DENKEND AAN DE SCHOLEN UIT MIJN JEUGD... DOODSHOOFDEN TE KOOP pagina 9 Is dit niet een mooie kiek van Ieeriingetjes van de Bewaarschool aan de Tuinen? Voltooid verleden tijd! (Foto: Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) Als ik zo 't Kleine Krantsje zit door te sneupen, bekruipt mij de behoefte om achter m'n schrijfmachine te gaan zitten en er maar weer eens op los te "nostalgeren" (geen goed woord, maar misschien voor herhaling vatbaar?). Tegelijker tijd besef ik, dat ik niet zomaar van wal kan steken. Het moet ook wel een beetje leesbaar zijn. En vooral herkenbaar voor vele lezers. Fenno Schoustra (lees Skoustra op sien "Luwad- des") kan tenslotte niet alles plaatsen. Al schrijvend herinner ik mij, dat Fenno en ik nog op dezelfde school zijn geweest. School 14 in de Tjerk Hiddes- straat. Hij aan de B-kant en ik aan de A-kant. Die school was voor mij een kwelling. Zeven lange jaren van jeugdverdriet (ik bleef nog een keer zitten ook!). De jaren daarvoor, op de "be waarschool" waren heel wat prettiger. Dat was op de Tui nen. Tussen textielwinkel van De Boer en de distilleerderij van Bokma was een soort steegje, bestraat met kleine gele IJsselsteentjes. Op het einde van die steeg was de in gang van de bewaarschool. Ik zie me nog aankomen. Bij moeder achterop de fiets in een mandje. Alle moeders dromden samen in de steeg. Hoe was een jongen in die tijd gekleed? Matrozenpakje, lange wollen kousen, die vastgehou den werden met elastieken, die vastzaten aan je onderbroek. En die onderbroek had van achteren een flap of klep. Die kon opengemaakt worden door knopen los te maken. Verder had je knielappen van leer, die met riempjes om je been zaten gesnoerd. Het schoolhoofd heette juffrouw Van der Biezen. Dat weet ik nog zo goed omdat zij tevens onze buurvrouw was in de Vijverstraat. Ik had dus wel een streepje voor. mis schien. Wat we daar deden? Spelle tjes, matje vlechten, kleuren en zingen, veel zingen. Van: "Mijn zusje kreeg van Sinterklaas twee emmertjes van blik" en "O jongens als ik rijk was, ik wist wat ik dee." Weet u nog wel? Kortom een echte "be waarschool", waar je inderdaad werd bewaard. "Fröbelschool" heette het geloof ik in die tijd. Menigeen zal op die bewaar school zijn geweest en zich de juffrouw van het toilet herinne ren. Dat was juffrouw Sjollema (geloof ik). Zij had een handi cap, want aan beide handen had zij maar één vinger, of één duim. Dat vond ik toen al erg facinerend. Als het tijd was voor plasjes enz. stond juffrouw Sjollema klaar in een lange schort, knoedelsje in 't haar en de handen in de zij. Groepsge wijs kwamen dan de kleintjes hun opwachting maken bij haar. Sommigen rkonden nog niet zelf hun broekjes naar be neden doen. Dat deed Sjollema dan. En dat ging, ondanks haar beide stompjes aan haar han den, ongelooflijk snel. "Kom hier jonkje (of meiske)" hups, broekje los, floep, de zaak naar beneden, flap los bij de jon gens en dan vlot op de w.c. Het slachtoffer stond in een soort houdgreep, gebogen over een uitgestoken knie van Sjol lema. In een oogwenk had ze 't kontsje bloot en zaten de lie verdjes hun behoefte te doen. Ook het verdere protocol ver liep in hoog tempo. Snel wat w.c. papier om haar ene vinger gewikkeld en dan.enfin, vul zelf maar in. Dat was wel pijn lijk trouwens. Gek dat je zoiets nooit vergeet. I-Jet sinterklaasfeest was ook onvergetelijk. Ik zie die Sinter klaas nog binnenkomen in de zaal. Wat een sensatie als je nog in die man gelooft! Alle maal moesten we een mandje meenemen naar school de dag van tevoren. Dat stond dan op je bank die nacht. De volgende morgen als je dan op school kwam, zat er wat in! Meisjes hadden meestal een pop, de jongens een brandweerauto of Bij egalisatiewerkzaamheden op het Oldehoofsterkerkhof, nu precies een kwarteeuw gele den, werden als een lugubere herinnering aan de vroegere begraafplaats op dit punt, een vijf en twintig tal doodkisten blootgelegd. De kisten lagen op het uiterste oostelijke deel van het kerkhof, ,daar waar de huizen van het Heer Ivostraatje hadden ge staan. De bewoners van dat Surivestraatsje bleken dus altijd pal boven de doden te hebben zoiets. Ook wat snoep natuur lijk. Bij mooi weer in het voorjaar of zomer mochten we buiten op de speelplaats. Die grensde aan de drukkerij van Eisma. Er stonden wat bomen (een kas tanjeboom herinner ik me nog goed) en verder was er veel zand, waarin het goed toeven wasvoorde peuters. UIT MET DE PRET Maar na enige tijd naderde de "leerplichtige leeftijd" en was het uit met de bewaarschool- pret. In 1931 toog ik aan de hand van moeder op m'n paas- best naar de Tjerk Hiddes- school (14) en belandde daar na wat zenuwachtig gedoe en gehuil in de 1e klas, waar juf frouw Doornstouter de scepter zwaaide. Daar zat je dan, on wennig in een vreemde bank. Je keek naar de grote platen van Jetses aan de wanden. Die waren prachtig, maar je had er nog geen oog voor. De juffrouw eiste alle aandacht, nadat de moeders met resolute hand wa ren afgescheept. Sommigen gluurden nog even over het geleefd: "grieselig om er an te rug te denken..." Het houtwerk van de kisten bleek de tand des tijds beter te hebben doorstaan dan de begravenen. "Een halve kop en wat ribben," aldus een oogge tuige, was alles wat nieuwsgie rige toeschouwers hier te zien kregen. Toch moet de een of andere obscure stadgenoot handel hebben gezien in het vergaren van doodshoofden, daar op het Oldehoveplein. Er werd in die raampje van de deur.maar dan was het opeens opletten geblazen! Enfin, wie herinnert zich zulke dingen nou niet? De leesplank werd uitgereikt, een doosje met lettertjes en daar begon de eerste leesles. Aap, Noot, Mies enzovoort, enzo voort. Geen juffrouw Sjollema meer bij de w.c. Wel een overal aanwezige conciëge, Tammin- ga. Altijd een hoed op, bril op de vrij fors uitgevallen neus en een grijze stofjas aan. De man was overigens zelf ook vrij fors uitgevallen. Het was een boom van een kerel. Als een kind in de klas had overgegeven, moest hij opdraven met wat zand en veger en blik om de zaak op te ruimen. Hij was een man waar je niet omheen kon. Wat een verandering als je zo vanaf de bewaarschool wordt gedumpt op de "grote school"! Strenge juffrouw, die overigens eens een tik op haar neus kreeg van klasgenoot Gerrit. We hadden hem uitgedaagd trouwens. "Dat durfst niet, de juf een klap oppe neus te ge ven" (ze had een uitdagende, vrij puntige neus). Maar Gerrit dagen het sterke verhaal ver teld, dat de kerel al vier sche dels had verkocht, "twee voor honderd gulden per stuk aan een tandarts en twee voor vijf tig gulden per stuk aan een huisarts." Een van die schedels, zo ver telde een berichtgever ons, had nog een gebit "om jaloers op te zijn." De sjacheraar had het dan ook geen enkel moeite ge kost om die schedel, "mooi op- puutst en bleekt in bleekwater," aan die tandarts te verkopen. durfde het wel! "Pats". Een totaal onthutste juf Doornstouter zette hem op de gang en hij kreeg strafregels. Zo van: "Ik mag de juffrouw niet op de neus slaan," denk ik. Ik weet het niet meer precies. Maar Gerrit was wel de held van de klas natuurlijk. Onder het onderwijzend perso neel waren veel bekende figu ren. Meester Nubé, het hoofd van "A", meester Sipkens, be kend als violist in een Fries strijkkwartet dat altijd in oude costuums optrad. Ook speelde hij vaak voor de klas op die viool en als hij jarig was trac- teerde hij op Kwatta repen! Vergeet je nooit zoiets. Dan was er meester Deinema, juf frouw Piso (met een' stem als een man die je heel de school door kon horen als ze het op de heupen had). Juffrouw Plij- zier, die haar naam geen eer aandeed. Zij keek altijd zuur. Juffrouw Glastra, een jonge juf, die erg gezien was bij haar mannelijke collega's. Zoiets kreeg je al gauw door als je wat ouder werd. Verder ook een klasje voor doven en slechthorenden, waar meester Visser les gaf. Die kon heel mooi zingen. Speelde ook altijd mee in de toneelgroep van on derwijzend personeel met Sin terklaas in de Harmonie. Hij woonde samen met Koos de Jong. En dan was er vooral nog meester Greben. Een enorm populaire man die altijd Sinter klaas was op school en in de Harmonie. Ook was hij actief op sportgebied. Weg is de school, maar hoewel ik niet be paald terug kan zien op een prettige schooltijd, was ik te leurgesteld. Weg speelplaats, weg fietsenhok, weg dat grote groene hek, weg al die dingen die toen zo'n grote rol in je jeugd hadden gespeeld. Rond hangend in de Tjerk Hiddes- straat zag ik het weer voor me, de hospartijen op de laatste dag voor de vakantie. We trok ken dan met alle leeflingen door de straten rond de school, zingend en hossend. "En het is vandaag de allerlaatste keer, allerlaatste keer, allerlaatste keer!" Ik weet niet precies meer wat we zongen. Wel, dat "de grootste barg voor de klas stond, die alle kleine bargjes opat" of iets van dien aard. Een ontmoeting met school 17, die ook aan het hossen was, liep wel eens uit op een veld slag. Enfin, weg school 14. De herin neringen blijven. En de school foto's. Mijn klasgenoten zijn nu allemaal bijna 70 jaar. Hopelijk zijn ze allemaal nog in leven en gezond. Mochten ze dit verhaal lezen, hierbij een groet van oud klasgenoot, Marten W. Sytsema Baarle Nassau

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 9