VERLAATSHERBERG WAS ERG IN TREK ■T KLEINE KEAHTSJE "TIENDUIZEND GULDEN GEWONNEN" IN VROEGER TIJDEN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 9 Eens is het gebeurd, dat een automobilist, wachtend voor de spoorbomen in de Schrans, zijn wagen niet meer aan de gang kon krijgen toen de spoorbomen weer omhoog gin gen. Terwijl hij venwoede pogingen aanwendde z'n vehikel te starten, begon de automobilist achter hem aanhoudend en geïrriteerd te claxoneren. Toen wou dat starten natuurlijk helemaal niet meer en verder dan tot een angstaanjagend gekraak, nog steeds begeleid door dat geclaxoneer, kon onze man het niet brengen. Tenslotte stapte hij met een vuurrood hoofd uit zijn wagen, beende met grote passen naar die kerel achter hem en zei: "/As jou nou eve probere wille mien auto te starten, dan zal ik wel voor jou claxone- re!" Het is een brede en wel erg druk bereden klapbrug, die nu de Langemarktstraat met de Tesselschadestraat verbindt. Even ten noorden daarvan, precies tegenover de Willemskade zuidzijde, lag vroeger de oude Verlaatsbrug, het evenbeeld van en dus goed vergelijkbaar met de nog altijd bestaande Eerste Kanaalsbrug. Ongeveer op die plaats, ter hoogte van de vroegere Verlaatsbrug, heeft weleer een sluisje gelegen, een verlaat- vandaar dus die aanduiding Verlaatsbrug. Het is al langer dan honderd jaar geleden, dat die sluis ver dween en het vergt nogal wat verbeeldingskracht om je voor te stellen, hoe geheel an ders de wereld er tot die tijd heeft uitgezien. De gracht langs de Willemska de, nu zo fantasieloos en zo recht als een lineaal, slingerde er zich toen nog in brede ba nen om de bolwerken heen en was op dat moment net zo schilderachtig als het water langs de Noordersingel - ge lukkig! - nu nog steeds is. Langs de gehele zuidzijde van de kronkelende vaart tussen de plaats van de huidige Wirdu- merpoortsbrug en dit punt, be vond zich een prachtige linden- laan; die hier overging in een laan met statige olmen. HERBERG En bij het sluisje stond een uit het jaar 1600 daterende sluis wachterswoning, die ook als herberg een grote bekendheid had. Veel Leeuwarders, die zich verpoosden door het ma ken van een wandeling langs die liefelijke lanen om de gehe le stad heen, wilden hier graag even binnenvallen voor een verversinkje en de oude Ver laatsherberg was dan ook als rust- en pleisterplaats heel erg geliefd. Van hieruit kon men de passe rende schepen het sluisje zien binnenvaren, vrachtscheepjes, maar ook trekschuiten en het levendige gedoe rond het schutten bij dit verlaat werd als een grote attractie zien. Bovendien hadden de herberg bezoekers van hieruit een machtig gezicht op de aan de overkant van het water liggen de "Hooge Berg" met daarop de indrukwekkende en veel in werking zijnde molen De Hoop, die ook wel 's Prinsen Weitmo- len werd genoemd - de molen maalde in vroeger tijden het meel voor de prinselijke fami ne's. Kortom, er ging een grote be koring uit van deze hele lande lijke omgeving van het Verlaat en goed beschouwd was het rampzalig, dat al deze roman tiek na dat jaar 1859 grondig werd aangetast. Het kronkelende water langs wat we nu de Willemskade noemen, werd rechtgetrokken, de molen De Hoop verdween, de Hooge Berg groef men af en het leuke sluisje moest plaatsmaken voor die moderne Verlaatsbrug. OUDE TEKENING En in het kader van een rigo- reuze verbreding van het vaar water was ook die gezellige Verlaatsherberg ten dode opge schreven - wat er van rest is niet meer dan een oude teke ning, die ons nu nog toont, wat onze verre voorouders met ei gen ogen konden zien. Zekere stadgenoot G. wist niet wat hij hoorde, toen hij werd opgebeld door een hem onbe kende heer, die zich voorstelde als "voorzitter van de Stichting Charlotte" en die even kwam zeggen, dat meneer G. het leu ke sommetje van tienduizend gulden had gewonnen. "Tienduizend gulden?" vroeg de heer G. verrast. "Jazeker, tienduizend gulden," antwoordde de stem aan de andere kant. "Waarmee dan wel?" "Op het lot dat u hebt ge kocht." "Maar dat bestaat niet," rea geerde meneer G. "want ik héb geen lot gekocht." "Nou, ziet u dat dan toch maar eens heel goed na," adviseer de de stem, "want het staat hier wel degelijk genoteerd: lot nummer 28469, de heer G. zus en zo straat nummer 25 in Leeuwarden." Welnu, de heer G. hééft ge zocht, in ale hoeken en gaten van zijn huis, want je weet het toch maar nooit, nietwaar. Maar hij heeft uiteindelijk - en dat dacht hij al - niets kunnen vin den. Wel heeft hij even de politie ge beld en wat bleek toen? Dat er helemaal geen Charlotte Stichting bestaat en dat er ook geen Prins Nassaulaan in Den Haag bestaat, waar het hoofd kantoor van die stichting zou zijn. En nu denkt meneer G. dat hij lelijk bij de neus genomen is. Hoewel... tóch trekt hij zo nu en dan maar weer eens een laatje open, want stel je nou toch voor... "Tijdens de verbouwing gaat de verkoop gewoon door" - dat is een tekst, die we herhaaldelijk in de stad op schuttingen kun nen tegenkomen. Het spreekt vanzelf, dat middenstanders het liefst hun dagelijkse omzet ten handhaven, ook wanneer een deel van hun zaak niet te betreden is. In 1978 werd het pand van de juwelier Jac. Copi- ni in de Prins Hendrikstraat grondig verbouwd. En wat kwam er toen, warempel met grote letters op de schutting voor het perceel te staan? Wel, dit: "Tijdens de verkoop gaat de verbouwing gewoon door." £$<#r w Bij dit verhaaltje twee afbeeldingen met de oude Verlaatsherberg. Voor de ene tekening stond de maker ongeveer op de plaats waar zich nu de Frieslandbank Assurantiën bevindt. Rechts zien we de molen De Hoop. (Tekening: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 9