'T KLEINE KRAHTSJE
jou
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
(Vervolg van pag. 4)
Fabriekssteeg. Er was ieder
jaar vóór de oorlog een buurt
feest, waaraan iedereen in de
buurt meedeed, jong en oud.
Het terrein van de Lyempf werd
beschikbaar gesteld; er was
een draaimolen en muziek. En
ik herinner nog dat er koekhap-
pen werd gehouden met "kal-
verpoien" van de bekende bak
ker Stelwagen.
En 's avonds was er voor de
volwassenen een stoeledans
onder bekwame leiding van de
heer Rijf kogel.
Ja, dat is lang geleden en er is
nu van de Lyempf en het stra-
tencomplex Tulpenburg niets
meer over.
Modbury-Heights, Australia
J. J.de Jong
KOEPOKSTEEGJE (1)
"Koepoksteegje" zal wel geen
officiële naam zijn. In onze
jeugd bedoelden wij met Koe
poksteegje een tamelijk wijde
steeg aan het Zaailand, naast
een van de huizen tussen
'Buis' en de H.B.S., ik denk
naast Overmeer. Je kon er met
een paar jongens prachtig
"goolskiete" en de bal er tus
sen twee muren houden.
Ik denk, dat daar, of althans in
de buurt, een ingang of achter
ingang was van een huis, waar
men ingeënt kon worden tegen
pokken. Het staat me voor, dat
we in dat huis later de bijeen
komsten hadden van de Deba
tingclub Leeuwarden, een van
de oudste, zo niet de oudste
club van de stad.
Er zal toch wel een medisch
verslag zijn uit het begin van
deze eeuw, waarin staat waar
precies de koepokinrichting
stond?
Berg en Dal
Juul Kuhlmann A. zn
KOEPOKSTEEGJE (2)
Bij het lezen van het verhaaltje
van de heer Kuhlmann in het
januarinummer stuitte ik ook op
de naam "Koepoksteegje". Nu
kan ik me niet herinneren die
naam eerder gehoord te heb
ben of ik ben het vergeten,
maar ik begreep onmiddellijk
wat de schrijver bedoelde. Het
was namelijk aan het Zaailand,
ongeveer ter hoogte van de
huidige kledingzaak van Oos
terhof. In mijn jeugdjaren woon
de daar de familie Overmeer
van de houthandel.
Het was in mijn herinnering een
vrij brede steeg en hij leidde
naar een gebouw, waar de kin
deren van omstreeks vier jaar
werden ingeënt tegen pokken.
Het staat me nog levendig voor
de geest, dat ik aan de hand
van mijn moeder door dat
steegje liep, vol angstige voor
gevoelens.
Ik weet niet meer, of ik ook ge
huild heb, maar na afloop
kreeg je een paar pepermun
tjes. Ik vermoed, dat de naam
"Koepoksteegje" aan het brein
van de heer Kuhlmann ontspro
ten is.
Leeuwarden J. van Dijk
PIETER BRUINSMA
Het artikel in het december
nummer "Daar/Hier/Hier/Daar"
over internationale schaatswed
strijden van vroeger en nu en
waarin de legendarische
schaatsenrijder Pieter Bruin-
sma werd genoemd, heb ik met
zeer veel interesse gelezen.
Pieter Bruinsma immers is in
mijn familie een begrip.
Mijn grootvader Geert Jongsma
is in zijn (lange) vrijgezellentijd
veel met Bruinsma opgetrokken
en zij gingen van wedstrijd naar
wedstrijd. Er gaat een verhaal
in onze familie, dat Pieter op
een gegeven moment mijn
grootvader voorstelde om sa
men te gaan emigreren. Er
werden plannen beraamd en
men vertrok.
Die reis is waarschijnlijk via
Leiden naar Antwerpen ge
gaan. In mijn bezit is nog een
koperen tabaksdoos met daar
op afgebeeld aan de bovenkant
"Zicht op Leyden" en aan de
onderkant de Leidse sleutels. Ik
weet niet of Pieter daar ge
schaatst heeft en deze prijs ge
wonnen heeft, of dat hij de ta
baksdoos daar heeft gekocht.
In ieder geval vervolgden de
heren de reis naar Antwerpen.
Maar daar kreeg mijn grootva
der spijt van het beoogde over
zeese avontuur en... hij keerde
terug.
Ik weet niet zeker of Pieter
Bruinsma daarna is geëmi
greerd. Volgens het verhaal in
onze familie is dat wel zo ge
weest. Hij zei in ieder geval
"adieu" en hij gaf zijn wedstrijd-
schaatsen aan mijn grootvader.
Jarenlang hebben die nog bij
ons op zolder in de Willem
Sprengerstraat gelegen.
In de zeventiger jaren heeft
mijn moeder de schaatsen ge
schonken aan het Fries Mu
seum. Zij vond dat ze daar "te
plak" waren. Verder is er nog
een pijpenstander in mijn bezit,
ook afkomstig van die Pieter
Bruinsma.
Zaandam A. Annema-Faber
PEEDSJE POSTMA (1
In het vorige Kleine Krantsje
schrijft u: "Het houdt maar niet
op over het ontstaan van de
bijnaam Peedsje Postma." Nu,
dat is dan inderdaad het geval.
De heer Ritsko van Vliet, die
altijd zo interessant weet te
vertellen, schrijft dat de vader
van de sportman Postma een
paardenslagerij had.
En daarmee heeft hij het mis.
De vader van Aede Postma
was Piet Postma, schoenmaker
in dorp Huizum, bij de klapbrug
over de Potmarge. Later in een
huisje in de Derde Klanderij-
dwarsstraat op zolder. Bijna al
tijd kon je zijn "klop-klop" en
zijn vrolijk gezang door het ka-
juitraam al op straat horen.
Hoe weet ik dat zo zeker?
Aede Postma was een oom
van mijn overleden vrouw Jan-
ny Postma, ik heb hem vaak
ontmoet en naar hem geluis
terd over vroeger. Hij had een
schoenenzaak in de Schrans.
Hierbij stuur ik u, voor uw on
volprezen archief, een blad met
wielrennersfoto's uit Fen Fryske
Groun, Pasen 1934. Het is wel
wat gehavend en een beetje
onduidelijk, maar als herinne
ring toch best aardig.
Göttingen, Dtsl. Mart de Vries
PEEDSJE POSTMA (2)
Mijn vader was een broer van
"Peedsje Postma" - hij stond
onlangs nog in 't Kleine Krants
je op een foto als verzorger
van mijn oom. Tot mijn tiende
kwam ik regelmatig op de wie
lerbaan en de bijnaam van mijn
oom is vast ontstaan door zijn
postuur, namelijk groot en
breed.
De vader van Peedsje, mijn
grootvader dus, is, voorzover
mij bekend, altijd meester-
schoenmaker geweest en mijn
oom Eade was dat ook.
Peedsje moet ook op de home
trainer een matador zijn ge
weest en hij was zelfs kam
pioen bij de amateurs. Indertijd
heeft er een artikel gestaan in
het blad "Fen Fryske Groun",
waarin werd vermeld dat om de
een of andere dubieuze reden
hem een kampioenschap werd
onthouden.
Stiens P. Postma
VANDECRAATS
De foto in het vorige Kleine
Krantsje van de heer en me
vrouw Van de Craats geeft mij
aanleiding om ver terug te blik
ken in mijn verleden, nl. naar
het jaar 1925. Ik was toen nog
geen ouwe Leewadder, maar
ging vanuit Wirdum naar de
eerste klas van 't nu in een do
delijke wurggreep verkerende
Stedelijk Gymnasium. De
school had toen nog geen hon
derd leerlingen en het leraren
corps was zeer overzichtelijk.
Een van de markantste figuren
daarvan was de heer D. van de
Craats, die wiskunde gaf. Hij
had toen het directeurschap
van "Poutsma" al jaren achter
de rug. Hij was vrij kort van
stuk, stevig gebouwd en voor
zien van een forse hangsnor en
een kort baardje. Zijn mond
was nauwelijks zichtbaar en liet
slechts af en toe een bruinge-
kleurde tandenreeks zien, ge
volg van het veelvuldig roken
van sigaretten.
De heer Van de Craats was
een uitstekende leraar, die de
zaken een en andermaal gedul
dig kon uitleggen, maar er wa
ren nu eenmaal figuren die het
tóch niet konden vatten. Daarbij
hoorde ook ondergetekende. Ik
kreeg dan ook eens van hem
te horen: "Max D., je bent net
'n automaat. A'je d'r een cent
indouwt, komt er een verkéérd
antwoord uit." Hij sprak met
een licht Achterhoeks accent
en zijn uitspraken waren vaak
mild-ironisch. Zo herinner ik me
dat hij, wanneer hij het eerste
uur les gaf, aan laat binnenko
mende buitenleerlingen wel
eens toevoegde: "O, lag er
weer een schaap op de rails?"
Of: "Was de brug in de Grote
Hoogstraat af?"
Mijn hele schooltijd, behalve in
de eerste klas, heb ik altijd bij
les voor wiskunde gehad en
mijn cijfer schommelde steeds
tussen 2 en 3 (5 was toen het
hoogste). Op het - mondeling -
eindexamen voor Alfa-leerlin
gen scoorde ik een 3. Ik wist
zelfs alle vragen over een wis-
kundestelling goed te beant
woorden. Dat had wél te ma
ken met de omstandigheid dat
de heer Van de Craats deze
stelling enkele maanden eerder
zeer uitvoerig had behandeld...
De gecommitteerde, een lector
uit Utrecht dacht "deze goede
leerling" wel eens een wat
moeilijker vraag te kunnen stel
len. De man had voor mij net
zo goed Chinees kunnen spre
ken en er kwam dan ook geen
woord over mijn lippen... Maar
de 3 was binnen!
Gedurende mijn schooltijd
(1925-'32) was de heer Van de
Craats vrijgezel en ik schat dat
hij toen zo'n 45 a 50 jaar was.
Vele jaren later hoorde ik dat
hij toch nog getrouwd was. Een
bekende, die van enige verba
zing liet blijken bij deze late
stap op 't huwelijkspad moet hij
toegevoegd hebben: "Nou, je
kan in elk geval niet zeggen
dat 't een kwajongensstreek is
geweest!" Typisch een ant
woord voor hem.
Aan "ome Daan" van de
Craats bewaar ik de beste her
inneringen.
Leeuwarden
Mr. M. M. Duintjer Tebbens
PRACHTIGE FIGUREN
Een prachtige figuur in het
vroegere "IJsbaankwartier"
was Nico, die ijs van de Ijs
beer verkocht. Een bekende
slogan was "IJs van de Ijs
beer", één keer geprobeerd, al
tijd begeerd". Nico sprak wat
moeilijk, dus dat klonk dan heel
grappig en menig kind zal zich
dat nog wel kunnen herinneren
Vlak naast de ijsbaan woonde
"Ouwe Heite", dat was een
oude man, die wij als kinderen
graag mochten plagen. Soms
werd er een bloempot met rot
zooi op de kruk van zijn deur
gezet en dan werd er aange
beld. Scheldend en vloekend
kwam Ouwe Heit ons dan ach
terna. We haalden wel meer
kattekwaad uit, maar echt ver
velende dingen heb ik daar
toch nooit meegemaakt.
Dokkum Anneke Rozema
DROGE WOUTERTJE...
In het vorige Kleine Krantsje
een treffend weergegeven toe
stand van een vroegere behui
zing door de heer "Observer".
Dergelijke woningen als die
aan de Bleekerstraat stonden
er ook aan de Oostersingel, bij
de Landbuurt en aan het
Schoppershof om zo maar
eens wat te noemen
Toevallig trof ik in de stad een
broer van een onzer werkne
mers, die mij, geheel onafhan
kelijk van Observer's inzending,
zijn woonverhaal vertelde. Het
gezin woonde ook in zo'n "Ob-
server's-woning", vader en
moeder en dertien kinderen.
Hoe men de nacht doorkwam
in de bedsteden. Vader en
moeder dus, naast moeder "de
pagina 9
lytse pop" en naast vader de
een na jongste.
In bedstee nummer twee: drie
kinderen met de benen en voe
ten naar het midden en twee
kinderen ook met de benen en
voeten naar het midden, zoals
men bierflesjes in een koelkast
naast elkaar legt. Zo waren er
zeven kinderen opgeborgen.
De zes andere kinderen sliepen
op zolder in twee bedden, de
zogenaamde "droogslapers" in
het ene bed en de "natslapers"
in het andere.
"Mijn lieve, droge, gezonde
Woutertje" kon zich wellicht
tussen de natslapers toch nog
"vrolijk" gevoeld hebben - hij
wist toen niet beter.
Alle poezelige, droge moeders
van nu moesten toen nog ge
boren worden en van een zol
der vol drogende "ruften" heb
ben zij nog nooit iets geweten.
Wat een baarlijke onzin in onze
woonkamer heeft te vertellen.
En maar slikken...
Leeuwarden W. D. Lijfering
DE BRUGWACHTER
Met de zoons van de bloemist
Jongstra uit het Naauw, Bertus
en Jan, was ik eens bij Schen
kenschans aan het vissen in de
Harlingervaart aan de kant van
de houthandel van Overmeer.
Plotseling kregen wij het idee,
dat het aan de andere kant van
de vaart wel beter zou willen
bijten - waarom we dat eigen
lijk dachten zal ik beslist niet
weten.
Wij begaven ons dus over de
spoorbrug, wat uiteraard streng
verboden was - vanzelfspre
kend mocht je daarop niet lo
pen.
Tot onze schrik kwam de brug
wachter, die de laatste tijd re
gelmatig in 't Kleine Krantsje
ten tonele wordt gevoerd, er
aanzetten en de beide Jong
stra's namen meteen de benen
om weg te hollen in de richting
van de stad.
Ik kwam wat achteraan en zo
was er voor mij maar één kans
om aan het gevaar te ontko
men: ik moest vluchten in de
richting van Ritsumazijl, omdat
ik niet terug durfde en er an
ders geen uitweg was.
Dat werd voor mij dus een ko
lossale tippel via Ritsumazijl en
Marssum en het laat zich den
ken dat mijn ouders door mijn
lange wegblijven behoorlijk in
ongerustheid kwamen. Hoewel
zij bij het naar huis gaan nota-
bene langs de winkel van mijn
vader liepen, hadden de beide
jongeheren Jongstra niet de
moeite genomen om even te
waarschuwen, dat het met mij
wel iets later zou worden.
Leeuwarden J. Wouda
In Berlijn is een 52-jarige ver
versbaas, die goed geld ver
diende, maar zijn inkomen
steeds verbraste en verspeel
de, en zijn gezin gebrek liet lij
den, door zijn dertigjarigen
zoon doodgeschoten, nadat hij
zijn vrouw en kinderen te lijf
had willen gaan. De vader
moordenaar stelde zich vrijwillig
ter beschikking der politie
(1926)
SEDERT ACHT JAAR WORDT DE ABONNEMENTENAD
MINISTRATIE VAN 'T KLEINE KRANTSJE VERZORGD
DOOR HET FRIESCH DAGBLAD. ADRES: POSTBUS 858,
8901 BR LEEUWARDEN. TELEFOON (058) 987560,
POSTBANK 2805901