REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR
OUWE JOHANNES MET BUSJE MELK
'T KLEINE KRANT5JE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 15
adviesbureau voor reklame en publiciteit
jozef israëlsstraat 6-10 058-124984
De S.S. gelast telefonisch te doen aanhouden en over te
brengen naar haar Dienststelle Theodorus Schoffelmeer,
geboren 7november 1914, wonende Oldegalieën 187.
De agenten Van der Meuten en Hitzert rapporteren, dat
Schoffelmeer volgens een schrijven aan zijn ouders naar
Duitsland is vertrokken, hetgeen de S.S. is medege
deeld.
De Inspecteur van Politie Hombrink, rapporteert, dat hij
met de hoofdagent Got assistentie heeft verleend aan de
deurwaarder der Belastingen Dillings bij eene beslagleg
ging ten huize van Berend B., aardappelhandelaar, wo
nende Insulindestraat 154. Aangezien de toegang tot de
woning geweigerd werdis met behulp van een smid het
deurslot geforceerd, waarna het binnenkomen dier wo-
ning ongestoord kon plaatsvinden.
De Feldwebel Köller verzoekt namens Hauptmann Smidt,
verblijvende in de Gemeenteschool nummer 17, opspo
ring en terugbrenging van zijn vijf maanden oude Schot
se bruine terrier, die van hem is weggelopen.
Het Gewestelijke Arbeidsbureau, afdeling Bijzondere Be
middeling, verzoekt telefonisch te willen doen aanhouden
en naar haar bureau te willen doen overbrengen Anton
Pieter Prins, geboren 14 juni 1909, Meidoornstraat 20,
die gistermorgen zich had moeten melden om uitgezon
den te worden naar Duitschland, doch die niet is ver
schenen.
De agent Van Oostrum rapporteert, dat Prins niet thuis is
getroffen, doch volgens verklaring van zijn vader is ver
trokken, vermoedelijk naar Groningen, nader adres onbe
kend.
Jacob Heyenga, oud 38 jaar, tandarts, wonende aan de
Nieuwestad nummer 65, doet aangifte van het onbe
voegd uitoefenen van de geneeskunst en het verwerken
van tandheelkundig rubber door den tandtechniker Van
der Heide, wonende in de Claes Bockes Balckstraat.
De Obergefreiter Matz doet namens Hauptmann Smidt,
wonende aan de Groningerstraatweg 16, aangifte van
vermoedelijke diefstal van een gladharige lersche terrier,
een reu, vijf maanden oud, luisterend naar de naam Joe.
Lodewijk Hermanus Geveke, geboren 23 januari 1877,
bouwaannemer, wonende aan de Dokkumertrekweg
nummer 3, doet aangifte van vermoedelijke verduistering
in dienstbetrekking, gepleegd door F. G. Vergonet, wo
nende aan de Lombokstraat nummer 22.
Leida Onclin, geboren te Leeuwarden 23 juni 1901, wo
nende Achter de Tulpenburg 20, geeft kennis, dat haar
broer Willem, geboren te Leeuwarden 25 augustus 1897,
neigingen van krankzinnigheid vertoont en niet ongevaar
lijk is voor zijn medehuisgenoten en omwonende perso
nen. Terstond de noodige maatregelen genomen.
De rechercheur Van Weemen rapporteert, dat Willem
Onclin per ambulance is overgebracht naar het Stadszie
kenhuis.
De rechercheur Visser rapporteert, dat Johannes van der
Veer, geboren 6 maart 1923, loopknecht, wonende Men-
delsohnstraat 27, bij het aanzetten van een kachel bij
den drogist Prinsen aan de Tuinen in brand raakte. Door
in de stadsgracht te springen wist hij de vlammen te
dooven. Op advies van Dr. Geerlings is hij per politie-
brancard overgebracht naar het Stadsziekenhuis.
A. Mekker, wonende Spanjaardslaan, deelt telefonisch
mededat er even tevoren in het perceel Houtstraat 58
een schoorsteenbrand had gewoed. Het vuur was door
omwonenden gebluscht, doch assistentie van de brand
weer voor nablussching was gewenscht. De Piket Com
mandant der Brandweer is hiermede in kennis gesteld.
Deze rapporteert bij terugkomst, dat ten huize van de
weduwe Branderhorst, wonende in vermeld perceel, ten
gevolge van het te heet gestoken van een kachel, een in
de schoorsteen ingemetselde balk in brand was geraakt.
Door de brandweer is de nog smeulende balk met een
natte dweil gedoofd en de vuurresten verwijderd.
De rechercheur Van Weemen rapporteert, dat vermoede
lijk uit politieke overwegingen getracht werd een ruit te
vernielen van perceel nummer 54 aan de Spoorstraat,
bewoond door Dirk Postmus, geboren te Leeuwarden 6
oktober 1906. Met een steen werd naar deze ruit gewor
pen, doch die kwam tegen het kozijn, tengevolge waar
van geen materieele schade werd veroorzaakt. Rappor
teur doet verder onderzoek.
De rechercheur Huisman rapporteert naar aanleiding van
een telefonische mededeling, dat van het perceel Spoor
straat 54, bewoond door Dirk Postmus, door middel van
een straatsteen een erker-ruit werd vernield. Achter dit
ruit was een biljet aangebracht met de woorden "Tegen
het Bolsjewisme". Dit biljet werd geheel vernield. Daar
Postmus lid der N.S.B. is, zijn politieke overwegingen
vermoedelijk de oorzaak van deze daad. Hel onderzoek
naar den dader, ook door middel van den speurhond
Agaat, leverde geen resultaat op. De vereischte meldin
genzijn verricht.
De rechercheur Hooijsma rapporteert, dat Jan Reitsma,
geboren te Stiens 25 mei 1901, veehouder, wonende
aan de Mr. P.J. Troelstraweg nummer 147, tengevolge
van een ongeluk bij het rooien van een boom, het leven
heeft verloren. Reitsma was met een knecht bezig een
op zijn erf staande boom te rooien. Toen deze viel kwam
de boom terecht op een staalkabel van een zogenaamde
kuiltakel, zijnde een opstaande paal, die door drie staal
kabels in rechte stand wordt gehouden. Een dezer dra
den knapte af. Tengevolge hiervan viel de opstaande
paal in de richting van Reitsma. Hij kreeg deze paal op
zijn achterhoofd en was vrijwel op slag dood.
(1943)
Een opvallende figuur in de
buurt van de Romkeslaan is in
vroeger tijden "Ouwe Johan
nes" geweest, een heel klein
mantsje met aan zijn voeten
een paar enorm grote klompen.
Ouwe Johannes, die op de
boerderij van Postma bij de
Potmarge werkte, droeg geen
baard, maar hoefde zich ook
nooit te scheren - ook dat was
een bijzonderheid.
Het leek wel, of de mensen
Ouwe Johannes nooit zagen lo
pen zonder een busje melk,
maar dat kon wel kloppen,
want iedereen wist, dat hij zelf
ook beschikte over een koe.
Hij had dat beest thuis in zijn
eenkamerwoninkje in de bed
stee staan. Ouwe Johannes
sliep in de ene bedstee, de koe
stond inde andere...