Jou 1 KLEINE KRANTSJE dénni/tnon in de ften Makelaardij Bedrijfs- makelaardij voorFriesland LEEDAANZEGGER Bij het opruimen van de nala tenschap van ons ouderlijk huis vond ik deze foto van mijn grootvader, de heer R. Bron. Veel herinneringen kwamen toen weer boven. Hij was leed aanzegger bij de Chr. begrafe nisvereniging "De laatste eer". Als ik het vergelijk met deze tijd, deden ze hun naam wel eer aan. Ik was op de W. C. van Mun- sterschool, dicht bij de Oude Noorderbegraafplaats. Zodoen de trof ik nogal eens een be grafenisstoet. Er was me op het hart gedrukt, dat, als opa voorop liep, ik hem niet mocht groeten. Als de stoet dan langs kwam, liep voorop mijn grootvader, daarachter kwamen de koetsen met de paarden met zwarte dekken over. De weinige au to's, die er reden, bleven aan de kant staan tot de stoet voor bij was. De auto's die er ach teraan kwamen bleven er ach ter en gingen niet voorbij. Fietsers stapten af en voetgan gers bleven staan. In de straat kwam de leedaan zegger de rouwbrief voorlezen. Op de dag van de begrafenis gingen in de straat de gordijnen dicht. Wat een verschil die der tigerjaren met deze tijd Groningen Mevr. R. Burgier-Zwerver DE PIPEGAAL De omschrijving van een pipe gaal, die de heer H. Hoekstra in het aprilnummer van ,,'t Klei ne Krantsje" geeft, betreft de zogenaamde 'polderkruiwagen' (zie: Ir. W. van der Schrier ci - 'Grondwerken, Beschoeiingen en Keermuren'). Volgens dr. E. J. Haslinghuis - 'Bouwkundige Termen' is een 'pijpegaal': korte kruiwagen met alléén een vlakke vloer en een opgaand schot, zonder bak of zijschotten. Leeuwarden B. van Raalte GAZO DOOR Het doet mij altijd plezier 't Klei ne Krantsje in de brievenbus te krijgen en ik heb er alle bewon dering voor hoe jullie het altijd weer klaarspelen om interes sante dingen over oud-Leeu warden naar voren te brengen. Als niet-Leeuwarder, maar ge boren en getogen in Warga, wil ik ook graag mijn voldoening uitspreken over de foto's op de voorpagina - de laatste keer van de Frico in z'n oude glorie en een paar maanden geleden van de Harlingervaart, richting Schenkenschans. In oorlogstijd ben ik daar ver scheidene keren langsgefietst, op weg naar wie later mijn vrouw geworden is, dus die kan er ook over meepraten: langs de Frico, de C.A.F. en de brug over bij 'het dok', waar je altijd terdege moest opletten, om door de daar liggende spoor rails niet tegen de vlakte te gaan. Mijn vrouw is daar als meisje, vlak voor de brug, nog eens in een bomtrechter te rechtgekomen. Verder ging je dan langs het abattoir en als laatste kreeg je de verffabriek, waar de familie Stok woonde en daar begon het smalle paadje van de Sneeker Trekweg - ik liet me dan overzetten bij het eerste pontje over de Swette bij de houtfabriek van Overmeer. Ook de foto van de Frico deed mij weer denken aan de tijd, dat ik daar op de tweede zolder bij Bommeson gewerkt heb en als je dan dat gebouw ziet met ervoor een auto van de Centra le Melkinrichting Frico uit War ga, de oude Internationaal, de B. 22222 met aanhangwagen, waar Roel de Moor op reed, dan komen al die oude herin neringen weer bij je boven. Mijn hartelijke dank daarvoor en ga zo door: laat de oude garde genieten van al het moois van vroeger, waar he laas niet zo veel van overge bleven is. Warga Rein Koster HARLINGERTREKVAART Een mooie foto in het maart nummer van 't Kleine Krantsje van de vroegere Harlingervaart, die ook wel Harlingertrekvaart werd genoemd! Waar kwamen de woorden 'trekweg' en 'trek vaart'vandaan? Wel, vroeger liep er langs het water een smal trekpad, dat werd gebruikt door paarden en schippers, die de schepen voorttrokken. In het begin van deze eeuw bestonden er nog nauwelijks stoomboten. Bij on gunstige wind moesten de zeil schepen, meest vrachtschepen, worden voortgetrokken. Dit ge beurde door een paard of door de schippers zelf. Het dikke trekkoord had zijkoorden voor verschillende personen, soms ook vrouwen. Die hadden een soort houten juk voor de borst, waardoor het trekkoord niet het lichaam spande. De eerste stoomboot, die ik zag was de Stanfries, die ge meerd lag aan de Willemskade en haar vracht naar Amsterdam bracht over de Zuiderzee. Naar 'Holland', zoals wij Friezen dat toen zeiden. Tot 1913 woonde ons gezin aan de Harlingertrekweg. Het was nog de tijd van het gas licht. Onze kippenren diende voor ons, kinderen, als over- stap naar ons speelterrein, De Wilhelminabaan. Hier was altijd veel te doen: voetbalwedstrij den, concours-hippique, een landbouwtentoonstelling. En niet te vergeten de mislukte vliegdemonstratie van Max Olieslagers, die met zijn vlieg tuigje crashte en tussen de toe schouwers belandde. De men sen met lichte verwondingen kwamen naar onze geïmprovi seerde Eerste-hulppost. Ik zie nog mijn vader en moeder en Anna, onze gedienstige, druk bezig met waskommen en met ontsmettende lysol, die ik nu nóg ruik! Een populair liedje uit die tijd was 'Als Olieslagers dood is, dan krijgen wij mis schien, de helleft van zijn cen ten en ook zijn vliegmachien'. Met deze Olieslagers werd dan Jan bedoeld, de nog bekendere broer van Max. In 1913 verhuisde ons gezin naar het Zaailand en werd de Wilhelminabaan vervangen door het Wilhelminaplein, waar ook van alles was te doen, zo als de Vrijdagsmarkt, de ker mis, het circus, de éénMeiop- tocht, het 'ringsteken' en het vuurwerk op 31 augustus, de toenmalige Koninginnedag. Toen in augustus 1914 de Eer ste Wereldoorlog uitbrak, zagen wij op de trappen van het Ge rechtsgebouw hondenkarren met mitrailleurs en veel solda ten op het plein en in het Beursgebouw. Onze ouders waren toen juist met vakantie in Duitsland en konden zich, te rugkomend, niet legimiteren, daar er nog geen paspoorten bestonden, totdat mijn vader een briefkaart toonde van mijn hand en toen werden zij be schouwd als Nederlanders! Ik ben al heel lang uit Leeuwar den vandaan, maar het is ple zierig om op je oude dag (ne gentig jaar) het gebeuren uit je jeugdjaren nog eens in 't Kleine Krantsje te lezen. Antwerpen Mevr. S. de Vries DE IJSMAN In 't Kleine Krantsje van april las ik het stukje "Liedjes" van R. Terpstra uit Vlissingen. Mijn herinnering vloog terug naar mijn prille jeugd. Er was een groot feest op de Con- densfabriek voor de kinderen van het personeel met een clown en tot slot werd er door allen een liedje gezongen. Vre selijk, want ik kende de tekst niet! Alles wat me is bijgeble ven was: "Daarginder komt de ijsman; de ijsman van mijn buurt... dan trekt hij aan de bel en roept ijs met slagroom, die roep die ken je wel!" Later zong ik het voor mijn kin deren als er een ijsman kwam, tot er een zei," leer me nou pagina 4 Wl en Leeuwarden, Nieuweweg7-11 tel. 058-131215' eens dat hele liedje." Ja, daar sta je dan met een rood hoofd en moet je bekennen dat je nooit de hele tekst hebt ge kend! Jammer dan. De prijs van 3 cent heugt me niet. wel die van 5 en 10 en een extra grote van 15 ct. Zou iemand de hele tekst ken nen? Ik zou die heel graag wil len hebben. Lichtenvoorde G. A. Leferink-v.d. Akker DEIJSCOMAN Onlangs was er een lezer van 't Kleine Krantsje die een versje schreef over de ijscoman. Dat was, dacht ik, niet geheel juist, want volgens de schrijver kwam de ijscoman "als 't re gent". Het gaat als volgt: Zie daar komt de ijsman aan De ijsman van de buurt/Die ie dere dag geregeld komt/Zo lang de zomer duurt/Ja, hij heeft lek're wafels/Van 3, van 5, van 10/En ook nog hele gro ten/Met slagroom bovendien/. Refrein: Heel langzaam komt hij nader/En trekt eens aan de bel (tingeling)/En roept dan: "IJs met slagroom'VDie roep die ken je wel. Amersfoort J. v.d. Haas De ijscoman in vroeger jaren in het oude Leeuwarden: ijsjes van 2, 3, 5 en 10 cent in de smaken ananas en frambozen. Deze wagen van de familie Slof had z'n standplaats op de hoek van de Nieuwestad en de Wirdumerdijk. (Foto: collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 4