BIJ POELSMA OP BOKSLES DOOR ACTIE N.S.B.-ERS VERKEER GESTREMD pagina 5 Jan Schoustra, nog zonder bokservaring, kort voor de ver raderlijke inval van de Duitsers, als militair gefotografeerd. (Foto: Collectie Fenno Schou- stra/'t Kleine Krantsje) "Laarzen op de Langepijp" - wel, daar kan ik over meepra ten! Als een boek ooit een toe passelijke titel heeft gekregen, dan is het wel, althans voor mij, het nieuwste boek van Ype Schaaf. 'Laarzen op de lange pijp', een titel die beslist niet beter had gekund. Een van de foto's op het titel blad laat een troep op de Nieu- westad marcherende N.S.B.ers zien. Zwarte petten, zwarte hemden, zwarte broeken, zwar te laarzen, kortom helemaal zwart, van buiten en van bin nen. Langs de kant enkele toe schouwers, die de landverra ders met argwanende, deels afkeurende blikken gadeslaan. Op de achtergrond 'onze' Oude Waag, centrum en symbool van het oude Leeuwarden. En links daarvan, net niet op de foto, was en is daar nog steeds de alom bekende 'lange piep', ver zamelplaats voor de jongeren. Deze foto herinnert aan de eer ste jaren van de oorlog. Door straatterreur, uitlokking van ge weld en dergelijke, trachtten de N.S.B.ers in die tijd hun gezag te vestigen. Precies zoals hun nazibroeders dat in de jaren daarvoor met zoveel succes in Duitsland hadden gedaan. Het zal op een zaterdagmiddag zijn geweest dat ik met enkele kornuiten op de 'lange piep' stond, de dingen van de dag besprekend. Het was er gezel lig, de winkels waren open en er waren veel mensen op straat. Temidden van die drukte kwam er een geüniformeerde troep N.S.B.ers aanmarcheren. Precies op de manier zoals de foto met de toekijkende Oude Waag op de achtergrond dat zo treffend laat zien. Op de plaats waar de maker van deze historische foto ge staan moet hebben gaf de commandant (Obersturmführer of zoiets fraais) ineens het be vel: "Rechts uit de flank en met de knuppel!" Voordat wij besef ten wat er eigenlijk precies aan de hand was stormde de hele troep N.S.B.ers de 'lange piep' op. Zij sloegen met hun gum mieknuppels op alles wat zich daar bevond. Deze charge was zo goed voorbereid en het ging allemaal zo snel dat er voor ons niets anders op zat dan hals over kop het hazepad te kiezen. Alle op de Nieuwestad uitkomende nauwe stegen en smalle straten kwamen daarbij perfect van pas. In december vierenvijftig heb ben veel Leeuwarders een wonderlijke ervaring opgedaan: het verkeer over de Groninger straatweg bleek toen drie volle uren volkomen gestremd te zijn. Een gecompliceerd ver keersongeval bij de vroegere speeltuin Het Kalfje was daar de oorzaak van. De chauffeur van een truck met oplegger, op weg naar Gronin gen, kwam te laat tot de ont dekking, dat er voor hem op de weg een vrachtauto stil stond. Het obstakel voorbijrijden kon niet, omdat er van de andere kant een personenauto nader de. De bestuurder van de truck gooide daarom het stuur orn en kwam met het voorste deel te gen een boom te staan. De op legger schoot evenwel door, ramde met de linkervoorkant de tegemoetkomende auto en bot ste toen op de stilstaande vrachtauto. Het grote wonder van dit onge val was, dat er niemand enig letsel opliep. Maar het gevolg was wel, dat de gehele Gronin gerstraatweg werd versperd. Er ontstonden aan beide kanten van de wrakken lange files per sonenauto's, vrachtwagens en autobussen - alleen fietsers vonden een gaatje om er door te komen. N.T.M. bussen, die om half vijf uit Leeuwarden waren vertrok ken, stonden er tegen half acht 's avonds nog - vol met steen koude passagiers, want een stilstaande bus kreeg nog geen verwarming in deze tijd. Hoe wel nieuwsgierig geworden passagiers, die een kijkje kwa men nemen bij de ravage, ont dekt moeten hebben, dat er aan de andere kant ook wach tende bussen stonden, kwam niemand op het idee, dat de reizigers gewoon hadden kun nen overstappen, en dat men de bussen had kunnen keren. Buitengewoon druk werd het in tussen in het café Het Oud Tol huis, waar men handen te kort kwam om iedereen te kunnen helpen - het wemelde er van de chauffeurs, passagiers en nieuwsgierigen. Pas om half acht, drie volle uren na het ongeval, kon het verkeer in beide richtingen wor den hervat. Of er die keer gewonden zijn gevallen weet ik niet. Maar wel is het een feit dat ik na dat min der leuke avontuur met een aantal vrienden, die eveneens 'van de Dijp waren geveegd', boksles ben gaan nemen. Bij de bekende oud-kampioen Jan Poelsma die in die dagen een boksschooltje had. Toen we een vol jaar les had den gehad zei Poelsma: "nou mutte jimme mar us foor ut pu bliek bokse, inne ring". Dat zou, als ik me goed herinner, in de Zalen Schaaf (familie van Ype?) moeten gebeuren. Geen van ons groepje ging daar op in. Aan de bokslessen van Poelsma houd ik de allerbeste herinneringen over. Zij het dat ik sindsdien een stukje van een voortand kwijt ben. Klap van Poelsma zelf... Eerlijk is eerlijk, dat was dus niet een klap van de N.S.B.ers die op die zaterdagmiddag, met hun knuppels en met hun laar zen de rust op de 'lange pijp' hadden verstoord. Maar indirect was de dreun van Poelsma er wel het gevolg van. De herin neringen aan ai deze nare din gen zijn onuitwisbaar in het ge heugen gegrift. Mogen wij er voor worden behoed dat dat al les zich nog eens herhaalt. Er schijnen mensen te zijn die er wel iets voor voelen. Volkomen onbegrijpelijk! Telde, Gran Canaria Jan Schoustra Het was het vorige jaar precies drie decennia geleden, dat onze stad werd opgeschrikt door een spectaculaire brand. "Vroom en Dreesmann staat in de fik!" zo ging het op die eenentwintigste maart negentiendrieënzestig al gauw van mond tot mond. En ja hoor, van verre afstand kon je zien, dat er zich boven de binnenstad zware rookwolken ontwikkelden, duidelijk veroorzaakt door een grote brand. Het leek aanvankelijk niet zo best, omdat niet alleen V. en D., maar ook het belendende pand van Bervoets op de hoek van de Barge- steeg dreigde ten onder te gaan in een zee van vlammen. Maar de wakkere mannen van de brandweer, toen nog residerend naast het politiebureau aan diezelfde Nieuwestad, hoefden met hun ladderwagens maar een paar honderd meter af te leggen om er als de kippen bij te zijn. En zo viel het uiteindelijk met de schade toch wel wat mee: het vuur kon worden geblust voor er ruïneuze toestanden ontstonden. Het was wel toevallig, dat de redacteur-uitgever van het toen nog ongeboren Kleine Krantsje op de Nieuwestad fietste op het moment, dat men er de eerste alarmerende kreten van "Brand! Brand! Braandü!" kon horen. Hij kon dan ook een serie foto's maken toen de blussers het vuur begonnen aan te pakken en er nog maar weinig nieuwsgierige toeschouwers aanwezig waren. Dit is een van de opnamen uit die reeks. (Foto: Fenno Schoustra)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 5