HONDERDJARIGEN OOIT ZELDZAAMHEID 'T KLEINE KRANTSJE 1 H mm ^mÈk Namen uit het oude en nieuwe Leeuwarden VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 11 Verzameld door FennoL. Schoustra Wat we later leerden kennen als het Stadhuis was weleer het Auckamahuis Fries Museum terechtgekomen. De Jonge Moor zal in vroeger jaren wel een sigarenzaak zijn geweest. Rooie Jentsje werkte als pot tenbakker in de fabriek van Do- rama aan het Zuidvliet. Hij kreeg een grote vermaardheid in die omgeving als mensen redder. Kwam er iemand in het Vliet terecht, dan werd Rooie Jentsje gewaarschuwd. Die be dacht zich dan geen moment en ploempte zo het water in. Hij heeft tal van mensen het le ven gered en eens heeft hij daar ook een medaille voor ge had. De Planteur is de officiële naam van het sigarenmagazijn van Stoffels in het Naauw. De zaak dateert van achttien hon derd zeventig en de naam be vindt zich nog altijd in fraaie let ters in de gevel van het pand. Er zit al lang geen Stoffels meer in, maar de Leeuwarders blijven de oude naam graag hanteren. Landru was de bijnaam van een meneer, die woonde in het tehuis De Filantroop aan de Groningerstraatweg. Hij werd zeker zo genoemd, omdat hij 'goed in de vrouwen' zat. Hij had immers een groot aantal dochters, die onder de vereren de bijnaam 'De Zeven Skoon- heden' door het leven gingen. De echte Landru was de Fran se meneer, die ook 'goed in de vrouwen' zat. Maar die ver moordde hij... Het Honnewiefke had tientallen honden, maar ook katten en kip pen en wat al niet meer Het Vrekkebuurtsje noemde de volksmond de rij kapitale huizen tussen Achter de Hoven en de Romkeslaan, die hier in achttien acht en zeventig werd gebouwd. De woningen werden zeker door vrekken bewoond. Hou'em inne gaten was de twijfelachtige bijnaam van een jongen, die wel eens een boot je huurde bij de Grote Wielen. In de boekhouding van de bo tenverhuurder Hein Appeldoorn kwam hij als zodanig voor: 'Hou'em inne gaten, witte kano, half drie'. De Eendracht was de naam van een slaapstede aan de Bot terhoek, in de panden num mers 63 en 65. Het merkwaar dige van de Eendracht was, dat de eendracht er zo nu en dan verte zoeken was. De Bleekerstraat was tot voor enkele tientallen jaren een doodlopende zijstraat van de Spanjaardslaan, die in de rich ting van de Ijsbaan liep. De straat was genoemd naar de blekerij van een zekere Luitje Huizinga en die blekerij lag voor een deel op de plaats, waar later de baan van de Ver eniging De IJsclub werd aange legd. De Grandseigneur was een fi guur, die op de kermis probeer de het publiek binnen de tenten te praten: 'Hier is vermaak, hier moet je wezen'. Hij droeg dan een keurige hoge hoed en hij had witte handschoenen aan. In het dagelijks leven was hij visboer en hij heeft een winkel tje in de Weerklank gehad. Het Honnewiefke noemden de Leeuwarders de zeer opvallen de Aaltje Potma- van der Spoel, die in haar huisje aan de Nieuwlandsdijk vele tiental len honden en katten en kippen hield. Geregeld trok zij er met een kindenwagen op uit om voor haar lievelingen voedsel te halen. Later, toe zij in Nieuw Toutenburg woonde, werd haar toegestaan ook nog enkele huisdieren te houden. Het Hon newiefke werd ook wel Het Portieljevrouwtje genoemd - Portielje is een bekende direc teurvan Artis geweest. Het Auckamahuis is de oor spronkelijke naam van de stins, waarin na zestien honderd ze ventien het raadhuis van de ge meente Leeuwarden werd inge richt. Dat kennen we nu dus als het stadhuis aan het Raadhuis plein. In vroeger tijden is het lang door leden van het ge slacht Auckama bewoond ge weest. Het Espelbachshuis is een kasteel geweest aan de noord zijde van de Eewal in de on middellijke nabijheid van de Zuupsteeg. Het kasteel, dat lang in het bezit is geweest van leden van het geslacht Espel- bach, is rond twee eeuwen ge leden, in 1794, afgebroken. ids met de beerd was een man met een hele lange baard, die eens een weddenschap aanging om z'n baard voor de helft af te scheren. Hij won de weddenschap, maar liet onmid dellijk daarna een tweede bar bier de andere helft van de baard afscheren. Toen ging hij, ietwat in de olie, want het ge wonnen geld werd meteen in drank omgezet, naar huis en naar bed. Grote consterna tie ontstond er toen zijn vrouw thuiskwam, die tot haar schrik ontdekte, dat er 'een vreemde' man in bed lag. Zij stormde vanuit haar huisje in de Toren straat naar buiten en jammerde met geheven armen: 'O, O, er leit een andere kerel in mien bed!' Frisia is de naam geweest van verschillende zaken en vereni gingen. Erg bekend was jaren lang het schoenenmagazijn Fri sia aan de Nieuwestad in het pand nummer 38. De zaak werd in negentien drie en twin tig geopend door een meneer l.l.de Vries. De Jonge Moor heette een huis aan Over de Kelders, dicht bij de Ciprianussteeg. Er zat een grote steen in de gevel met de afbeelding van een ne ger en het onderschrift 'De Jon ge Moor' De steen is in het Zo'n dertig, veertig jaar geleden bestonden er nog dienstmeisjes in deze wereld en het is toen nog eens gebeurd, dat zo'n kind, werkzaam bij een me vrouw Landstra aan de Mr. P.J. Troelstraweg, een mooie witte cyclaam op een tafeltje zag staan. "Och mevrouw!" riep ze toen vol bewondering uit, "wat is dat een mooie cycloon" om er on middellijk op te laten volgen: "Mien broer het laast sun bloem an mien groatmoeke ge ven. Hij zei: beppe, hier het beppe een mooie cycloon. En weet mevrouw, wat mien groot moeke toen zei? Ah jonge... cy clonen binne in't circus. Nou, we hewwe ons beskeurd van zelf. Mut je nagaan, cyclonen in't circus... Tegenwoordig kun je het eigen lijk geen zeldzaamheid meer noemen, dat iemand de leeftijd van honderd jaar bereikt. Er zijn op dit moment heel wat "eeuwelingen" om ons heen. Dat is ooit anders geweest: wie vijftig, zestig jaar geleden de honderd haalde, kon op heel wat publieke belangstelling re kenen. En wel heel bijzonder was het, wanneer zo'n knarse- bieter met zijn of haar leeftijd over de honderd heenreikte. Toen de weduwe Jeltje Boon- stra-Staphorsius in haar tijdelij ke verblijfplaats het Stadsver- zorgingshuis haar honderd en eerste verjaardag vierde klom stadgenoot Tiede Swart in de pen om er er een geheel ge dicht aan te wijden. Tiede Swart was in z'n dagelijkse doen portier van de Nederland se Bank, maar in vrije tijd mocht hij graag dichten en zijn werkstukken werden dan in het vroeger zo populaire Leeuwar der Nieuwsblad afgedrukt. Dat ging dan zo: "Aan Beppe Boonstra. Morgen wijst 't ka derblaadje/"Vrijdag 3 October aan/En is Beppe's eerste jaar tje/Van haar tweede eeuw ge- gaan/Beppe, 'k wil de eerste wezen/Die U hart'lijk feelciteert/ En u blij en openbaarlijk/Om Uw hoogen leeftijd eert!/'k Weet wel Beppe, dat dit eig'lijk- /Nu een dag te vroeg ge schiedt/Maar, nietwaar, bij zoo veel jaren/Zinkt zoo'n kleinigheid in't niet/Dus van harte Beppe Boonstra!/Hier mijn hand in verren druk/'k wensch U met dit nieuwe len gen/Van Uw jarenreeks ge- luk!/'k Hoop dat U nog menig jaartje/Bij de groote hoop ver gaart/Dat z'U goede dingen ge ven/Dat U 't lijden blijv'ge- spaard!/Ga omringd door liefdeszorgen/Goed en blij dit jaarvak in/Denk maar Beppe: 't Halve slagen/Zit al in een goed begin !"/Wordt het anders - wees dan Beppe/Niet be zorgd en niet bevreesd,/Geef gerust uw lot uit handen/Plicht verricht - 't is goed ge weest.../Nogmaals Beppe, hier mijn handdruk/Met mijn wen- schen van geluk/En (dit tus- schen ons getweetjes:)/Maak't U morgen niet te druk!

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 11