PLEIZIERRID TUF-TUFS CfÜP \l 'T KLEINE KRANTSJE 'T KLEINE KRANTSJE UIT DE DOOS MET SNIEPSNAREN {,s zuinig op uw ogen en...uwgeld. WEET ALLES VAN BRILLEN EN CONTACTLENZEN Leeuwarden, Nieuwestad 55 Harlingen, Voorstraat 63. VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagjna 3 doen te ontloopen, willen zij niet overreden worden. Niets daarvan. Het is een pleizierrid, geen rid om het hardst. Zeer snel mag er zelfs niet gereden worden. Het wettelijk maximum van snelheid is 20 K.M.; zelfs dètzal niet worden bereikt". Na deze geruststellende mede deling concludeerde de krant: "Voor de toeschouwer is het dus niet anders dan een ge noegen. Zij zullen ruim veertig automobielen de stad zien bin nenkomen, bestuurd door de krachtige handen onzer vader- landsche sportsmen, om den volgenden dag de reis voort te zetten". De krant zegt dan dat de gehe le tocht van De Bilt via onder andere Enschede, Assen en Groningennaar De Bilt terug, vierdagen zal duren. "In onze stad wordt stilgehou den tot den volgenden morgen, 's Namiddags en 's avonds heeft er in het Manegegebouw eene expositie plaats van de automobielen, die aan den toer hebben deelgenomen en Don derdag, 's morgens om 5 uur 45, is het weer opzadelen (dat staat er werkelijk! Red KK) en tuf-tuft men weer verder". Tenslotte concludeert de Leeu warder Courant op die vijftien de juni 1901: 't Kan een aar dig moment worden voor de Leeuwarders, dat binnensnor- ren der motorrijtuigen. Toe komstmuziek, wat?" tufs" van hieruit een "pleizier rid" zouden maken, ja zeker, een rid met eend. Voor ons, zoveel jaar later, bleek het een wel heel verma kelijk stukje lectuur te zijn. "Wij zullen aanstaande Woens dag een aardig schouwspel hebben" schreef de krant, "na melijk een lange reeks automo bielen, anders genaamd tuf- tufs, die onze stad zal aandoen op den grooten "Toer" door Nederland, dien het bestuur der Nederlandsche Automobiel Club heeft georganiseerd." "Men schrikke niet" voegde de krant er in één adem aan toe. "Het zal niet een wed-ren zijn, die de omstanders maar beter Een dezer dagen hebben we zomaar weer eens een greep in onze Grote Doos met Sniepsnaren gedaan en wat we eruit te voorschijn haalden was een vergeelde enveloppe met daarop in een keurig hand schrift de tekst "Pleizierrid tuf- tufs" Nieuwsgierig begonnen we het envelopje open te maken. "Pleizierrid tuf-tufs" - wat kon dat nou zijn? Wel, wat we aantroffen was een knipsel uit een oeroude krant, een exemplaar van de Leeuwarder Courant van 15 juni 1901, waarin melding werd gemaakt van de komst naar Leeuwarden van een aantal au tomobilisten, die met hun "tuf- MONNIKEMUURSTRAAT Onlangs in 't Kleine Krantsje een prachtige foto op de voor pagina van de Monnikemuur- straat, een wintertafreel van voor de Tweede Wereldoorlog. In die tijd een straat met win kels en gezellige eenkamerwo- ninkjes, waar ik veel met een schoolvriend bij zijn grootou ders, de familie Tadema op bezoek kwam. Ik zie ze daar nog zitten in hun rieten stoelen bij het theelichtje op tafel met daarop de theepot, in een rode gloed door de klei ne venstertjes. Op de foto zie ik ook het bord van de Arbeidsbeurs op de hoek van de Put, waar veel jonge stadgenoten destijds aan een baan werden geholpen, ook diegenen, die al vroeg af haakten met studeren en te rechtkwamen op een van de vele Leeuwarder fabrieken, zo als de Frico, de papierfabriek van Landstra en Deibei, Koop- mans of de Condens. Twee kappers was de straat in die tijd rijk. De Vries op de ene hoek en ik meen een De Haan op de andere hoek bij Achter de Grote Kerk. Twee concur renten van elkaar. Ik meen me nog te herinneren, dat een vriend uit mijn jongere jaren, Arie de Graaf, daar werkte en dat scheren plus knippen vijf tien centen kostte. Hij was de goedkoopste van de stad. In die crisisjaren waren er veel kappers en sommigen hadden hun huiskamer als salon inge richt. Dan had je daar nog loodgieter Wijbenga, die er nu trouwens nog altijd zit, een fotozaak van Jonker, een zaadhandel, melk boer Boonstra met z'n dikke si gaar en niet te vergeten Engel- moer en de Gebroeders Westerhof met hun gezellige bakkerij. Tot slot zie ik op de foto nog een broodfabriek en ik moest denken aan mijn vader, die daar op zaterdagavond aan het eind van zijn route altijd een bezoekje bracht. "Nou must even oppe kar passé," zei hij dan, "ik kom direct terug". Eens ben ik hem uit nieuwsgie righeid gevolgd en ik zag toen, dat hij een winkel binnenging. Na korte tijd kwam hij er weer uit, schuw om zich heen kij kend en kennelijk bang, dat ie mand hem zou zien. In zijn jas zak had hij dan zo'n beroemd plat flesje, dat hij met een of twee maatjes citroenjenever had laten vullen. Op de zondagmiddag, voor het eten, haalde vader dan het flesje weer te voorschijn, na eerst de gordijnen gesloten te hebben - er zouden eens nieuwsgierige blikken van over buren of klanten kunnen zijn... De romers kwamen dan op ta fel plus twee kopjes voor ons als kinderen, waar we suiker en een klein scheutje van dat be kende vocht in kregen. Nadat we eerst met een lepeltje de inhoud opsmulden, zaten we even later de laatste restjes er uitte likken. Nu ik dit allemaal opschrijf be leef ik het weer of was het gis teren gebeurd. Vergis ik me niet, dan woont onze bekende stadgenoot Hendrik ten Hoeve nu in het pand, waar vroeger die drankzaak gevestigd was. Zijn vader had, als ik me niet vergis, in de naastliggende steeg een visschoonmakerij. Leeuwarden Rinze van der Heide In mijn langdurige diensttijd heb ik veel dingen meegemaakt, die het vermelden nog wel waard zijn. Zoals de komst ver voor de laatste oorlog, van een commandant, die zich zoals in die tijd gebruikelijk was, met een kernachtige redevoering presenteerde. Daarbij sprak hij over officieren en onderofficieren, waarbij hij telkens op vallend de nadruk legde op het woordje "onder' Op een gegeven moment stond een in de dienst vergrijsde adjudant op en vroeg of het geoorloofd was een opmerking te maken. In die tijd was dit een soort heiligschennis -een hoofdofficier viel men immers niet in de rede. Maar het werd genadiglijk toegestaan met de nogal bitse opmerking: "Houdt u het kort en zakelijk!" De adjudant antwoordde toen: "Mag ik Uw Hoogedelgestrenge attent maken op het feit, dat een ONDERbroek óók een broek is..." De majoor vervolgde daarop zijn betoog alsof er geen onderbreking was geweest en wij, als minderen, waren allen met stomheid geslagen. Leeuwarden J. Wouda voor Leeuwarden en de wijde wereld er om heen Een uitgave van Fenno Schoustra's Publiciieits- kantoor Verschijnt omstreeks de twintigste van iedere maand. Administratie: Friesch Dagblad, Voltastraat 7a, Leeuwarden Abonnementenadministratie: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden, telefoon (058)- 987560 Kopij voor 't Kleine Krantsje sturen naar: Vredeman de Vriesstraat 1 8921 BP Leeuwarden. Voor eventueel overleg over de redactionele inhoud: tele foon (058)-120302. Abonnementsprijs: voor Nederland 32,- per jaar; voor het buitenland: 55,- per postbank betaald. 65,-per cheque betaald. Losse nummers, per post bank besteld (2805901): 4,- voor 1 ex., 7,- voor 2 ex; f 9,-voor3ex. Het lidmaatschap van 't Kleine Krantsje staat alleen open voor lezers, die zich door hun aanmelding ak koord verklaren met de hier navolgende 'leveringsvoor waarden': Het abonnementsgeld moet vooruit worden betaald. Op de 15e januari dient het abonnementsgeld voor het lopende jaar te zijn betaald. Geschenk-abonnementen en abonnementen van le zers in het buitenland moe ten op de 15e december van het voorgaande jaar zijn betaald. Lezers, die zich niet telefo nisch of schriftelijk, maar per giro-overschrijving ais abonnee aamelden, wordt verzocht op het girostrookje te vermelden: Nieuwe abonnee. Wie het abonnementsgeld voor een ander betaalt, dient duidelijk de naam en het adres te vermelden van de abonnee, voor wie wordt betaald. Adreswijzigingen moeten minstens 10 dagen voor het verhuizen schriftelijk worden doorgegeven: Postbus 858, 8901 BR Leeuwarden. Abonnementen, die niet vóór 1 december schriftelijk zijn opgezegd (postbus 858, 8901 BR Leeuwarden), wor den automatisch verlengd.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 3