FRETE JIMME HELEMAAL NIET MEER" VROEG VERBAASDE BAKKER SANNES OPSPORING VERZOCHT 'T KLEINE KRANTSJE ZWEMMEN LEREN STADSNIEUWS VAN VROEGER VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Een van de beste zwem mers, die de provincie Fries land heeft gekend, was onze stadgenoot Chris Doorenbos. Hij zag kans op verschillende afstanden niet minder dan negentien pro vinciale titels bij elkaar te zwemmen. Drie jaar geleden, de vierde juli 1992, was de laatste dag van het in 1934 geo pende Leeuwarder Overdek te Zwembad aan het Jacob Catsplein - daarna zou het gestoten zijn. Vanzelfsprekend behoorde Chris Doorenbos bij de ge nodigden, die er nog een maal welkom waren. Je kon er toen gratis nog een baan tje trekken en op de galerij kon je, ook alweer voor niks en niemendal, iets nuttigen. Met z'n oude kameraad Jaap Rutgers trok Chris Doorenbos er naar toe en Jaap, die zijn zwemspullen had meegenomen, zei, dat hij nog wel even het water in wou. Voor de klapdeur, die toe gang tot de zwemzaal gaf, bleven de heren nog even staan, voor Jaap zich zou omkleden en voor Chris naar boven zou gaan. Op dat moment naderde er vanuit de zwemzaal iemand om deze gasten te anime ren ook nog even een bad te nemen. "Tja,grapjaste Chris Door enbos toen, "mijn vriend komt wel, maar ik, ik kan niet zwemmen. "Nou,reageerde daarop de animator, "dat kan u toch al- tied nog tere? U mut niet denke, dat u ooit te oud is om zwemmen te leren I" "Och, ik weet het niet. antwoordde de oude water rot Doorenbos. Waarop de vasthoudende Overdekteman maar niet ophield om het nut en het genoegen van het zwem men bij de oude zwemkam- pioen aan te prijzen. "Je mutte vestandig weze, man, leer oek zwemmen, daar salie je nooit spiet van krije. Let mar es op mien woorden. Mijn vader van de 'Mast-, Blok en Pompmakerij' aan Camstra- buren stond in vroeger jaren vrijdags met een stand bij het Beursgebouw aan de kant van Mercurius. De artikelen, die hij daar tentoonstelde, bestonden hoofdzakelijk uit landbouwge reedschap, zoals bargetroggen, skopstelen, hooiharken, bien- stokken, hooivorken, houten emmers enz. Op de hierbijgaande foto zien we van links naar rechts twee marktbezoekers, dan mijn va der, en verder, iets naar achter met de arm op zijn knie en de hand onder het hoofd, Haije Snoek, die toen bij ons werkte. Dan weer twee bezoekers en verder de stand van B. Huizin- ga van de Eewal. De manier waarop de uitgestal de waren naar de 'merk' wer den gebracht was op zich al een fenomeen. De kar waarop alles werd geladen bestond na melijk slechts uit twee wielen, een as en een tussenstuk, en werd op een bepaalde manier geladen. Het onderstel en de lading vormden, op de juiste manier opgebouwd, samen het vervoermiddel. Het één ging dus niet zonder het ander. Mijn oudere broer en ik hielpen voor schooltijd nog even om de zaak over de Pylsteeg te duwen. Tussen de middag brachten we dan broodjes en krentestüten, "en koffie fansels". OVEREIND SETTE Op zo'n vrijdag kwam ene La- merus, een kaashandelaar, wat aan de late kant naar de beurs om te handelen, smeet zijn fiets haastig tegen de muur, gooide daarbij een stel stokken omver, en zou naar binnen. "Süden jou de boel niet eerst weer even overeind sette?" vroeg mijn vader, waarna La- merus mopperend aan het ver zoek voldeed. Bij zijn terugkeer zei hij: "Jou hè geliek Miede- ma, nim my niet kwalijk," waar na die twee goede vrienden werden en er bij ons thuis vaak kaas werd gegeten, geleverd door Lamerus. Ook is het eens voorgekomen dat een boer met zijn klomp licht tegen een houten emmer aanschopte om naar de prijs te informeren. Wat mijn vader pre cies zei weet ik niet maar het was echt geen instemmend ge luid, en een emmer is toen ook niet aan die klant verkocht. Zelf vakman zijnde had mijn vader ook een diep respect voor het vakmanschap van een ander, in dit geval een kuiper. Wie weet ik niet; er waren er toen verschillende. Die emmers wa ren van teakhout en bij mij thuis in Eist (Utr.) waar ik elf jaar heb gewoond, stond zo'n prachtig stuk vakwerk al die tijd naast de c.v. Je kunt er water in doen en dan komt er geen druppel uit. Zo dicht als een pot. De emmer is nu al weer zo'n kleine twintig jaar in ons bezit en is nog steeds als em mer te gebruiken. Niet achte loos tegen aanschoppen dus. Op ander gebied trof je trou wens ook vaklieden (en zo u wilt: karakters) aan. Om te be ginnen: Dames, de gardenier van de Dokkumertrekweg, kwam 's winters als de Ee dicht was en er geschaatst werd, sa men met Walon (de man van de draai- en zweefmolen) in de werkplaats om schaatshouten te maken. De modellen werden ruw op de lintzaag uitgezaagd, waarna Dames zowel als Wa lon er dan wel een linker- of een rechterschaats van sne den. Over Walon kan nog ver meld worden dat hij met zijn zoon Joost de draaimolen en de prachtig mooie wagens waarin alles werd vervoerd, compleet met de echte schilde rijen rondom de molenkap, zelf heeft vervaardigd, 's Avonds werd de draaimolen omge bouwd tot zweefmolen. Met Dames kon je lachen. Hij had tijdens zijn werkzaamhe den vaak een leuke grap te vertellen en zelf maakte hij er soms ook wat moois van, zoals toen die keer op de Nieuwe- stad bij het stoplicht. Een agent controleerde of je fietsbel het wel deed. Hij stak zijn hand uit naar de bel van Dames en kreeg prompt een tik over zijn vingers. "Dat is mien bel en as jou wete wulle of-ie het doet, dan frage jou mij even of ik even belle wul," zei Dames. Dit deed de verbaasde agent en aldus geschiedde. Dames bel de even. Fietsbelcontrole, moet je nu om komen. Nog meer serieuze mensen die hun werk ernstig namen waren bijvoorbeeld Sake Lanting met zijn vrouw, Sake, de melkboer uit de Houtstraat. Wie herinnert zich nog dat steegje naast hun huis met die kleine gele steen tjes? Daar kon je van de straat eten: ze waren, wat we toen noemden, 'skietskoan'. Hoe we aan die uitdrukking kwamen, weet ik niet meer, maar het was toen het gezegde. SEDERT ACHT JAAR HEEFT 'T KLEINE KRANTSJE GEEN KANTOORUREN MEER. EVENTUEEL BEZOEK AAN DE REDACTIE IS ALLEEN MOGELIJK NA TELEFO NISCH OVERLEG: (058) 120302. CORRESPONDENTIE M.B.T. DE REDACTIONELE INHOUD ALLEEN NAAR HET ADRES VREDEMAN DE VRIESSTRAAT 1, 8921 BP LEEU WARDEN. En dan hadden we nog San- nes, de bakker van de Trek- weg. Aangezien wij van meer bakkers het brood betrokken, sloeg mijn moeder wel eens een keer over en dan riep San- nes in opperste verbazing naar boven: "Frete jimme dan hele maal niet meer?" Dat dit na tuurlijk niet kwaad bedoeld was behoeft geen betoog en het te kent de gemoedelijke onderlin ge verhoudingen die er toen bestonden. Nijp, de kruidenier uit de Schrans, kwam met zijn bak fiets. Hij kon trompetteren zon der trompet, en als hij aan de deur kwam deed hij dat dan ook - zonder te bellen. Mijn moeder wist dan: daar is Nijp. Schitterend was dat. Met deze ontboezemingen over o.a. de buurt van Camstrabu- ren ben ik dan nu aan het eind van mijn Latijn. Ik zou het bij zonder op prijs stellen als ie mand door deze verhalen zich soortgelijks uit die tijd weet te herinneren; ik ben daar dan ook erg nieuwsgierig naar. Dieren L. Miedema Te omstreeks elf uur vanmor gen brak een fel uitslaande brand uit in de oude houten krotwoningen bij de Poppe- buurt. In een paar uur tijd werd een negental woningen door het woedende vuur vernield. De oorzaak is vermoedelijk toe te schrijven aan de... "goedwil ligheid" van het gemeentebe stuur! Zeven woningen waren onbe woond. Twee herbergden nog twee huisgezinnen, die echter door het gemeentebestuur in een tweetal woningen aan het Cambuursterpad zijn onderge bracht, nadat de gezinnen ge heel ontsmet zijn. Vanmorgen is nu, omdat de houten woningen broeinesten van ongedierte waren en alzoo een gevaar voor de algemeene gezondheid opleverden in 't bij zijn van verscheidene brand weerautoriteiten de brand er in gestoken. (1930) Onze abonnee mevrouw Adria- na van Dam-Kortenoeven ver zoekt opsporing van haar vroe gere vriendin COOTJE JONGSTRA, die we op de hier bijgaande foto rechts zien zit ten. "Toen deze foto in april 1956 werd gemaakt," aldus mevrouw Van Dam, "zaten we in de eerste klas van de Kweekschool Mariënburg. Steeds trokken we met z'n vie ren op, maar op de dag dat de fotograaf verscheen was Matty van der Graaf ziek, zodoende zijn we met z'n drieën, Adry Kortenoeven links, Etty (Etje) Damsma en Cootje Jongstra dus. We hebben elkaar na mijn verhuizing in 1957 nog wel eens ontmoet en waarschijnlijk woonde Cootje Jongstra later in Drachten. Ik zie uit naar reak- ties; mijn adres is Stationsweg 5, 2411 CK Bodegraven, tele foon 01726-15753." Oproepen voor deze rubriek OPSPORING VERZOCHT kunnen schriftelijk ingediend worden bij de Redactie van 't Kleine Krantsje. De oproe pen worden gratis geplaatst. Deze service geldt alleen voor abonnees van 't Kleine Krantsje. Abonnees, die hiervan gebruik maken, die nen de redactie later wel op de hoogte te brengen van het resultaat van dit opspo ringswerk.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 6