeg je een mep met het vierkante lineaaltje. Voor klas 3 stond meester Wol- ters en voor klas 4 meester Jongbloed. In klas 5 en 6 had ik meester De Vries. Verder waren er nog de meesters Van der Meer (kon mooi vertellen en tekenen), Hoorntje en Slof- stra, de vader van de Friese troubadour Roelof Slofstra. Hoofd van de school was meester Hoogland. Het was nogal een lange man. Ik zie hem nog staan in de gymzaal als Sinterklaas verkleed, maar voor de gehele schoolgemeen schap direct herkenbaar, want zijn blauwe pantalon kwam bij na een halve meter onder z'n tabberd vandaan! Meester Slofstra had in zijn lo kaal een piano staan en er hin gen allerlei ritme-instrumenten aan de muur. Met kinderen die dat wilden vormde hij een z.g. ritmeklas, waar hij na schooltijd mee oefende. Ik heb hier ook een poos aan meegedaan en ik herinner me dat we de ouder avond in de gymzaal een keer opgeluisterd hebben. Ook werd de groep nog uitgebreid met een paar occarino's, van die metalen blaasinstrumentjes in de vorm van een handgranaat. Mijn vader heeft voor mij ook

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 5