Jmc mifi 'T KLEINE KRANT5JE in- dé fiew Makelaardij en Bedrijfs- make/aardij voor Friesland VOOR LEEUWARDER EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 - EEWAL60 Sinds ruim anderhalf jaar woon ik in het pand Eewal 60 tussen Minnemastraat en Grote Hoog straat. Een daalders plekje, zo als iedere rechtgeaarde Luwad- der met mij eens zal zijn. Uiteraard ben je als eigenaar/ bewoner van zo'n monument benieuwd naar de historie. En die is lang. Vanaf 1619 hebben hier mensen lief en leed ge deeld. Ga je dan in de archie ven sneupen, dan kom je er achter dat het huis vanaf onge veer 1880 in tweeën bewoond is geweest n.l.: boven en on der! Een paar namen? De zusters Siberdina en En geltje Warmolts 1866-1912, de zusters Gerardina en Helena Sijses 1918-1920, J. A. van Erp (kaashandelaar) 1912-1915, Evert Jansen 1915- 1916, Aaron Broekhuyzen van 1922 tot zijn overlijden in 1940, Grietje v.d. Woude (vrouw van bovenstaande??) van 1922 tot 1940, toen zij verhuisde naar Raadhuisplein 32, het pand van Max Cohen's gelukskantoor. Van 1922-1925 hebben op de verdieping nog Jan Kootstra en Wilhelmina Jonker gewoond. Na 1940 is het pand verworven door de Raad van Arbeid die er een woning voor de concierge van heeft gemaakt. Dat was de heer Groen(e)veld. In 1947 is er in de tuin een nieuw kan toorpand opgetrokken, hetwelk in 1993 is gesloopt. In latere tijd heeft de heer Th. Dijkstra (boekhandelaar) er nogge woond, die het huis in de jaren tachtig heeft verkocht aan de gemeente, waarna het onder deel uitmaakte van het conser vatorium. Zijn er onder de lezers van het "Kleine Krantsje" die herinne ringen hebben aan dit monu mentale pand en zijn bewo ners? Graag uw reacties. Leeuwarden A. Fahner Volgens de gegevens in onze archieven is Grietje van der Woude, geboren 13 maart 1908 en waarschijnlijk dezelfde, die uw pand be woonde, overleden op 20 maart 1943 in Sobibor. Red. 't KI. Kr. KERSTREIS1944 Vijftig jaar geleden had de laat ste barre oorlogswinter ons Wonen aan de Eewal: voor recht voor enkelen... (Foto: Fenno Schoustra) land in zijn greep. Het was hard werken'om te overleven. Sjouwen om de nodige etens waren te vinden, hout voor de rus, het beroemde kacheltje. Aan alles was groot gebrek. Het "organiseren" van de le vensbenodigdheden werd voor het grootste gedeelte gedaan door vrouwen en kinderen. Heel veel mannen en jongens moesten onderduiken. En zo ploeterden we verder. In onze familie bestond zorg over de alleenwonende bejaar de oma in Haren (Gr.). Open baar vervoer bestond niet meer. Telefoon en post hadden het laten afweten. Dus ging ik in de kerstvakantie op stap naar Haren. Er bestond nog een diligenceverbinding tussen Leeuwarden en Groningen. Met de nodige moeite kon ik daarin een plaatsje krijgen. De diligence was een fraaie wagen met rondom grote gla zen ramen. Van voren naar achteren liep een middenpad. De reizigers zaten goed inge pakt met de ruggen naar de ra men en het gezicht naar het middenpad. Verwarming was afwezig. Achterin via een trapje instappen en toen maar op stap. De voerman zat op de bok en het armzalige paardje had toch nog de kracht om ons naar Groningen te trekken. Na enkele uren rijden was er een stop in een logement aan de linkerkant van de Groninger straatweg. Er stond in de ge lagkamer een grote stoof, waar elke passagier een tijdje op mocht staan om zijn koude voeten op te warmen. In Bui tenpost was de eerste dagroute voorbij. Een echtpaar en ik vonden onderdak in een loge ment rechts van de weg. We kregen wat eten van de eige naars, hielden voorzichtige ge sprekjes. Ik kreeg een bed een verdieping hoog. Ik werd met kaarslicht naar boven gebracht en verder ging alles op de tast. Bij het wakker worden zag ik dat mijn bed tussen stoelen en tafeltjes in een grote gelagka mer stond. De volgende namiddag bereik ten wij zonder problemen het centrum van Groningen. Daar na nog een fikse wandeling naar Haren en daar vond ik een verraste en blije oma, met wie het naar omstandigheden prima ging. Zij ging met veel animo de moeilijkheden te lijf. Ik mocht niet vertrekken zonder voor de familie een koffer met levensmiddelen mee te nemen, helaas een behoorlijk zware koffer. Terug in Groningen, bij de dili gence was de toestand precair geworden. Er was veel sneeuw gevallen en de koetsier durfde niet te vertrekken. Uiteindelijk gingen we toch met weinig pas sagiers. Maar in de buurt van Grijpskerk maakte de wagen een geweldige schuiver en schoot bijna de sloot in. Voor de koetsier was het toen tot hier en niet verder. Met een an dere passagier ging ik toen lo pend richting Leeuwarden. Bij Visvliet begon het donker te worden. Mijn medereizigster kwam ook uit Leeuwarden, zij had een corsettenzaak op het hoekje van de Peperstraat en de Weaze. Samen kregen we een lekker, maar wel wat smal bed in een hotelletje in Visvliet. c De volgende dag weer op stap naar Leeuwarden. Het was sprookjesachtig mooi buiten met al die sneeuw. Er was geen verkeer op de weg en het was heel stil om ons heen, je hoorde de stilte, zogezegd. Maar geen verkeer betekende ook geen mogelijkheid om te liften. En het was nog in de Kerst nadagen. Wij begonnen moe te worden en de koffer werd steeds zwaarder. Daar stopte een Duitse militaire bus voor ons, en mof of geen mof, wij stapten in. Er zaten twee Duitse militairen in de bus heel somber met elkaar te praten en verder werd er niets gezegd. Het einde van de lift was bij het station van Veenwouden. Wij gingen eens kijken of we in het stationsgebouw wat te drin ken konden vinden. Bij het bin nenkomen in de gelagkamer waanden we ons in een volko men vreemde wereld. Van bo ven naar beneden hing de zaal vol oranje slingers. Oranje, oranje en nog eens oranje. Wij waren in een oranjehemel te rechtgekomen, iets wat in deze vijandige oorlogswinter hele maal onmogelijk was. Waarschijnlijk hadden Duitse soldaten de slingers gevonden en gebruikt bij hun Kerstfeest. Wij gingen opgetogen naar bui ten en kregen al gauw een lift naar Leeuwarden. En daarmee waren wij weer thuis. Leiden Tjaaktje F. Lugtenborg MECANODOZEN De foto van de firma Van Gel der en Van der Meulen in de W0*ïm rubriek "Uit Grootmoeders An sichtenalbum" deed mij denken aan de prachtigste Marklin en Bingspoortreinen en stoomma chines, die hier te koop waren. De concurrent was de firma J. Postma van de Wirdumerdijk, die ook sterk was in Mecano- dozen, voor beginners doos O, voor de "volmaakten" doos nummer 7. Daarmee kon men alles bou wen, zoals functionele auto versnelling, autostuurinrichting en cardanoverbrenging vanaf de versnellingsbak tot op de achterwielaandrijving. In de bovenwoning van het si garenmagazijn Bams in de Schrans, ook afgebeeld in 't Kleine Krantsje, woonde vroe ger een schoolvriend van mij, Willem Wichers Boelens. Deze jongen was in het bezit van Mecano nummer 7 en hij kon alles bouwen, wat hij wou - hij werd later natuurlijk Delfts Inge nieur. Dit speelgoed, reeds eind 1800 ontwikkeld door de heer Frank Hornby te Liverpool, is na hon derd jaar nog zeer goed bruik baar en is nu in heel speciale winkels zelfs nog wel verkrijg baar. n Leeuwarden DE JOOD!" Lijfering In het jubileumnummer van ok tober stond onder de kOD "Die vent van de muziek" een ver haaltje over een jongetje, dat de bezoekende dominee Wa genaar bij zijn moeder aankon digde met de kreet "Mamma, Leeuwarden, Nieuweweg 7-11 tel. 058-131215* hier is die vent van de muziek!" De knaap had tijdens een eer dere kerkdienst meer genoten van de orgelmuziek, dan van de predikant. Wel, ook ik genoot tijdens de verplichte kerkgang van het prachtige orgelspel van George Stam! En dat voorval deed mij de volgende herinnering herle ven. In diezelfde tijd kwamen er veel kooplui met hun handelswaar langs de deur. Zo kwam er bij ons vaak een (joodse) koop man in manufacturen. Eens deed mijn jongere broer op zijn bellen de deur open en riep hij naar boven: "Moeke, hier is de Jóód!" Haastig kwam mijn moeder naar beneden lopen om mijn broer terecht te wijzen: "Jonkje, dat mógst niet sègge!" Waarop meteen het antwoord kwam: "Mar dat seit Moeke tochoekaltiedü!" Enschede S. D. Postmus Was het Hartogh Cohen, die bij de familie Postmus aan de deur belde? Hartogh (1875-1942) ging met een kar met manufacturen door de stad. Maar hij verkocht ook zure bommen. Vandaar zijn bijnaam: De Zuurkoning. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1994 | | pagina 5