'T KLEINE KRAKTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN DEGOUDEN LAARS Naar aanleiding van uw artikel tje "Nooit Hoord" met betrek king tot de eigenaar van de schoenenzaak "De Gouden Laars" kan ik u vertellen, dat ik nog vaak mijn schoenen aan trek met een schoenlepel, waarop staat: "R. Steinvoorte - Schoenmagazijn De Gouden Laars - Eerste klas Rep - In richting - Opgericht 1890 Tel. 4705". Deze schoenlepel was vroeger in het bezit van mijn ouders, of misschien wel van mijn groot ouders. Leeuwarden Th. van Rossum VRIENDSCHAPPEN Toen de oorlog uitbrak was ik nog heel jong; ik ging toen naar de Bewaarschool in Huizum. Rotterdam werd gebombar deerd en er kwamen hier eva cuees, ook bij Achter de Ho ven, waar ik met veel broers en zusjes woonde. Zo kwam er bij ons in de straat een Rotterdams meisje bij een echtpaar, dat geen kinderen had. Met wie moest zij nu spe len? "Ga maar eens naar de overkant," zei toen die gast vrouw, "daar is vast wel een van jouw leeftijd bij." En inderdaad, dat was ik dus. Samen speelden wij daarna en samen gingen we naar school. Toen de oorlog was afgelopen ging zij terug, maar ieder jaar tijdens de vakantie was ze er weer en we speelden verder, alsof ze nooit was weggeweest! Mijn ouders verhuisden naar Overijssel en een paar jaar hadden we geen contact, maar toen kwam het oude adres weer te voorschijn en we be gonnen elkaar weer te schrij ven. Bovendien ontmoetten we elkaar nog een enkele keer. Zo werden er in die donkere oorlogsjaren ook vriendschap pen geboren! Lichtenvoorde G. Leferink-v.d. Akker SUCCES Enkele weken terug was de re dactie zo vriendelijk een ver zoek van mij te publiceren met betrekking tot het opsporen van een meneer, die Age heette. Ik heb hierop één brief ontvan gen, niet overweldigend dus, maar.die kwam nu juist wél van degene, die ik zocht! Derhalve: hartelijk dank voor uw medewerking, uw blad over brugt jaren en vervult zo de verlangens en de nostalgie, die bij vele lezers en lezeressen le ven. Ik heb dat op alle mogelijke manieren meegemaakt. Daar om: doorgaan met uw krantsje, tot in lengte van jaren! Haarlem W. F. Hijgenaar PEDAGOGIE VAN VROEGER Het verhaaltje over Hendrien- tjes bonbon in het vorige Kleine Krantsje herinnerde mij aan School 14A, waar ik in de eer- ste drie klassen bij juf Zijlstra zat. Ik was nogal een babbel kous en rad met de tong. In de tweede klas moesten we om de beurt de tafels van twee tot en met tien opzeggen. Wie dat zonder fouten kon kreeg een goeie aantekening. Ik heb het er toen zeker schit terend afgebracht, want ik kreeg bovendien nog een 'lege' bonbondoos. Wel een hele mooie! In de vierde en vijfde klas zat ik bij meester Sipkens. De kinde ren zeiden, dat ik meesters 'popke' was. Ik kon goed zin gen en hij hield van muziek. Dus moest ik altijd tweede stem zingen. Ik was toen ook op het kinder koor 'Jong Excelsior'. De leider, meester Van der Harst, had een meningsverschil met Sip kens. Van der Harst vond het niet goed, dat ik altijd tweede stem zong. In de zesde klas kwam ik bij A. C. Nubé en dat was voor mij andere koffie dan meesters 'popke'. Of hij een hekel aan me had, weet ik niet. Maar ik heb geen mooie herinneringen aan die zesde klas. De eerste kennismaking leverde me direct al een tik met een Spaans riet op tegen mijn been. Ik was één van de langsten van de klas en ging op de voor ste bank zitten. Ook stom! Mijn benen kon ik niet kwijt en het eerste wat Nubé deed, was een tik er tegen aan om ze bin nen boord te krijgen. Van mijn ouders mocht ik de catechisatie niet volgen. Er wa ren er meer. We moesten dan knoerten van cijfersommen ma ken. Toen kwam het koninginne- feest. Van mijn ouders moest ik met 1 mei vrij vragen. Nubé liet me voor de klas uitleggen waarom! Met het koninginnefeest ging hij met de hele klas een hoepel versieren met een W er in. Nu laat mijn herinnering me wat in de steek. Of ik niet mee mocht doen van Nubé of van mijn ou ders weet ik niet meer. Wel herinner ik me een uitdrukking van mijn moeder: "Men kin net twa hearen tagelyk tsjinje." Er kwam een splitsing in de klas tussen armen en rijken. Ik was de aanvoerdster van de armen. Misschien hadden we het idee, dat Nubé bepaalde kinderen voortrok. In hoeverre die twee spalt ging weet ik niet. Ik speel de wel met de meisjes Sme ding, met Mary Stevens en Titie Wadman. Ook ging ik er heen op verjaarsvisite. De zes de klas was een vreselijke tijd voor me. Toen de bof uitbrak liep ik alle patiënten af, om het ook te krijgen. Want als je ziek was, hoefde je niet naar school. En ik kreeg het, maar het was niet fijn. Uit die tijd stammen ook mijn eerste migraine-aanvallen. Ze is 'gallig' zeiden ze toen. Later op de kweekschool had den we een jaarlijkse feesta vond, waar het personeel van de leerschool, wat 14A was, ook werd uitgenodigd. Ik had toen een revuetje ge maakt en Nubé, die daarbij ook aanwezig was, zei later tegen Janneke Kalsbeek, mijn vrien din, dat hij dat niet van me had verwacht. Het is jammer, dat zulke dingen je zo lang bijblijven. Ik weet wel, een onderwijzer is ook maar een mens en heeft met meer dan één kind te ma ken. En misschien was ik erg lastig? Laten we het daar maar op houden. Emmen Yps Boersma-Terpstra <7 Mo-nmte-n in- ae fien PEDAGOGIE VAN VROEGER Nu, zeventig jaar na dato, heb ik nog een nare smaak in mijn mond door een ervaring met de hoofdmeester van School 14b. Wij woonden op het oude Werkmanslust en aan de over kant van de Zwarteweg, zoals de Groningerstraatweg toen werd genoemd, was nog gras land met een sloot. Alleen de garage van Steinvoorte was toen netgebouwd. Ik denk, dat het een natte herfst is geweest - het land stond helemaal onder water en er dreef een landhek in. Gek op water klom ik op dat hek en met behulp van een stok begon ik er zo goed en kwaad als het ging mee te varen. Ook mijn eigen water begon te stijgen en wat deed ik, als jon getje van acht, negen jaar? Ik voegde er in die ruimte en aan die watermassa nog een plasje bij. Maar laat nou de meester net langs de weg lopen en er getui ge van zijn. 's Middags twee uur. Meester klapt in de handen - "alles stil" - beveelt hij. En dan: "Kinde ren, we hebben hier een heel vies jongetje in de klas en dat is hij! - waarbij hij in mijn rich ting wees, terwijl ik me van geen kwaad bewust was. Enfin, er werd door ons "Hoofd der School" omstandig uitge legd, waarom ik dat hele vieze jongetje was. Och, meester toch. Leeuwarden Jetze Visser "HITLER" Met genoegen las ik het artikel "Opvallende figuren in het vroegere Leeuwarden". Daardoor kwam mij iemand in gedachten, over wie ik best eens wat meer zou willen we ten. Het moet net na de oorlog zijn geweest, dat er iemand in Leeuwarden woonde, die pre cies op Hitier leek. Een man met hetzelfde borsteltje onder zijn neus. Op een zondag bezochten we, drie meisjes met onze ouders, lopend vanuit Huizum de Grote Kerk. En daar was "hij" ook in de dienst. Bij het uitgaan zagen we hem lopen. Wij, zoals meisjes kunnen doen, met elkaar giechelen en wellicht hebben we hardop ge zegd: "Daar heb je Hitier." Hij werd kwaad en zette de achtervolging in. Wij rennen: Grote Kerkstraat - Kleine Hoogstraat, dat ging vanzelf en aan het eind zagen we hem de Beyerstraat uitstuiven. Pas in de Sint Jacobsstraat durfden we een portiek in te stuiven om achterom te kijken. De kust was veilig. Er werd toen verteld, dat hij bij de Jehova's getuigen hoorde, maar of dat waar was? Bodegraven Adriana van Dam- Kortenoeven Uw beschrijving doet ons denken aan een doofstom me meneer uit Boisward, die kort na de oorlog vaak in Leeuwarden kwam. Hij droeg, wat men toen nog "een Hitiersnorretje" placht te noemen. Mensen, die hij op straat tegenkwam groette hij zeer opvallend door het afnemen van zijn hoed, waarna hij met een enorme zwaai het hoofddeksel bijna tegen de grond aansloeg. Maar deze heer leek ons de man er niet naar om gieche lende meisjes honderden meters achterna te ren nen. had geen ouders meer en ging dan naar haar zusters in IJs- brechtum. Het was dan wel een teleurstelling dat ze er niet was, maar ik kon ook heerlijk spelen met Renie Lont en haar broer tje, dat naar ik meen Jacob heette. Vaak kwam "Oude Tietsje" daar dan. Of ze wat van me vrouw Lont kreeg weet ik niet. Maar wel weet ik nog, dat ze een sigaar rookte en liedjes voor ons zong. Ze kende een massa liedjes. Ik vond dat toen heel interessant! Van pesten was bij ons toen geen sprake. Emmen Yps Boersma-Terpstra Het dramatische levensver haal van "Ouwe Tietsje" zult u zeker nog in de rubriek "Opvallende figuren in het vroegere Leeuwarden" te genkomen! Red. 'tKI. Kr. OUWE TIETSJE Red.'tKI. Kr. DE MOTBAL Toen ik op de U.L.O. aan de Wissesdwinger zat had ik een vriendin, Bertha de Boer. Ze woonde bij de familie Lont aan de Snekertrekweg, die daar een veevoederbedrijf had. 's Zondags liep ik van de Weg naar Cambuur, de tegenwoordi ge Cambuurstraat, naar de Snekertrekweg. Soms was Bertha er niet. Ze Leuk nog weer eens wat in 't Kleine Krantsje te lezen over Zwarte Pang. Mijn grootouders, die de familie van de Corpiers heel goed hebben gekend, spraken nooit over Zwarte Pang, maar zeiden altijd gewoon Pang. Dat kwam, naar ik aanneem, omdat ze Johan nes Corpier niet gekend hebben, toen die nog pik zwarte haren had - op ou dere leeftijd was het zeker een grijze man. Waar ik in 't Kleine Krantsje nog nooit iets over las was in het verleden een stadge noot, die ze De Motbal noemden. Hij verdiende de kost met het verkopen van motballen. Schrijft u daar ook nog eens over? "De Motbal" was een lange man, die Monsma heette. "Mutte er oek motballen wezevroeg hij, wanneer hij langs de deuren ging. Zei men dan "nee", dan kon het gebeuren, dat hij giftig werd en antwoordde: "Nou, geluk voor je. Mar ik hoop, dat je er nog es honderd noadig binne!" Red. 'tKI. Kr. WIE IS DEZE PERSOON? In gedachten de bevrijding van Leeuwarden, 50 jaar geleden, kwam deze foto op tafel van de intocht van onze bevrijders. Dq foto moet genomen zijn op de Wirdumerdijk bij de Nfercurius-fontein. Rollend ma terieel met geschut zijn duide lijk waarneembaar. Een vis als uithangbord is zichtbaar rechts van de grote hangende vlag. De winkel van vishandel Glastra. Op de witte balk een naam, mogelijk koffiehuis de Beurs. Wie kent deze onbekende per soon? Iemand van de Binnenlandse Strijdkrachten, N.B.S.? Mogelijk is deze persoon nog in leven, gezien zijn geschatte leeftijd van 25-30 jaar. Wie kan hier een reaktie op ge ven? Apeldoorn B. Dijkstra

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 4