'T KLEINE KRAHTSJE OP EEN TRIESTE VRIJDAG NAAR LEEUWARDEN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Op een trieste, winderige en re genachtige vrijdag naar het noorden rijden via de Afsluit dijk, zo tegen eind januari, is geen lolletje! Vooral niet als je helemaal uit het "zuiden des lands" moet komen en eerst nog even een oudere dame er gens in Noord-Holland moet af zetten. Daarna door naar Leeu warden. Achter de snel bewegende ruitenwissers ont waren we niets anders dan mist en grijze wolken. Van een helder en zonnig weerzien met m'n geboortestad is geen spra ke. Zelfs "Us Mem' kijkt niet op of om als we passeren en ook Reinier Paping doet net alsof hij ons niet ziet. Nou, gelukkig was dat bij mien swagertsje en schoonzus anders! Een harte lijk weerzien en een fijne war me hap, daar knap je van op. DE STAD IN En natuurlijk de volgende mid dag, zaterdagmiddag, "even- tsjes de stad in fansels!" Via de beproefde route: parkeerplaats achter het station, tunneltsje door en je binne somaar inne stad! En 't is nog redelijk weer oek. Met z'n vieren kuieren we richting Zaailand. Plotseling ho ren we sirenes loeien. "De brandweer!" En ja hoor, met een noodgang komen er twee brandweerwagens achter el kaar links door de bocht bij het gerechtshof, richting Harmonie. Alle auto's haastig aan de kant. Wat een opschudding opeens. Gooi een stok in een mieren hoop en je hebt hetzelfde ef fect. Uit alle hoeken en stegen komen de mensen aandraven: "Kiek, daar brandt 't, kom we gaan er hene!" En inderdaad, ook wij zien fikse rookwolken opstijgen van achter de Harmo nie. Hollende kinderen, kerende auto's die niet verder kunnen maar elkaar ook weer blokke ren. "Jongens, dat ik dit mee mag maken!" roep ik naar m'n zwager. Brand in je bloedeigen stad! Daar liep je vroeger als klein jonkje de hele stad voor door. En nu krijg ik dat zomaar voorgeschoteld tijdens een van de zeldzame bezoekjes aan Leeuwarden. VOLKSOPLOOP Toch lopen we door, dringend door de menigte die inmiddels is uitgegroeid tot een flinke volksoploop. We zullen wel ho ren wat het geweest is. En ja hoor: "Klein rotbrandsje inne Haniasteeg. Kiendes hewwe 't anstoken," vernemen we on derweg naar de Nieuwestad. Dat wete we oek weer. Nou gaan we naar het nieuwe Stadskantoor. "Dat must echt even sien," zegt mijn zwager. Volgens hem is het een om streden object geworden. Ik ben benieuwd. Als we bij het Oldehoofster kerkhof komen zie ik het al voor me.Nou, als oud-Leeuwarder, sta ik wel even wat vreemd te kijken! Wat een constructie! En ook nog strucwerk tot op de grond. Vre selijk kwetsbaar. Op verschei dene plaatsen zijn de muren al beschadigd door vandalen of gewoonweg door het plaatsen van fietsen. Een kijkje naar bin nen maakt de indruk ai niet veel beter. En dat mooie Bur- maniahuis heeft dit gebouw op de nek moeten nemen.Ik ben er (niet) kapot van. Laat ik er maar verder over zwijgen. Er is wellicht al ge noeg over geschreven. Maar als je maar enkele malen per jaar in de stad komt, mag je toch wel even je hart luchten!" Het lijkt wel "The Bold and the Beautiful!" mopper ik nog wat na. Nou ja, we gaan verder. De Nieuwesteeg in. Daar moet een leuk ouderwets winkeltje zijn uit grootmoeders tijd. En dat is in derdaad zo. We gaan naar bin nen. Daar wacht mij een ver rassing. Een bloedeigen volle neef doet dienst als winkelier, gekleed in een verschoten stof jas. Dezelfde neef als in het lever- traanverhaal (Doelestraat). We hebben elkaar in tientallen ja ren niet gezien! Dus een ge denkwaardig bezoekje, daar in de Nieuwesteeg 5. Wat een herinneringen komen er boven bij het zien van producten uit vervlogen tijden. En nog een heuse plee, bedstee en ga maar door. "Duumkedrop, suur- stokken, kaneelstokken", te veel om op te noemen. Ga zelf maar kijken als u er nog nooit geweest bent. Het is beslist de moeite waard. Er is zelfs een klein filmzaaltje, waar je op een tv-scherm naar films kunt kijken over oud-Leeuwarden. En je kunt er ook koffie of thee krij gen, wellicht met een stuk koek erbij. Wij vonden het een ge weldige belevenis. GEZELLIGE DRUKTE Daarna verder de stad in. Wat een gezellige drukte. En ik maar steeds zeggen: "Kiek, hier was vroeger een sport zaak", of: "Wat was hier oek maar weer vroeger?" Och ja, daar ontkom je niet aan als je zo door je stad wandelt. Aan de "drukke" kant van de Nieu westad, zie ik in m'n herinne ring het ijskarretje van Antonio, waar hij toen nog hoogstper soonlijk mee de straat op ging. Wij, als opgeschoten belhamels stonden dan langs de gracht te fluiten naar de langsflanerende meisjes op het trottoir. Antonio had een goeie aan ons des tijds. Urenlang konden we daar rondhangen, zittend op de ba gagedrager van onze fiets. Veel sterke verhalen over lera ren, meestal van de Rijks H.B.S., waren populair. En ver der pittige moppen uiteraard. Teruglopend zie ik even de van Swietenstraat in. Achteraan zie ik nog het gebouw waar ik als jongste bediende m'n eerste baantje had. Dat was bij het Rijksbureau Voedselvoorzie ning oftewel het bureau van de Voedselcommissaris voor Friesland. Een bureau waar in de oorlog heel wat werd gesa boteerd op papier, om de Duit se greep op onze oogst zoveel mogelijk dwars te zitten. Daar was het ook, dat ik ene mijn heer Brandsma leerde kennen die soms als een "Zoef de Haas" door het gebouw rende. Toen al was iedereen onder de indruk van zijn energie en werktempo. Tegen dorstijd zijn er destijds tientallen dorsmachi nes in de fik gegaan, zoge naamd per ongeluk, om te voorkomen dat graan naar Duitsland werd afgevoerd. Aan zulke dingen denk je, als je na zoveel jaar even Leeuwarden aandoet. Toen ik genoodzaakt was om onder te duiken, toonde het Bu reau van de Voedselkommissa- ris zich een prima werkgever. Ik kreeg m'n salaris doorbe taald, men zorgde voor distribu tiekaarten en bovendien kreeg ik af en toe een voedselpakket thuisgebracht door een collega. Niets dan lof daarover! Hierover pratend, keren we huiswaarts. Vlak bij huis geko men, passeert ons een snelle auto. De bestuurder stopt ab rupt bij een garagebox, snelt ietwat voorovergebogen naar de kanteldeur en rukt die vlie gensvlug open. In een wip is de man weer achter het stuur en mikt de auto met routine naar binnen. "Die man komt me bekend voor", peins ik hardop. "Dat kan kloppen," lacht m'n zwager, "want daar hadden we het krekt over, dat is oud-burgemeester Brandsma die samen met jou op het Bu reau Voedselvoorziening werk te!" Wat een toeval. Inmiddels is de garagedeur weer dichtge klapt en Brandsma verdwijnt met grote passen in de portiek van het flatgebouw. "Die man is nog niks veranderd in z'n ge drag", zeg ik, denkend aan de smalle gangen van het gebouw in de van Swietenstraat. Als Brandsma door de gang liep, kon je maar beter goed aan de kant gaan. Hij had de hele breedte nodig! Een man waar je niet omheen kon. Baarle Nassau Marten W. Sytsema Een heel bijzondere winkel-van-weleer, of - anders gezegd - een zeer apart winkeltje-van toen, is het nerinkje geweest, dat de bekende Dominicus Reinsma in vroeger jaren in het Sint Jobsleen heeft gehad. Dominicus Reinsma was de in de gehele stad bekende vodden koopman, die door de meeste Leeuwarders als 'Rooie Mienkes' werd aangeduid en die elke dag met z'n handkarretje op pad ging om handel te doen. Door zijn frequente aanwezigheid buitenshuis, behartigde zijn vrouw de bussiness thuis en zij was het dan ook, die nieuwsgierig in de etalage opdook, toen de fotograaf op het punt stond het plaatje te maken, dat dan nu, zoveel jaar later, nog eens in de krant verschijnt. Duidelijk kunnen we zien, dat de Reinsma's eigenlijk van alles in de aanbieding hadden: nog best te dragen schoenen, degelijke winterjassen, fraaie schoteltjes, grote schelpen, het oeroude portret van een onbekende meneer in een decoratief lijstje, tafelkleedjes, hanglampen, tekeningen van niet al te voorname meesters, maar enkele werken van Rembrandt ook. Helaas moest het curieuze winkeltje verdwijnen, toen in de zeventiger jaren het Sint Jobsleen werd gesaneerd. En een voortzetting elders in de stad vond de onderneming toen jammer genoeg niet. (Foto: Fenno Schoustra).

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 7