GROTE SCHOONMAAK IN WEEK KLAAR SIKKE DE KEATS VAN VADER OP ZOON LEEUWARDER BURGERWACHT pagina 6 Deze landwachter werd na zijn arrestatie een fles melk in de hand geduwd om hem te herinneren aan de melk, die hij placht "te vorderen". Ook moest hij nog maar eens een keer de gehate Hitlergroet brengen.(Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) langs de Noorderweg en het water van de Dokkumer Ee. Onder de gedetineerden be gonnen spanningen te ont staan. Hun houding was eerst vrij timide geweest, maar naar mate ze langer vast zaten be gon dit te veranderen. Het ge- zamelijk verblijf in de schoollokalen tussen de stapel bedden, was niet bevorderlijk voor een genoeglijk samenzijn. Men zat dag en nacht op "el kanders lip" en dagelijks luch ten en ontspanning (zoals nu) was i.v.m. het ontbreken van die faciliteiten, niet mogelijk. Verveling vierde hoogtij; en dit liep vaak uit op ruzies en soms wat handgemeen. De ergste raddraaiers werden er uit "ge plukt" en naar een andere plaats overgeplaatst. Toen na enige tijd de tribunalen hun werk begonnen te doen, werden de "lichte gevallen" al spoedig op vrije voeten gesteld, waardoor er wat meer ruimte ontstond. Voor ons veranderde er overi gens weinig. De rantsoenen werden wat ruimer, maar we bleven onze ronden en uren draaien, a raison van 1700,- perjaar. J. H. Berduszek Het is een niet onbekend ver schijnsel, dat bijnamen soms van vader op zoon overgaan. Dat hebben we ook eens in Leeuwarden gezien, waar een zekere Sikke de Keats in vroe ger jaren generaties lang een heel bekend stadstype is ge weest. Maar toen wij ons in deze fi guur verdiepten, bleken er twee heren Sikke de Keats te heb ben bestaan: zowel de vader als de zoon kreeg onder deze bijnaam een grote bekendheid in de stad. De vader heette officieel inder daad Sikke, Sikke Nieuwenhuis en hij bleek in 1858 in Achlum te zijn geboren. In 1886 woon den Sikke Nieuwenhuis en zijn vrouw in Leeuwarden en toen werden zij verblijd met de ge boorte van een zoon, die veel later dus ook Sikke werd ge noemd. Maar in werkelijkheid heette hij Jan, alias Jan van Sikke, alias Dove Jan. Vader Sikke was groenteboer, maar zoon Jan, die ongetrouwd bleef, "deed niets", hoewel hij met het drijven van koeien wel eens een paar centen moet hebben verdiend. In 1927 kwam Sikke Nieuwen huis, dus algemeen in de stad bekend als Sikke de Keats, te overlijden en daarna heeft zoon Jan, ook bij iedereen bekend als Sikke de Keats, hier nog ja renlang in verschillende loge menten gewoond. In het bevrijdingsjaar 1945 ver dween hij voor de Leeuwarders uit het beeld. Hij ging toen naar een psychiatrische inrichting in Wagenborgen, waar hij in 1961 overleed. En nu die bijnaam: de keats. Hoe die is ontstaan? We weten het niet, hoewel er wel eens aan een relatie met het kaatsen is gedacht. En zelfs aan een relatie met tabak. Een "kets ta bak" zou een pruim tabak kun nen zijn. Zouden de heren Sik ke de Keats echte tabakspruimers zijn geweest? Wie weet - die waren er vroe ger veel. April 1945 keek Friesland, nog onder zware druk van de be zetter, reikhalzend uit naar de komst van de bevrijders. En eindelijk, op zondag de vijftien de was het zo ver. Canadese eenheden trokken onze provin cie binnen en dreven de gehate .vijanden voor zich uit. Die eerste tumultueuze dagen, waarbij een ongekende vreug de zich van ieder meester maakte, ontlaadde zich in een groot volksfeest. De komst van de bevrijders had echter op een bepaald deel van de bevolking een heel andere uitwerking. Zij die op al lerlei manieren hand- en span diensten aan de Duitsers had den verleend, zagen het zwerk nu drijven. Te laat overigens om aan de arm van de gerech tigheid te ontkomen. Voor al hun grotere of kleinere schanddaden moesten zij nu boeten. Al die lieden werden met grote spoed gearresteerd en geïnter neerd. De gevangenis aan het Blokhuisplein was al gauw overbevolkt, terwijl er nog en kele honderden mannen en vrouwen restten. In de stad werd ruimte ge creëerd door het Gymnasium aan de Noorderweg (voor man nen) en de Gemeenteschool aan de Arendstuin (voor vrou wen) als tijdelijke Huizen van Bewaring in te richten. Ook Erica-dorp werd voor "op vang" ingericht. De omstandigheden waaronder ze waren gehuisvest waren vrij primitief (op één meer of min der werd niet gekeken), maar op veel medeleven behoefden de geïnterneerden uiteraard niet te rekenen. Voor veel van die mensen was het verblijf achter de deuren echter veiliger dan daarbuiten, omdat er nogal wat op wraak beluste lieden rondliepen, die door de minder prettige ervarin gen van de afgelopen jaren, nog wel een appeltje met hen wilden schillen. SCHOONMAAK Binnen een week was de grote "schoonmaak" aan de kant. Oudere Leeuwarders zullen zich nog wel de prikkeldraad afrastering langs de Noorder weg herinneren en de met planken dichtgespijkerde ramen van de scholen. Zo was de situatie, toen op 15 mei een groep van ongeveer dertig man bij de Arendstuin verscheen. Deze groep, afkom stig uit alle windstreken van de provincie, was kort na de be vrijding, na een test en een se lectie, aangesteld als hulpmare chaussee. Aan alles was zo kort na de bevrijding gebrek en in een ver sleten "burgerkloffie" en een witte mouwband met daarop een zwarte letter P, werd de bewaking daar overgenomen van leden van de Binnenlandse Strijdkrachten en de Luchtbe schermingsdienst, die daarna met gezwinde spoed vertrok ken. Zij, die geen "militaire achter grond" hadden, gingen dezelf de middag naar de schietbaan op het vliegveld, om daar een geweer met tien patronen in ontvangst te nemen. Na een schietinstructie van de heer Timmer en de patronen ver schoten te hebben, keerde men als "geslaagd schutter" in de Arendstuin terug en kon de be waking beginnen. Voor zover mogelijk werd onderdak gevon den in de marechausseekazer ne; een kleinere groep werd ondergebracht in een paar ca- fé's aan de Langemarktstraat. Dit laatste was echter maar van korte duur, omdat de leiding al len onder "één dak" wilde, waartoe een paar benedenloka len in de Gemeenteschool wer den ingericht, (in de bovenloka len verbleven de vrouwelijke gedetineerden). In eerste aanleg werd gegeten in het Beursgebouw, daar was een centrale keuken ingericht en dat werd de "voederplaats" voor veel lieden van diverse pluimage; zoals leden van het militair gezag, Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten, politie, brandweer, luchtbe scherming en vele andere die in die eerste hectische maan den na de bevrijding een baan tje hadden of daar op aasden. Leeuwarden gonsde weer van de activiteiten. Dat gold niet voor onze "gas ten" binnen het prikkeldraad Ziehier een foto van een ploeg stoere mannen van de vroegere Leeuwarder Burgerwacht, in 1938 of 1939 gefotografeerd voor het nu ook al niet meer bestaande Leeuwarder Overdekte Zwembad. De heren moesten het lieve vaderland bijspringen, wanneer dat in gevaar mocht komen. De plaat werd ons toegezonden door de heer C. Wallast te Drach ten, die enkelen van de gefotografeerden nog herkende. De man, die voorop loopt zou een Schootstra kunnen zijn en op de eerste rij lopen van links naar rechts: Hendrik van der Veen Junior, Jan H. Zelle en Henricus van der Veen. Achter Henricus zien we Chris Veldhuis, die volgens de heer Wallast jaren in de Merelstraat woonde. "In 1951 was hij een collega van mij op de banketfabriek van Hellema in Hallum". Hendrik van der Veen was, zo schreef de heer Wallast ons, lange tijd banketbakker aan het Naauw, Henricus zat heel lang als bakker aan de Tuinen en Jan H. Zelle was niemand minder dan de later zo geruchtmakende dominee. "Als u de foto in 't Kleine Krantsje plaatst zullen er zeker /oud)Leeuwarders zijn, die er bekenden tussen vinden,zo veronderstelde de inzender van 'de plaat. IPfcfH

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 6