SFEERVOLLER DAN
ANDERE BUURTEN
'TKLEIHE KEAHTSJE
CAMBUURSTERPAD
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
De foto van het Cambuurster-
pad uit 1972 in het nummer
van december '93, waarop de
eerste (inmiddels vervangen)
woningen nog staan afgebeeld,
bracht de nodige herinneringen
naar boven.
Ik ben in 1938 in het tweede
blok op nr. 82 geboren en heb
hiertot 1963 gewoond.
Men sprak wel van het "nieu
we" Cambuursterpad als on
derscheid tot het oude gedeelte
achter de latere gashouders,
waarvan al vaker foto's zijn ge
publiceerd.
Mijn ouders betrokken de nieu
we woning in 1917/1918 en
woonden hier (bijna) hun hele
leven. De woningen waren in
het begin zó vochtig dat het
groen tussen de "sienematten"
doorgroeide.
In de beginjaren kon men tot
aan de Groningerstraatweg
zien, daarna is alles volge
bouwd met de huizen van de
R.K. woningvereniging aan de
andere kant van de straat, de
Koestraten en Tjerk Hiddes-
straat.
De huizen hadden geen achter
om, zodat je altijd met de fiets
door de gang en de keuken
moest naar het zelf aange
bouwde schuurtje. Ook was er
geen watercloset zodat de ton-
neman ook wekelijks de gang
en de keuken moest passe
ren. Vanwege een laag han
gende ganglamp riep mijn moe
der dan steevast: denk om de
lamp tonneman! Waarna deze
op het juiste moment even door
de knieën zakte en een botsing
tussen ton en lamp wist te ver
mijden.
Ook na de oorlog was er nog
een opvallend groot aantal ne
ringdoenden zo in de driehoek
Cambuursterpad/Tjerk Hiddes-
straat/Bleeklaan.
Op de foto staat afgebeeld de
winkel van Rinsma Kam-
peerartikelen. Hier was voor
heen een slagerij gevestigd.
Op de andere hoek de sigaren
winkel van Hoitsma, waar de
voetbalprestaties van "De
Klomp" (Cambuur) altijd be
sproken werden. Dan had je
verderop in de straat kapper
Feddema, de sigarenwinkel van
Joustra, kruidenier Wiersma
(zie het artikel over hem in het
nummer van sept. 93) en het
hulppostkantoor annex mani-
facturen van Van der Berg.
Dan rechtsaf in de Tjerk Hid-
desstraat kapper Nieuwenhuis,
de groentehal van Woudstra,
op de hoek van de Sontstraat
slager Veenstra en daartegen
over de groentewinkel van
Haayma.
Op de hoek van de Bleeklaan
had je dan nog kruidenier Do
renbos en bakker Plantinga.
Behalve deze winkeliers woon
den in het eerste stuk van de
straat nog twee brandstofhan
delaars, n.l. Van der Veen en
tegenover ons S. v.d. Leen (z'n
vrouw woont er nog!) en de
melkboer Rein Boxum. Deze
had eerst een melkkar met
trekhonden er onder, maar later
een kar met paard.
Ik herinner me nog dat dit
beest altijd de gewoonte had bij
ons voor de deur half op de
.stoep te gaan staan waar hij
dan een flinke hoop achterliet.
Ik moest dat dan meestal oprui
men en als gratis mest depone
ren tussen de rozen in het
voortuintje. Je kon tenslotte de
rommel niet laten liggen tot de
zaterdag wanneer de straat ge
schrobd werd.
Op de Bleeklaan waren dan
voor ons als kinderen nog twee
adressen van belang, namelijk
de ijscofabriek van Van den
Akker en de smederij Van El-
dik die onze hoepels altijd las
te.
In de winter (er lag altijd
sneeuw) bouwden we sneeuw-
hutten die we versterkten door
er 's avonds water overheen te
gooien. Als het donker was
mochten we van moeke in de
hut een stuk brood eten bij het
schijnsel van een stompje
kaars.
Een sfeer die Johan van Ber
gen (een generatiegenoot uit
de Sontstraat) zo prachtig heeft
verwoord in zijn gedicht "Sont-
straatserenade".
Drachten,
Klaas van der Meer
CAMBUURSTERPAD
Opa en opoe Lenes/Steneker
kwamen omstreeks 1900 met
vier kleine meisjes waaronder
mijn moeder Regina, van Hee
renveen naar Leeuwarden om
daar een bestaan op te bou
wen. Ze kochten op de hoek
van het Cambuursterpad en de
Weg naar Cambuur, met uit
zicht op het eeuwenoude
Schoppershof, het afgebeelde
pandje en openden in de ach
terkamer een melksalon; later
zagen ze meer brood in kruide
nierswaren.
Mijn ouders woonden op de
Weg naar Cambuur nr. 55;
daar ben ik op 25 juli 1919 ge
boren, vlakbij de boerderij van
ik meen Klopma.
De kleuterjaren van mij en mijn
zusje speelden zich geheel af
op dit kleine dierbare gedeelte
van Leeuwarden. Overigens
curieus om te weten: voor
ouders aan mijn vaderskant,
Feijke Tziards Andringa en Ca-
tharina Juwsma, woonden tus
sen 1450/1500 reeds op Cam-
buyr. Op deze plaats verrees in
latere jaren het Schoppershof.
Ik heb begrepen dat inzender
mevr. S. de Boer-Dekker, ge
boren 1928 en wonende op nr.
99, ook herinneringen heeft
aan dit stukje geboortegrond.
Het voermansbedrijf naast mijn
opa en opoe was inderdaad
van v.d. Meulen. Het in onze
ogen grote witte huis voerde de
naam 'Tida Kira'.
Mijn opa vertelde mij dat Van
der Meulen als koloniaal in In-
dië had gevochten, vandaar
mogelijk deze Indische naam
op de gevel van zijn voerman-
derij.
Achter het huis waren stallen.
Opa Lenes, melkrijder bij de
melkfabriek, stalde daar zijn
paard en wagen. Ik mocht vaak
met hem mee om het paard
helpen in te spannen. Nog ruik
ik de lucht van de warme stal.
Boersma's kruidenierswinkel
door mevr. De Boer genoemd,
is correct. Hij was echter de
tweede eigenaar. Op 9 mrt.
1928 stierf plotseling op 63-jari-
ge leeftijd opa Lenes. Het was
mijn eerste confrontatie met
een sterfgeval in de familie.
Onze opa lag heel stil, rozen
krans in de vingers, gekleed in
een wit doodshemd, opgebaard
in de woonkamer.
De spiegels, toonbank en win-
kelapparatuur waren afgedekt
met lakens. Mijn moeders jong
ste zuster tante Rika, de enige
van de oude generatie die nog
leeft en redelijk gezond in het
Erasmushiem woont, jarenlang
de inwonende huis- en winkel
hulp van opa en opoe, was in
middels gehuwd met Age Boer-
sma uit Warga, beiden namen
ca. 1930 winkel en huis over.
Opoe Lenes verhuisde naar het
achterste gedeelte van de wo
ning links op de foto. Hier
woonde gratis, een reeks van
jaren haar oude onbemiddelde
zuster, de wed. tante Sibbeltje
Dragt/Steneker. De twee zus
sen hebben hier gewoond tot
aan hun dood, resp.
1950/1954.
Het sigaren kopen op zondag
via de achterdeur bij Goede-
moed is mij bekend. Mijn opoe,
VEUL MEENSEN MAKE SICH
GIEN SORGEN OVER HUN
GELD, SOLANG HET NOG
NIET HELEMAAL OP IS - AN
DEREN DOEN PRESIES HET-
SELDE MET HUN TIED
HET IS IN HET SAKELEVEN
GIEN SKANDE DUZEND GUL
DEN TE VELIEZEN. WIE NIET
pagina 8
een actieve zakenvrouw, ver
kocht ook zonder vergunning
bier. In de gang van de woning
met de deur aan de Weg naar
Cambuur kwamen vaak man
nen een biertje halen, het kratje
van Heineken stond altijd ge
reed in het keukentje.
Ook wij hebben het schaatsen
achter de stoel geleerd op het
zelfde slootje. Het klopt ook dat
de alombekende Bonne van
der Zee met de gehele familie
in deze omgeving woonde.
Grootvader Lenes en groot
moeder Steneker zijn nakome
lingen van de vele Duitse emi
granten die omstreeks 1740
vanuit de omgeving van de Os-
nabruck zich blijvend vestigden
in de verveningsgebieden rond
Heerenveen.
Beerend Harmen Beerends Lie-
nesch en Elizabeth Middelburg
kwamen met twee kinderen in
1770 uit Ankum en zijn directe
voorouders van de uitgebreide
Lenes familie. Johannes Hen
driks Steinke kwam als jongge
zel uit Voltlage, huwde een
Overijssels meisje en is de di
recte voorvader van de even
eens uitgebreide familie Stene
ker. Hun wortels in Duitsland
heb ik volledig nagetrokken tot
aan 1600 toe.
Overigens veel Noordnederlan
ders hebben voorouders in de
Duitse buurlanden. Tussen
1700/1820 was het contact met
bewoners van grensgebieden
zeer intensief. Ze spraken de
zelfde taal nl. Platdutsch. De
meesten woonden in de streek
tussen Osnabruck en Meppen.
Kreis Lingen.
Wat een bron van informatie al
tot stand kan komen via een
artikelenserie Cambuursterpad
en een foto van een winkeltje.
Wolvega S. J. Schaafsma
WAAGT DIE NIET WINT.
MART IS WEL EEN SKANDE
EEN DUBBELTSJE TE VESPIL-
LEN
WIE'TALLES WIL WIL NIKS
ANWEZIGE KAMMERADEN
MUTTE JE WELDOEN, VAN
AFWEZIGE KAMMERADEN
MUTTE JE GOED SPREKE
WILLE JE DAT ANDEREN
SICH JOU HERINNERE? DAN
MUTTE JE JE SELS VEGETE
JE MUTTE ENTHOUSIAST
DOEN, WANT SOAS JE DOEN
SALLE JE WUDDE
LASTER EN KWAADSPREKE
RIJ BINNE VONKEN, DIE VAN
SELS UUTGAAN, AT JE SE
MAR NIET ANBLASE
ALLEEN WAT REGELRECHT
UUT ONS HART KOMT MAAKT
ONS INNIMMEND
ACHTER ALLE VOORUUT-
GANG SIT ENTHOUSIASME
HET BINNE DE SNELSTE
KLIMMERS, DIET UUTEINDE-
LIJK HET HOOGST KOMME
t
IN EEN BESPREKING KANNE
JE EEN ANDER OVERTUGE,
IN EEN TWISTGESPREK NIET
WATSKIENE TE WILLEN VER
HINDERT JE VAAK WAT TE
WEZEN
WIET SIEN FOUTEN ERKENT
GEEFT GIEN TEKEN VAN
SWAKHEID, MAAR VAN
KRACHT
SONTSTRAATSERENADE
As 't un mooie someraverufwas en sten werk was klaar,
foêlden we afgauw't is ases weer raak I
Dan kaalde j>apj>e un blauw doaske uut un la jan 't dreswaar,
sien Bravo-mondbarmonikajan un knaak.
Dangity ie sitcen foor sien fiuus, stoéf d' r skuin teugen an,
acftter de fiorténsia en wreef sien blaasinstrument
op sien mouw, tot 't^fom as un iekefen wij socbten dan
onze mondórgeftsjesfan negenteg sent.
Mette kontsjes op 't stoep ke, su waclitten we aftiecf
op sien knipoog, sein dat de uutjoering begon.
'Kléin vo^gefijn op^roene tak' was steefast ut easte lied"
en dan Tiet Hein', die dé sifvetjfoat won.
Af kodden we se op skoaf bij dns meester nooit (éerdj
we speuldén die ouwe déuntsjes steeds foutloos met,
mamme song d'r dan bij en d'rfeCgien toantsjefekeerd
aljgiiyen un soadwoorden óns boven dépet.
De ménsen kwamen bun kuus uut, in ónze straat wedut feest,
de bujer naast ons kietfut koofdskeef engenoat
en bur man, die dé beulé dag skrept kaden jittsd,
bromdé oe sufals met betiedén of float.
"t Zonnegelaat van ons scbeidén' was aftieten ut slot,
Tiaar bedsje Fererjga, jimme, uut mettepret!'
Ut dakraampke mocbt lékker open bfie, net su lang tot
we self ma r wudén, kopke water mocbt met.
Mien kiendés bè tjoénes met boksen en stereogeluud
enpikups, 't isfegemie niet omme nockt,
de kaaifaaisoundken knoerkad, ut naait 'rsoms uut!
'k Hè (asen tock mar weer un mondorgeltsje kocbt.
Johan van Bergen