GEZONDHEIDSKOLONIE ZEGEN
VOOR ZWAKKE KINDEREN
*T KLEINE KRANTSJE
Al veertig jaar verdwenen
PERMANENT: TWEE POP
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ^R OMHEEN
pagina 8
Dik honderd jaar geleden begonnen in ons land de denkbeelden over een betere
gezondheidszorg meer en meer veld te winnen. Daarbij werd vooral ook gedacht
aan het welzijn van het kind. Zo ontstond het idee kinderen, die daaraan de
meeste behoefte hadden, voor enkele weken uit te zenden naar oorden, waar ze
gezondheid zouden kunnen opdoen. Bij dit streven heeft de stad Leeuwarden een
vooraanstaande rol vervuld. Amsterdam en Den Haag hadden weliswaar de pri
meur met het uitzenden van bleekneusjes, maar enkele jaren later volgde onze
Friese hoofdstad al het goede voorbeeld, dat het westen op dit terrein gaf. Van de
vele gezondheidskolonies, die er in die tijd ontstonden, is de Leeuwarder dan ook
een van de eerste geweest.
De geschiedenis van de Leeu
warder Gezondheidskolonie is
vastgelegd door Corrien Rattink
in het onlangs verschenen vier
de deel van de "Leeuwarder
Historische Reeks", en wij ont
lenen graag enkele punten aan
dat verhaal.
Een van de stuwende krachten
achter de plannen, die leidden
tot het oprichten "eener ge-
zondheidscolonie", was de arts
J. Baart de la Faille, die leefde
van 1839 tot 1918 en wiens
naam de alleroudsten onder
ons zich zeker nog wel zullen
herinneren.
In februari 1686 kwam hij met
Het gebouw van de Leeuwarder Gezondheidskolonie in de duinen
van Vlieland: voorgoed verleden tijd.(Foto: Collectie Fenno
Schoustra/'t Kleine Krantsje)
een aantal lieden uit de gegoe
de burgerij bijeen en toen viel
het besluit voorlaan kinderen
naar buiten te zenden om ge
zondheid op te doen. Er werd
contact gezocht met school
hoofden aan wie werd ge
vraagd een lijst op te stellen
van ziekelijke of sukkelende
kinderen. Daarbij bleek al met
een, dat er meer gegadigden
waren dan- de ongeveer twintig
tot dertig, die maximaal van het
uitstapje zouden kunnen profi
teren.
Zo was er een strenge selectie
en moesten de kinderen ook
worden gekeurd. Meestal ge
beurde dat door dokter Baart
de la Faille, die zelf tot zijn
overlijden de voorzitter van de
commissie zou zijn.
Als meest geschikte plaats voor
het vertoeven in de natuur
dacht het bestuur aan het
eiland Schiermonnikoog en het
zocht dan ook contact met de
eigenaar van het toen nog par
ticuliere eiland, een meneer
J. E. Banck in Den Haag. En
die stelde spontaan De Burcht
beschikbaar, het gebouw, dat
de Heren van het eiland jaren
tot onderkomen had gediend.
Daar gingen de kolonistjes de
eerste zeven jaar van de uit
zendingen dan ook naar toe en
alleen al de reis erheen was
voor de niet verwende kinderen
een kolossaal avontuur: met
de trein naar Grijpskerk, van
daar met een rijtuig naar Zout
kamp en dan met de stoom
boot Sophia naar de plaats van
bestemming.
Met veel wandelingen door de
duinen en naar het strand en
met een goede rust en een de
gelijke voeding hoopten de or
ganisatoren de gewenste resul
taten te bereiken en inderdaad:
na een verblijf van drie weken
bleken de jongens en meisjes
schoon aan de haak zonder uit
zondering zwaarder te wegen,
dan bij het begin van de reis.
Erg belangrijk was ook de na
zorg, die er werd betracht. Ge
durende acht weken na het uit
stapje mochten de kinderen
tweemaal daags een halve liter
melk komen drinken bij de da
mesleden van de organiseren
de commissie.
Tientallen jaren bleek dat een
uitstekend systeem te zijn,
maar in 1917 werd de liter melk
per dag tot een halve liter te
ruggebracht, omdat de kinde
ren er zich onverschillig tegen
over begonnen te stellen en de
geste steeds minder waardeer
den. En in 1924 hield men er
daarom helemaal maar mee
op.
Intussen was De Burcht op
Schiermonnikoog als onderdak
De medeoprichter en eerste
voorzitter van de Leeuwar
der Gezondheidskolonie
dokter J. Baart de la Faille
werd als een van de meest
verdienstelijke stadgenoten
beschouwd. Hij was als
links liberaal vele jaren lid
van de gemeenteraad en
bekleedde bestuursfuncties
in Het Roode Kruis, de Ver
eniging tot bestrijding der tu
berculose en de Vereniging
Eigen Brood Bovenal. Als
een echte voorvechter zette
hij zich met heel zijn hart in
voor de hygiënische belan
gen van de stad. Zijn ijveren
voor het ziekelijke kind past
dan ook geheel in zijn lijn. In
1913 kreeg hij de hoogste
onderscheiding van de ge
meente, de erepenning der
stad Leeuwarden.
verloren gegaan en hadden de
organisatoren op .Vlieland een
huis aangekocht, dat na een
aantal jaren kon worden ver
vangen door een nieuw onder
dak in de duinen - dit zou de
kinderen nog een kwarteeuw,
van 1914 tot 1939, herbergen.
Toen door de oorlog ook deze
laatste pleisterplaats verloren
ging vonden er nog uitzending
en plaats naar de Cornelia-
stichting in Beetsterzwaag en,
opnieuw, naar Schiermonnik
oog.
In februari 1953, toen de Leeu
warder Gezondheids Kolonie
precies zeven en zestig jaar
bestond, besloot het bestuur tot
liquidatie om redenen, die duis
ter bleven. Waren er toen, zo
snel na de donkere, oorlogsja
ren, in Leeuwarden al helemaal
geen bleekneusjes meer?
Nou nou, dat moet voor die Sonja de Winter ook een ont
dekking zijn geweest, het bestaan in Leeuwarden van het
Museumwinkeltje in de Nieuwesteeg. Daar had ze zeker
nog nooit van gehoord. "Gossemegosseltje's" schreef zij
dan ook in het gastenboek, "dat dit bestaat en dat al twee
jaar!!! Twee jaar lang wat gemist.
Wel, we weten niet of Sonja de Winter ook nog nooit van
't Kleine Krantsje heeft gehoord, maar ze leest het zeker
niet. Anders had ze wel geweten van het bestaan van die
Museumwinkel - al verschillende malen heeft 't Kleine
Krantsje erover bericht.
Om te voorkomen, dat het bestaan van nog meer interes
sante Leeuwarder zaken aan Sonja de Winter ontgaat bie
den we haar graag een gratis abonnement aan voor dit
lopende jaar. Zij moet zich, gossemegosseltjes, maar even
melden: telefoon 120302.
Ooit is er in het pand eenen
zestig boven aan de Voor
streek, naast de bekende
broodfabriek van Van den
Berg, een "Dameskapsalon
Kroeskop" geweest. In negen
tienachtendertig rekende deze
kapsalon voor een complete
permanent een bedrag van
twee gulden. Iedere tiende
klant voor een permanent werd
zelfs gratis geholpen.
Ook de andere tarieven van
deze nu al lang vergeten kap
salon waren nog echt "vooroor
logs": wassen, knippen en on-
duleren tachtig cent, onduleren
vijfenveertig cent en knippen al
leen vijfendertig cent.
Het is al bijna honderd jaar geleden, dat deze karakteristieke foto van het oude
Leeuwarden werd gemaakt. De fotograaf heeft voor het maken van de plaat op het
bolwerk bij het molenaarshuisje gestaan en wat we hier zien is de oude herberg
De Groene Weide met daar achter de korenmolen Het Lam, die gestaan heeft aan
het begin van het Beetgumerpad, zo ongeveer op de hoek van de Westersingel en
wat nu de Molenstraat is. Eigenlijk alles wat we op deze foto zien is nu verieden
tijd: De Groene Weide, die intussen werd verbouwd, de huisjes ernaast, die ook
voor nieuwbouw plaats hebben gemaakt en de mooie molen het Lam, ook wel de
molen van Vosman genoemd, die er ook al heel lang niet meer is. Om nog maar te
zwijgen van de beide kinderen, die we op de voorgrond zien. Wie, zo denken we
dan altijd maar weer, wie zouden dat zijn geweest?