'T KLEINE KRANTSJE
OPSPORING
VERZOCHT
VIER POND KAAS ZOMAAR
IN TAS KLANT GEVALLEN
Uit grootmoeders ansichtenalbum
WIE WAREN HET NOU?
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
VERHALEN MINI-WIEFKES
BLIJVEN RAADSELACHTIG
De beide "mini-wiefkes" van
wie wij de laatste maanden fo
to's publiceerden, houden onze
lezers nog steeds bezig. Ook
nu weer mochten wij interes
sante reacties ontvangen.
Zeker verrassend was de brief,
die wij ontvingen van onze
abonnee de heer J. Witteveen
uit Leeuwarden. "De twee klei
ne wiefkes op de foto,"- zo
schreef hij ons, "die heeft mijn
vrouw goed gekend. Zij woon
den in Luilekkerland en ze wa
ren daar bij de jeugd bekend
als "de Kienderdiefkes". Mijn
vrouw, nu zes en zeventig jaar,
is geboren aan de Groeneweg
en als het 's avonds donker
werd, riepen de ouders: "Tuus-
komme hoor, straks komme de
Kienderdiefkes!"
Later hebben we het kleinste
wiefke nog vaak gezien in het
Bejaardenhuis aan de Hania-
steeg, dikwijls hand in hand
met de bekende ijscoman Tom
Henkes."
Wel, de Kienderdiefkes, drie
exentrieke vrouwtjes, voor wie
in de tijd van toen de jeugd ge
waarschuwd werd, woonden
niet aan Luilekkerland, maar in
het pandje nummer 3 aan de
Breedeplaats. Zij heetten Cor
nelia, Catharina en Johanna
Broersma en zij deden geen
vlieg kwaad.
Maar de lieve jeugd gooide er
herhaaldelijk de ruiten in en
ooit moet het zijn gebeurd, dat
de meest kordate van de drie
zo'n vlegel bij de kladden kreeg
en mee naar binnen sleepte.
De hele bende boefjes buiten
trok toen in optocht naar het
huis van het slachtoffer om zijn
moeder te waarschuwen.
Die kwam de jongen direct
daarna ophalen en kreeg hem
na de nodige verontschuldigin
gen ook inderdaad direct weer
mee. Maar hij zou het nooit
weer doen, nooit weer, enzo
voort enzovoort.
Het gevolg was wel, dat de
oude dametjes met hun mooie
gouden oorijzers op van dat
moment af De Kienderdiefkes
werden genoemd en dat de
jeugd gewaarschuwd werd om
er niet in de buurt te komen.
De dametjes hadden toen al
een hoge leeftijd bereikt en het
was in het jaar 1912, dat Cor
nelia als de laatste van de drie
van de Breedeplaats naar el
ders verhuisde - haar beide
zusters waren al jaren eerder
van hier vertrokken.
Mevrouw Witteveen was in
1912 nog niet geboren en zij
kan De Kienderdiefkes zelf dus
ook niet meer hebben gekend
- wellicht kwam zij uit overleve
ring op de hoogte van de ver
halen met betrekking tot de
Kienderdiefkes.
En al geheel uitgesloten is het
natuurlijk, dat een van die da
metjes Broersma ooit samen
met de populaire Tom Henkes
in het Bejaardenhuis aan de
Haniasteeg is geweest. Tom
was een man van een latere
tijd en het zal wel de bekende
Sytske Tolman zijn geweest,
die hij heeft gekend en met wie
hij het zo goed kon vinden.
Wie het kleinste wiefke van de
foto wel heeft gekend was onze
abonnee mevrouw J. A. Naaijer
uit Den Helder, die ons onmid
dellijk opbelde, nadat ons vori
ge nummer verscheen.
"Ik was vroeger bij het Leger
des Heils," zo vertelde zij ons,
en wanneer wij zondagmorgen
naar het gebouw aan de Tui
nen gingen, passeerden wij dat
vrouwtje vaak op het oude trap-
kebrugje, bij de Centraal Apo
theek. Dat wiefke was dan op
weg naar de dienst in de Boni-
fatiuskerk. Zelf verbleef zij in
het Rooms Katholieke Liefdes
gesticht op de hoek van de
Kruisstraat en de Keizers
gracht. Zij liep mank, wat op de
foto ook wel is te zien. Wie het
andere kleine vrouwtje was,
weet ik niet."
Toevallig heeft mevrouw Naaij
er kleine Sytske Tolman uit het
Bejaardentehuis aan de Hania
steeg ook heel goed gekend.
"Ik ben zelf verpleegster ge
weest in het Stadsverzorgings-
huus en die Sytske, zo herinner
ik mij, was beslist niet mank.
De man, die op de foto naast
haar staat was "broeder" Pieter
Herrema, die trommelslager
was bij het Leger des Heils -
omdat wij ook bij het Leger wa
ren kenden we die dus even
eens,"
Onze abonnee, de heer W. F.
Hijgenaar, Laurens Reaellaan
87, 2024 BD in Haarlem ver
zoekt opsporing van een me
neer, die AGE heet. "Deze
Age", aldus de heer Hijgenaar,
"zit nu waarschijnlijk voor in de
zeventig en die heb ik leren
kennen op de kwekerij van wij
len de heer W. F. Beek, des
tijds gevestigd in het voormali
ge Borniapark. Dat gebeurde
zo ongeveer in de laatste
maanden van de oorlog. Zijn
achternaam weet ik niet meer,
maar als ik me goed herinner,
was zijn voornaam Age."
"Bij de bevrijding van Leeuwar
den," zo vervolgde de heer Hij
genaar zijn informatie, "bleek
hij aangesloten te zijn bij de
Nederlandse Binnenlandse
Strijdkrachten. Mocht hij dit le
zen, dan zou hij mij een plezier
doen door contact op te ne
men."
Onze abonnee de heer M.
Douma, Nijemonde 58, 3434
KT Nieuwegein, verzoekt op
sporing van VROEGERE
KLASGENOTEN. "Mijn school
tijd op de Ambachtsschool," zo
schreef hij ons, "was van april
1925 tot april 1927. In gedach-
Oproepen voor deze rubriek
OPSPORING VERZOCHT
kunnen schriftelijk ingediend
worden bij de Redactie van
't Kleine Krantsje. De oproe
pen worden gratis geplaatst.
Deze service geldt alleen
voor abonnees van 't Kleine
Krantsje. Abonnees, die
hiervan gebruik maken, die
nen de redactie later wel op
de hoogte te brengen van
het resultaat van dit opspo
ringswerk.
ten zie ik alles nog zo voor me
en zo zou ik graag willen we
ten, wie er hier nu nog rondlo
pen van de vier en twintig jon
gens, met wie ik drie jaar
optrok. Enkele namen weet ik
nog, zoals Jan Hiemstra, een
George, Sipke Hettema en Ad
miraal. Het zou leuk zijn nog
eens contact te hebben. Wie
weet krijg ik nog eens van de
een of ander bericht."
Op een zaterdagavond ver
scheen er in de winkel van
Span aan de Wijbrand de
Geeststraat een juffrouw om
een stukje worst te kopen.
Toen zij op het punt stond te
betalen liet zij haar portemon-
naie uit haar handen vallen.
De klant bukte zich om haar
centen op te rapen en me
vrouw Span was zo vriendelijk
om haar hierbij de helpende
hand te bieden.
Alles werd weer keuring bij el
kaar gezocht en toen? Toen
miste de winkelierse een stuk
kaas van maar liefst vier pond.
Dadelijk werd de "onhandige"
klant verdacht en de politie, in
deze tijd nog altijd en overal
aanwezig, moest er bij komen
om de zaak op te lossen.
En ja hoor, de man van het ge
zag vond de brok kaas terug in
het boodschappenmandje van
de jongedame.
Die had toen meteen haar
smoesje bij de hand: Och he
den, het kon niet anders: bij het
bukken om haar centjes op te
pakken had zij vast en zeker
de kaas van de toonbank ge
stoten en die was toen toevallig
in haar mandje gerold.
(1925)
Deze kaart is al heel lang geleden, in 1904 om precies te zijn, door een zekere Maai verstuurd naar
Mejuffrouw Christina Botke, per adres Dames Kisjes in Apeldoorn. We moeten dan ook vrezen, dat Christina
en Maai er beiden niet meer zijn. Maar de herinnering aan hun aardse bestaan bleef in Grootmoeders
Ansichtenalbum bewaard. Een uitgever, die het zeker niet de moeite waard vond zijn naam er op te zetten,
heeft deze ansichtkaart op de markt gebracht met nog wel de vermelding "Zuiderplein". Maar dat is natuurlijk
niet wat we hier zien afgebeeld. Wat we op de achtergrond zien is de Nieuwewèg met op de hoek van de
Weaze een opvallend gebouw, waarin toen nog "de Leeszaal" zat.