Uit grootmoeders ansichtenalbum
'T KLEINE KRANTSJE
DEREDEN
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 6
TAXISTANDPLAATS
Op het pleintje tegenover hotel
De Bleek op de hoek van de
Bleeklaan en de Groninger
straatweg, waarover ik al eer
der schreef, is in de dertiger ja
ren ook een taxistandplaats
geweest van de firma Wiersma
uit de Schrans. Dat bedrijf reed
met gele Citroënwagens en la
ter met een geblokte rand - het
wasdeCitax.
Er waren in de beginjaren van
het taxivervoer in onze stad
nog niet veel taxistandplaatsen.
De hoofdstandplaats was bij
het station, een tweede stand
plaats bevond zich op de Nieu
westad bij de Waag en de der
de was de net genoemde
tegenover hotel De Bleek.
Toen het Sint Bonifatiushospi-
taal gereed was kwam er op
het Leeuwerikplein nog een
vierde standplaats bij.
Leeuwarden R. Poelstra
COMPLIMENTEREN
Ik kan niet nalaten om de re
dacteur/uitgever van 't Kleine
Krantsje eens van harte te
complimenteren met de wijze,
waarop hij, nu al jaren en jaren
lang, zijn periodiek verzorgt.
Het is elke keer weer een waar
genot om het blad van a tot z
te lezen. Hulde!
Leeuwarden J. S. Hoekstra
EVEN REAGEREN
Na al die stukjes over de
Groen van Prinstererschool wil
ik ook graag even reageren.
Wij woonden aan het Zuidvliet
(Aannemersbedrijf Hettema),
waar nu een neef van mij
woont, naast wasserij Venema
en liepen vroeger via het Ha-
ventsje door een steegje tus
sen Bokma en aardappelhandel
Reitsma, naar school.
Dat haventsje kan ik me nog
heel goed herinneren. Je hoef
de nog niet door de Menno
Coehoornstraat, dus je sneed
een mooi stuk af. Er woonden
in mijn ogen nogal markante fi
guren: Haantsje Kukeleku,
Zwarte Akke en Beppe Booij.
Via het Molenpad, Jacob van
Akenstraat, Wijbrand de Geest
straat kwamen we dan uitein-
delijjk bij school.
Van de onderwijzers en onder
wijzeressen kan ik me nog her
inneren: juf Veltman (erg jong),
juf Dirksen (erg streng), juf
Spoelstra (net mijn opoe), de
heer Wolters, de heer Stofstra
en de hoofdmeester Hoogland.
Ik heb geloof ik maar twee we
ken bij de heer Hoogland in de
klas gezeten. Hij had nl. de ze
vende klas. Mijn broers Pier,
Jan en Dirk zijn van de vijfde
naar de zevende klas gegaan -
overgesprongen - en gingen
daarna naar de H.B.S. en ook
ik mocht dus naar de zevende
klas. Maar toen zei mijn vader
"flauwekul, meiden hoeven niet
naar de H.B.S.die kunnen wel
naar de M.U.L.O." Dus ik weer
terug naar meneer Hoorntje,
waar mijn vader ook al bij in de
klas gezeten had en die in mijn
ogen dus al heel erg oud was.
Wat mij het meest bijgebleven
is is het 'schoonschrijven'. Je
mocht om de beurt dikteren en
In 1947 heeft een familie Prins deze prentbriefkaart verzonden aan een mejuffrouw J. Meester, die woonde aan
de Rotterdamscheweg in Delft. Hoe de kaart later belandde in Grootmoeders Ansichtenalbum zal wel altijd een
raadsel blijven. De kaart, uitgegeven door JosPe in Arnhem, laat ons het stuk van de Nieuwestad zien tussen
de Langepijp en de Duco Martenapijp, die we heel vaag op de achtergrond zien. Als we letten op de zeer
geringe drukte op straat vragen we ons af op welk tijdstip deze foto is gemaakt. Op een stille maandagmorgen
misschien? De fietser in het midden van de plaat lijkt keurig zijn hand uit te steken, zoals het ook hoort, maar
het kan ook zijn dat hij een vioolkist of iets dergelijks bij zich draagt.
Intussen waren er al zeer vele
Duitsers in en uit de school
verhuisd. Toen, plots, werd de
school geheel schoongemaakt.
Wat nu? Je zou in deze tijd
zeggen: Het werd een Eros-
centrum! 'Die Madlen' kwamen!
Na enige tijd verdwenen ze ook
weer en wel naar het Jacobij-
ner Kerkhof. Het gevolg was,
dat de school toen een tijdje
leeg stond.
Het zal vermoedelijk januari
1945 zijn geweest, dat we een
'röof- en haal-ploeg' kregen. Al
lemaal oude en gebrekkige sol
daten. Deze moesten er voor
zorgen, dat alles naar de 'Hei
mat' werd getransporteerd.
Er was een groep oudere boe
ren, die er niets meer in zagen.
Zij moesten paarden halen.
Natuurlijk waren er wel wat
contacten. Een Baptistenpredi
kant was Kerst 1943 bij ons
thuis. Hij móést in het leger. Hij
had goede contacten, zodat bij
ons thuis veel schaarse dingen
op tafel kwamen. Dat kregen
anderen weer te horen en we
konden hen zo nu en dan hel
pen aan nodige dingen. Het
voordeel was ook, dat we tot
twee dagen na de Bevrijding
electriciteit hadden. Woensdag
18 april '45, toen een ieder
graag wilde weten hoe de oor
log afliep en de radio in de
deur stond, werden we afgeslo
ten.
Dit stukje geschiedenis van de
Leerschool is natuurlijk een
klein stukje historie. Ik heb dit
graag willen schrijven.
Leeuwarden Angenitus
(Nico) Boersma
Radioreporter van Omrop Frys-
lan: "Kunt u ook zeggen, wat
de reden kan zijn geweest van
het zinken van het schip?"
deed dat dan zo langzaam mo
gelijk.
Van de leerschool dus naar de
M.U.L.O. (Karei Doorman) van
de heer Sijtsma. Leraren daar
waren o.a.: Master Kooistra
(Fries), de heer IJkema (wis
kunde), de heer Schildstra
(Duits en aardrijkskunde), de
heer Bruggenkamp (tekenen),
de heer Van Bergen Beieren
Henegouwen (gymnastiek) en
de heer Hoogenhuis.
Van de M.U.L.O. weer terug
naar het oude stekkie, de Mar-
garetha de Heerstraat, maar nu
naar de kleuterkweek naast
onze oude lagere school. Het
was een heel oud gebouw,
maar o wat hebben we daar
een plezier gehad! Direkteur
was de heer Lutgendorf, de
heer Bergsma uit Huizum gaf
maatschappijleer, mevrouw
Schouten (vrouw van de heer
Schouten, direkteur van de
C.H.B.S.) voor gezondheidsleer
en niet te vergeten juffrouw De
Vries (eerst kleuterjuf op de
kleuterschool in de Joh. Sems-
straat) voor didaktiek en metho
diek. De kleuterschool was in
het padvindersgebouw, dus ze
was toen mijn juf op kleuter
school en nu op de kweek
school. Zolang ik me haar kan
herinneren droeg ze een pleis
ter op haar voorhoofd.
Na zelf vijftien jaar kleuterleid
ster te zijn geweest in o.a. Dro-
geham, Sneek en Texel, zijn
wij naar Canada verhuisd. Daar
ontmoette ik weer een Leeu
warder, Margje Kleistra, een
klasgenootje van de Groen van
Prinstererschool en dochter van
slager Kleistra van de Ooster-
grachtswal. Ook de heer Lut-
Sneek. Naar aanleiding daar
van nam mijn vader zijn oude
beroep weer op, namelijk dat
van timmerman. Mijn moeder
werd schoolschoonmaakster.
De Chr. Industrie- en Huis
houdschool deed zijn intrede in
de lokalen van de vroegere
kweekschool, waar intussen
ook een Chr. Kleuterschool
was gevestigd. Deze verhuisde
naar het Padvindersgebouw
aan de Joh. Semstraat.
In juli 1939 was de school weer
schoon. Alle banken waren van
hun plaats geweest, de inktpot
ten waren schoongeboend (wat
wij deden) en de vloeren op
nieuw geolied. Klaar voor het
nieuwe schooljaar!
Vóór de aanvang van dat
schooljaar werd de school ge
vorderd door het Nederlandse
Leger. Het was mobilisatie. Zelf
kregen we 'inkwartiering'. Toen
brak in mei 1940 de oorlog uit.
Het was gedaan met de rust in
de Wijbrand de Geeststraat. En
met de rust in de Leerschool
Opnieuw soldaten in het welbe
kende gebouw, maar nu de
Wehrmacht! Het leger had een
autospuiterij naast de deur zo
gezegd, het schildersbedrijf
Roeda, waar gevorderde auto's
werden overgespoten. Al met al
een drukte van belang.
Wij moesten de conciërgewo
ning verlaten, ofwel mijn vader
moest de verwarming stoken.
Voor dit laatste werd gekozen.
Onder het voortdurend wakend
oog van de Duitsers is er toen
heel wat gebeurd bij ons thuis.
Brandstof was er genoeg, de
buurt werd goed voorzien. Eten
was voldoende voorradig. Er
kwamen Joodse kinderen, kin
deren uit 'Holland', bij ons thuis
de eerste opvang, onder het
oog van de Duitsers!
Van razzia's bleven we ver
schoond, alleen met de overval
op de gevangenis kregen we
wel bezoek.
Eext,
Anneke Diertens-Hettema
LEERSCHOOL IN OORLOG
Op 1 maart 1932 stond in het
Friesch Dagblad, dat tot con
cierge van de Chr. Kweek
school annex Leerschool aan
de Margaretha de Heerstraat te
Leeuwarden werd benoemd de
heer M. Boersma te Zuylen
(Utrecht), oorspronkelijk afkom
stig van Lemmer. Er waren 257
sollicitaties voor de vacante
plaats!!
Dit betekende voor mij als zoon
van de nieuwe concierge mijn
komst naar Leeuwarden. In
1926 geboren, kon ik in augus
tus 1932 naar school. Bij juf
Broekema. Mijn ouders hadden
de meeste drukte met de
Kweekschool. Er waren avond
cursussen en dan moest er
voor koffie e.d. gezorgd wor
den. De examentijd was erg
druk met die kwekelingen.
In 1938 - '39 veranderde dit,
want de Kweekschool werd op
geheven en verplaatst naar
gendorf heb ik in Canada ont
moet.
Uiteindelijk zijn we toch weer
terug naar Nederland gegaan
en wonen nu in Drenthe. We
zijn meteen abonnee van 't
Kleine Krantsje geworden en
zelfs mijn man, geen Leeuwar
der en zelfs geen Fries, spelt
het van A tot Z.
Na al die verhalen van mijn
'oude school' zou ik zo graag al
die oud-medeleerlingen weer
eens zien. Misschien een reü
nie in het vooruitzicht?