'T KLEINE KRANTSJE
JOU
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELDSER OMHEEN
Jan Peters, ofwel Jan P. (Foto:
Collectie Fenno Schoustra/'t
Kleine Krantsje)
JAN PETERS
Omdat ik tot april 1937 aan de
Tijnjestraat (nu Merodestraat)
gewoond heb naast de Con-
densfabriek, herinner ik me Jan
Peters, over wie u in het mei
nummer schreef, nog goed. Hij
woonde ook aan deze straat
achter het voormalige gieterijtje
van de familie Schroder. Je
kwam langs zijn wagen als je
over het pad naar de jachtwerf
van Drijver liep.
Jan P. droeg in die tijd altijd
een hoed. Min of meer dage
lijks passeerde hij ons huis op
weg naar de stad. Voor het
vervoer van zijn boodschappen
gebruikte hij geen tas maar een
normale platte handkar, waarop
een motorkap lag van een
Frans automerk. De kap hield
de boodschappen droog als het
regende.
Jan Peters sprak met een 'Hol
lands' accent en beslist geen
Leewadders. Hij was vrijgezel
en verorberde zijn maaltijden
bij goed weer meestal in de
buitenlucht. Naast zijn woon
plaats was in die tijd een depot
van de APC gevestigd. Deze
oliehandel gebruikte oorspron
kelijk door 'Belgen' getrokken
tankwagens, die omstreeks
1935 werden vervangen door
tankauto's. Jan P. verzamelde
een grote hoeveelheid van de
afgekeurde metalen reclame
borden. Toen bleek ook zijn
vakmanschap. Hij begon, naast
zijn woonwagen, een woonboot
voor zichzelf te bouwen van
deze borden. De platen werden
niet versneden verwerkt.
Doordat hij groot en sterk was
slaagde hij er in in zijn eentje
de platen overlappend aan el
kaar te klinken en kennelijk wa
ren de naden redelijk water
dicht. Tijdens het klinken werd
een zware voorhamer aan een
lange steel als tegenhouder ge
bruikt.
Het schip werd vanaf de bo
dem laag voor laag opge
bouwd. Het heeft geruime tijd
geduurd voordat het klaar was,
ook al doordat er vermoedelijk
niet doorlopend aan gewerkt
werd. Het eind van de bouw
lag na 1937 toen wij al ver
huisd waren. Als we er in het
begin van de Tweede Wereld
oorlog nog met de zeilboot op
uittrokken zagen we de boot,
vanaf de Greuns, in de Leeu
warder woonschepenhaven lig
gen. Jan Peters woonde er
toen op.
Vanzelfsprekend zagen we Pe
ters ook vaak naar de stad rij
den met zijn 'pypstomer', die is
omstreeks 1935 gereed geko
men.
Het leek me goed op deze ma
nier nog iets aan uw verhaal
toe te voegen.
Grouw G. H. Epema
DE VODDEN IN...
Elke keer als ik 't Kleine
Krantsje ontvang komen er al
lemaal herinneringen naar bo
ven. Zoals ook weer door de
verhalen over het Schoppers-
hofen het Cambuursterpad.
Ik ben geboren in de Schape
straat, vlak bij de Veulenstraat
en woonde daar mijn eerste
tien jaren. Wij speelden er veel
bij de boerderij van Tysma.
Daar liep een sloot voor langs
en er stond een rijtje van een
stuk of vijf bomen. Wij klom
men wel in de eerste boom en
zwiepten dan van de ene naar
de andere en gingen in de laat
ste boom weer naar beneden.
Ik weet nog best, dat mijn tan
te, die veertien jaar ouder was
dan ik en die nu nog in Mars-
sum woont, een jaar de huis
houding bij ons deed, omdat
mijn moeder ziek op bed lag.
Zij was toen een jaar of twee
en twintig, moest dus een zieke
vrouw verplegen en de huis
houding doen voor mijn Pake,
mijn vader, mijn broer die nog
heel klein was en voor mij.
Eens had ze een heel mooi
jurkje voor me gemaakt - in die
tijd droegen de meisjes nog jur
ken. Natuurlijk weer in die bo
men klimmen en toen kreeg ik
een grote winkelhaak in. Ik
durfde niet naar huis en toen
heeft mevrouw Plantinga het
voor mij gemaakt. Maar natuur
lijk leer je nergens van en de
volgende dag weer klimmen en
opnieuw een grote scheur er in.
En toen kon de jurk de vodden
in...
Canada
K. Soiseth-Kooistra
MEESTER WOLTHUIZEN
Mijn lagere schooljaren heb ik
doorgebracht op de Chr.
School aan de Zuiderstraat in
Huizum, en als ik ergens met
genoegen aan terug denk dan
is het welaan deze tijd.
In het bijzonder aan de heer
Wolthuizen, een "Meester" met
een hoofdletter die op een wel
zeer aparte wijze les gaf en op
mij een onvergetelijke indruk
heeft achtergelaten.
Aanvankelijk in de vijfde klas,
daarna nog eens in de zesde,
want meester verhuisde mee,
dit tot groot plezier van mij en
mijn mede klasgenoten. Eén
van de lessen was die waarin
het menselijk lichaam het on
derwerp was. Die ochtend had
meester aan Henkie Boersma
gevraagd om 's middags een
appel mee naar school te ne
men. Henkie moest voor de
klas op zijn hoofd gaan staan
op een tafeltje, geassisteerd
door meester die met één hand
z'n benen vasthield en vervol
gens met de andere hand de
appel voor Henkie's mond hield
en hem een hap liet nemen.
Met een rood hoofd en uitpui
lende ogen kauwde deze ver
volgens het stukje appel en
slikte het door. Wij keken ge
spannen toe en zagen het via
de slokdarm omhoog verdwij
nen.
Toen sprak meester deze histo
rische woorden. "Hoe groot zijn
Heer Uw werken!" Om verder
met zijn uitleg te gaan. Ook an
dere dingen zijn mij bijgebleven
zoals toen het een keer on
weerde en bliksem en donder
slagen elkaar aflosten en som
mige kinderen zaten te praten,
plotseling meester bulderde:
"Zwijgt kinderen als God
spreekt!"
Het mooist was het zanguurtje,
we zongen uit Valerius Ge-
denckklanken, liederen vier
stemmig maar liefst! Hij haalde
er uit wat er in zat. Ook mooie
Friese sankjes als "Rolje-Rolje"
en de Waldsang en die ik nog
woordelijk ken en regelmatig
zing op de avonden van de
Fryske Krite hier in mijn huidige
woonplaats.
Eigenlijk te veel om op te noe
men wat deze meester ons
heeft bijgebracht; en het ge
noegen wat we beleefden als
we hem vroegen om te vertel
len over zijn jongensjaren in
Gaasterland waar hij vandaan
kwam. Eén verhaal begon met
"Grutte Griet dat smoarge lel"
- op zich een tekst die te den
ken geeft, maar waar we muis
stil naar luisterden.
Ook herinner ik me de woorden
die hij sprak toen de we de
school verlieten.
"Jongens en meisjes, zullen jul
lie nog eens denken aan dat
'kale' schoolmeesterke uit Hui
zum?"
Posthuum bij deze: meester,
graag gedaan!
Apeldoorn
Geertje van der Schaaf
de Graaf
HELEGESPREKKEN
Mijn moeder, mevrouw Mijn-
hart-Posthumus, die nu zeven
en negentig is, kan helaas niet
meer zelf lezen en schrijven en
zodoende hebben er, na het
ontvangen van 't Kleine Kran
tsje, hele gesprekken plaats
naar aanleiding van het ge
schrevene. Ze weet zich nog
heel veel te herinneren en is
een enorme informatiebron
voor mij.
De verhalen over de kleuter
school op de Tuinen, waar ik
zelf ook op geweest ben, de
den haar weer in gedachten te
ruggaan naar haar tijd op de
kleuterschool in de Eestraat.
Daar was ook een neefje van
haar op school. Zij groot, hij
klein. Ze hadden daar een
dansje geleerd en dan moesten
uitgerekend neef en nicht sa
men de pasjes maken.
Dat versje luidde als volgt:
Maak nu de pas van zes./Maar
denk aan de oude les./Wat je
doet, doe dat goed./Ja, doe dat
goed./'t Linker en 't rechter
been./Elk zijn beurt vóór./Stap
nu met goede moed ./Rustig
maar door tralala-tralala.
De juf, tegenwoordig kleuter
leidster, heette De Haan. Vol
gens mijn moeder heeft die er
een hele klus aan gehad om
dat dit kleine grut allemaal te
leren.
Bedankt voor het vele leesple
zier.
Amersfoort J. V. de Haas
GEZELLIG KRANTSJE
Wéér zo'n gezellig Krantsje,
dat, zoals altijd, veel herinnerin
gen opriep!
Soms is het een naam, soms
een voorval, De naam Schuur
man deed me denken aan
oude buren van Achter de Ho
ven. De vader was melkboer.
Ze hadden een gezellig gezin
met een tweeling, Anny en
Tiny, van wie de laatste mijn
vriendin was. Ik heb er nog een
straatfoto van, Tiny en ik op de
Nieuweburen, genomen door
Doeke Schoffelmeer, 't Neus-
ke"!
Verhalen over de Dokkumer
Ee. Wij woonden aan de Lek-
kumerweg, en wandelden dan
naar Lekkum, links af een
zangweg langs naar Snakker-
buren, en dan weer naar Leeu
warden terug langs de Ee.
Op een keer zagen m'n broer
tje en ik een roeibootje aan wal
liggen en besloten we wat te
gaan roeien. Maar de stroming
was te sterk voor ons kinderen,
en we kwamen aan de over
kant terecht. Zo'n bijna zestig
jaar geleden waren dat alle
maal weilanden, en dat werd
een erg lange en moeilijke
wandeling terug! Ik hoop dat de
eigenaar z'n bootje weer terug
gevonden heeft!
Verder vraag ik me af of ik 't
Kleine Krantsje mag gebruiken
om contact met iemand op te
nemen? Ik zou graag eens iets
horen van mijn neef Siep de
Vries die in Drachten woont.
Voornamelijk om iets over zijn
en mijn moeder te weten te ko
men, dat waren zusters. Ik ben
namelijk bezig een soort stam
boom te maken voor onze kin
deren, die bijna niets van hun
familie in Nederland weten. Ze
willen, nu ze ouder worden,
toch wel graag iets meer van
hun voorvaders en achtergrond
weten. Dus wilt u dit afdrukken;
ik denk wel dat Siep of iemand
die hem goed kent dit zal le
zen, want hij is ook in Leeuwar
den opgegroeid. Mijn hartelijke
dank voor de moeite in ieder
geval.
Onze oudste dochter was een
paar jaar geleden in Nederland
voor zaken en heeft een dag in
Leeuwarden doorgebracht en
geprobeerd plekjes te vinden,
waarover ik had verteld. Het
lukte haar ook aardig en toen
heeft ze veel foto's gemaakt.
En dat heeft haar er ook be-
pagina 8
wust van gemaakt, dat er in
Europa meer geschiedenis is,
dan ze wist.
Maar hier in Australië zitten we
wel echt ver overal vandaan,
dat 's een feit.
Killabakh Jenny Setz
Abonnees kunnen kosteloos
gebruik maken van onze ru
briek "Opsporing verzocht".
Wij stellen het dan wel op
prijs op de hoogte te wor
den gebracht van het resul
taat van de oproep in onze
krant.
Red.'t KI. Kr.
BETER WONEN
Iedere maand is het weer een
verrassing als het Kleine
Krantsje in de bus komt, eerst
even gauw doorbladeren en
dan lezen. Vooral in het april
nummer zijn er bij mij weer
veel herinneringen naar boven
gekomen door de afbeelding
van de Molenbuurt. Mijn kinder
jaren heb ik doorgebracht in de
Barend Fockesstraat 41. Wij
spraken altijd over Beter Wo
nen, de Sontstraat begon vanaf
Haima de groenteboer tot aan
het grote witte hek en achter
dat witte hek lag de Molen
buurt, die huisjes zijn nu alle
maal verdwenen. Een hele tijd
terug zijn mijn man en ik nog
eens even door de buurt ge
gaan, de Barend Fockesstraat,
Sontdwarsstraat en Jacob Binc-
kesstraat waren er allemaal
nog.
Wij woonden in het laatste stuk
van de Barend Fockesstraat,
richting De Ruyterweg. Onze
achtertuin grensde aan de gro
te moestuin van Mollema en te
vens zagen wij uit op de gaar
keuken aan de Ruyterweg die
druk bezocht werd in de oor
logstijd. Nu de Molenbuurt, op
de hoek woonde de fam. Lun
sing, (blauwe Nico) die haalde
in de oorlog aardappelschillen
op, eerst met paard en wagen
en later met een grote handkar.
Naast de fam. Lunsing de fam.
v. Slooten waarvan ik mij de
oudste dochter nog goed kan
herinneren. Alie, die lag toen in
een speciaal t b huisje buiten in
het voortuintje, ik weet dat ze
niet oud geworden is. Daar
naast de fam. De Graaf (zwarte
Bauke) zat in de oorlog in het
losse werk. Hij was een broer
van Slappe Wessel. Het meisje
met de fiets en dat kleine meis
je dat er bij staat op de foto dat
zijn Miekie en Tonie de Graaf,
het was een groot gezin, Dou-
we was de oudste dan kwam
Miekie, Riekie, Johan, Bauke,
en naar ik meen nog een Doe-
de, en de jongste is Tonie. Met
Douwe heb ik in de oorlog wel
(Vervolg op pag. 12)
Nog een plaatje van de vroegere en nu al lang verdwenen Molen
buurt (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)