Jou
dot
'T KLEINE KEANTSJE
Mis
in- de film
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
AUTO IN SCHIPHUIS
In het juninummer schreef ik
over een personenauto, die in
de oorlogsjaren in een schip
huis aan de Lange Negen voor
de Duitse bezetters verborgen
werd gehouden, maar die, een
maal ontdekt door wie weet
wie, totaal werd gesloopt.
Tot mijn verbazing werd ik naar
aanleiding van dit stukje gebeld
door een mevrouw Zijlstra-Ve-
ning, een oude kennis van mij,
die hetzelfde verhaal van haar
vader kende. Die, een garage
houder aan de Bleeklaan, was
indertijd de eigenaar van deze
ondergedoken auto, een zeer
moderne Willey's Overland.
Vader Vening had al twee
vrachtauto's aan de Duitsers
moeten afstaan en hij zal daar
na gedacht hebben "mijn luxe
auto krijgen ze niet!" Maar he
laas voor deze man: knarsetan
dend moet hij ervaren hebben,
dat zijn mooie auto werd ge
sloopt en dat er behalve deze
wagen ook veel andere waar
devolle goederen verdwenen.
Overigens vond hij de twee
vrachtauto's na de oorlog terug
bij de sloperij van Hoeben aan
de Willem Loréstraat, waar ze
zich nog "in redelijke staat"
bleken te bevinden. Door ei
gendomsbewijzen te tonen kon
den ze terugkeren naar de
rechtmatige eigenaar.
Onbeantwoord is nu nog de
vraag hoe die personenauto in
dertijd dat botenhuis binnenge
smokkeld is. Overdag zal het
niet zijn gebeurd, maar 's
nachts moet het ook een heel
geheister zijn geweest. Me
vrouw Zijlstra wist te vertellen,
dat de wagen overdwars in het
schiphuis stond en het gehele
voorpand van het botenhuis
moet er uit zijn geweest.
Of is de wagen er misschien
"ingevaren" op een zolderbak?
We zullen het waarschijnlijk
nooit meer aan de weet komen.
Apeldoorn
B. Dijkstra
PEDAGOGIE VAN VROEGER
Bij ons op School 14b hadden
wij vroeger een jongen in de
klas, die heel erg stotterde.
Wanneer hij de opdracht kreeg
om iets te zeggen of voor te
lezen, was hij vaak niet bij
machte om een woord over zijn
lippen te krijgen.
Gebruikelijk was het, dat wij
thuis lesjes moesten leren en
dat we dan later, staande voor
de klas met de handen op de
rug, het geleerde moesten op
zeggen.
Toen de hoofdmeester op een
keer zei: "Johannes, nou jij!"
gebeurde er een groot wonder.
Hannes begon, nog zittend in
de bank en onder het lopen
naar voren, het lesje zonder
hapering en feilloos op te zeg
gen; zo goed, dat hij er al klaar
mee was voor hij goed en wel
voor de klas stond - sprake
loos hadden wij hem aange
hoord.
Wat er toen gebeurde zou je
niet voor mogelijk hebben ge
houden, maar dat gebeurde
toch.
De meester sprak: "Nee, Jo
hannes, zo doen we dat niet, je
weet het toch: vóór het bord en
met je handen op de rug. Nou,
vooruit maar!"
Er ging meteen een "Ooooh..."
als kreet van ontstemming door
de klas en Johannes, de stak
ker, kon geen woord meer uit
brengen - ik vergeet dat mijn
leven niet meer.
Met alle respect voor zijn le
raarschap, maar dit "Hoofd van
de School" had geen onderwij
zer, maar turfgraver moeten
worden - voor de zoveelste
maal bleek hij van pedagogie
geen kaas te hebben gegeten.
Leeuwarden Jetze Visser
DEKEYSERSKROON
Naar aanleiding van uw artikel
over 'oude herbergen' in het
augustusnummer doe ik u wat
aanvullende informatie toeko
men over de herberg 'de Key-
serskroon', die, zoals u al
schreef, gestaan heeft op de
hoek van de Wirdumerdijk en
de Peperstraat.
Zowel in het Gemeentearchief
als in het Rijksarchief zijn vele
mensen bezig met het uitzoe
ken van familieverbanden. Ge
nealogie heet dat met een mooi
woord. Ook voor ondergeteken
de is dit een aangename tijd
passering.
Tijdens mijn onderzoek ben ik
dan tegengekomen dat een ver
familielid van mij ooit gewoond
heeft in de Keyserskroon.
Een zekere Gerryt Leverland,
die geleefd heeft van 1689 tot
1742 had de Keyserskroon in
huur van Margareta Voets
(wed. Kuinders). Het was een
royaal pand dat bij haar overlij
den in 1742 getaxeerd werd op
4000 gld. In de inventarisatie
van haar nagelaten goederen
wordt het beschreven als de
huisinge aan het Merkt op de
hoek van de Peperstraat al
waar de Keyserskroon uithangt,
bij de wed. Leverland bewoond.
Uit een tweede huwelijk van
Gerryt Leverland met een zeke
re Antje Djurres wordt op 1
maart 1725 Eelkje Leverland
geboren. Deze Eelkje Lever
land trouwde met Douwe Wat
zes Ruitinga op 1 dec. 1748.
Zij gingen toen inwonen bij
moeder, c.q. schoonmoeder
Antje, ook in de Keyserskroon
dus. Hier zijn ze blijven wonen
tot 1751. Daarna werd door An
tje een pand aan de Nieuwe-
stad Z.Z. tegenover de Waag
gekocht, waar ze toen ook
weer gezamenlijk zijn gaan wo
nen.
Douwe Ruitinga en zijn vrouw
Eelkje zijn ook nog in het bezit
geweest van herberg de Valk
aan de Wirdumerdijk. Deze
herberg werd weer verkocht in
1791.
Een leuke bijzonderheid is ver
der dat ook de heer W. Eek-
hoff, de gemeentearchivaris,
eveneens genoemd in het au
gustusnummer in latere tijd in
het pand 'alwaar de Keysers
kroon uithangt' een tijdlang
heeft gewoond.
Winterswijk Jan P. Ruitinga
Niet lang, nadat uw familie
de Keizerskroon verliet in
december 1753, is de grote
herberg tot de grond toe af
gebrand. Exploitant was
toen een Van Lingen, die
precies een jaar eerder, op
zijn verjaardag, een onbe
kende gast aan de stamtafel
kreeg. Deze man, "een iet
wat vreemde snuiter" deed
toen een wel heel merk
waardige voorspelling,
"Over een jaar na heden op
ditzelfde uur" zo sprak hij,
"zult gij zo vrolijk niet bij el
kander zitten.En dat kwam
dus precies zo uit: toen die
meneer Van Lingen weer ja
rig was, brandde De Kei
zerskroon als een fakkel.
Men is er nooit achter geko
men wie deze zonderlinge
onheilsprofeet is geweest.
sende meisjes over wie "Igo
Galema" schreef, dat "het niks
voorstelde", maar dat hij er
toch kapot van was.
"Ze gooiden de benen om
hoog" zo vertelde hij "en ik
stond met open mond te kijken.
Wat een vrouw! Het zou het
grootste genot zijn om met zo'n
vrouw getrouwd te zijn, hoewel
ik me geen voorstelling van
trouwen kon maken".
Wel, dat stukje trof mij bijzon
der, wantik had het zelf
kunnen schrijven! Ik had name
lijk precies dezelfde ervaring
met betrekking tot het vrouwe-
lijkschoon.
Het was of er een wereld voor
me openging! Heel anders, die
danseresjes van de kermis,
dan de meisjes bij ons op
school. Inderdaad: een bijzon
dere ervaring!
Red. 't KI. Kr. Stavoren
R. A. Reitsema
MARTIN VELTMAN
In 't Kleine Krantsje van juli
vermeldde u onder de rubriek
"In Memoriam" het overlijden
van mijn broer Martin Veltman.
U omschreef mijn broer als
zoon van een garagehouder
aan de Bleeklaan. Deze infor
matie is onjuist.
Weliswaar woonde ons gezin
tot 1934 in de Bleeklaan, doch
op nummer 122. Daarna ver
huisden wij naar de bovenwo
ning van het kantoorpand van
de N.V. Hoogslag's Assurantie
kantoor, op het adres Achter de
Hoven 2.
Mijn vader, Martin A. Veltman,
naar wie mijn overleden broer
werd genoemd, was mede-di
recteur van de N.V. Hoogslag's
Assurantiekantoor.
Daarnaast bekleedde hij vele
bestuursfuncties in het katholie
ke verenigingsleven van Leeu
warden en was hij, direct na de
oorlog, voorzitter van de toen
malige Vereniging Oranje Na
tionaal.
In die hoedanigheid sprak hij
tijdens de bevrijdingsfeesten op
13 september 1945, vanaf een
podium op het Zaailand de Ca
nadese luitenant-kolonel Keith
Landell toe, die op 15 april met
zijn troepen Leeuwarden had
bevrijd.
De garage, die u in uw editie
van juli noemt, lag op de hoek
van de Bleeklaan en de Ruyter-
weg en de eigenaar daarvan
heette toevallig ook Veltman.
Amsterdam G. B. A. Veltman
BIJZONDERE ERVARING
In het verhaal "Als kind naar de
kermis in grootvaders' tijd" in
het julinümmer las ik over dan
NA 65 JAAR...
Het klinkt vreemd, maar het
kan gebeuren, dat je er door 't
Kleine Krantsje achter komt,
wat je vijf en zestig jaar gele-
den(!) precies hebt gezien.
Door het verhaaltje over wijlen
August Delea van de nu in Au
stralië wonende Dukke Hiem-
stra begreep ik, dat het deze
Dukke is geweest, die we toen
in het water bij de Brolspijp
hebben zien spartelen.
Met mijn broer kwam ik die dag
bij de grossier Bosma in de
Grote Hoogstraat vandaan,
waar wij kleren hadden ge
kocht. Wij zagen toen een jon
gen in het water en een ma
troos sprong er in om die
knaap te redden. Toen wisten
we nog niet, dat de geredde
Dukke Hiemstra was, maar nu,
in 1995, weten we dat dus wel!
En als je dat zo leest komt al
les weer boven. "Nu ga ik
zwemmen leren," reageerde
mijn broer op dat moment en
dat heeft hij ook gedaan - zo
goed zelfs, dat hij later zelf ie
mand uit het water van de
Voorstreek kon halen.
In 't laatste Kleine Krantsje
schrijft een L. Scheepstra over
een vroegere voetbalwedstrijd
tussen Friesland en Heeren
veen. Die heb ik toen ook bij
gewoond, een spannende wed
strijd. Op dat moment was
Friesland goed, helaas zakten
ze later weg.
Maar die wedstrijd was gewel
dig voor Friesland, ze speelden
gelijk en misten nog een penal
ty. Deze ontmoeting achter het
gezellige Borniapark vergeet ik
nooit, zoals ik ook niet zal ver
geten, dat de vader van Piet
Tromp steeds maar weer langs
de lijn sprak van "Wat is 't toch
een spelertje, die Piet..."
Huizum
een brief die me weer van alles
doet herinneren. Door het Klei
ne Krantsje ben ik weer in con
tact gekomen met een vroege
re vriendin en een nicht. We
onderhouden nu een gezellige
correspondentie en genieten
samen van de oude koeien die
we uit de sloot halen!
Hier komen de Nederlanders
die elkaar goed kennen zo nu
en dan eens bij elkaar en op
een avondje zongen we liedjes
die we ons nog herinnerden.
Iemand begon met 't Friese
Volkslied en we kwamen tot de
ontdekking dat zo'n driekwart
van de aanwezigen uit Fries
land kwam! Het "daverde"
goed, maar toen we de ande
ren uitdaagden om met hun
lied te komen, konden ze niet
beter doen dan "Hoeperdepoep
die zat op de stoep".
Het grappige is, dat als je echt
met iemand begint te praten en
herinneringen op te halen, je
vaak ontdekt dat je dezelfde
mensen of plaatsen kent. Zo
praatte ik met iemand die uit
Koudum komt, en die vertelde
over een buurman aan de Lek-
kumerweg. Het bleek familie
van haar te zijn.
Ik kreeg van m'n schoonzus
een plattegrond van Leeuwar
den. Daar ben ik reuze blij
mee. Nu kan ik goed zien hoe
het uitgebreid is, maar ook kan
ik nu alles goed volgen wat in 't
Kleine Krantsje beschreven
wordt. Want het is niet altijd ge
makkelijk om straten enz. pre
cies te herinneren. We hopen
dat het KI. Kr. een lang leven
beschoren is!
Australië
HAVANK
Jenny Setz
D. Beeksma
WAT EEN HERINNERINGEN!
Wat een schat aan herinnerin
gen brengt dat Kleine Krantsje
naar boven! Als dat arriveert
dan wordt er hier alleen maar
gelezen en koffie gedronken, er
is nergens anders tijd voor!
Soms is het een naam, soms
Uw publicatie over de schrijver
Havank heb ik met belangstel
ling gelezen. Het verwondert
me niet, dat hij zoveel jaren na
zijn dood nog zoveel aanhan
gers heeft. In 1941 las ik als
eerste uit zijn serie het boek
"Polka-Mazurka".
Wat goed dat er nu een stich
ting is opgericht, die ernaar
streeft de herinnering aan de
vermaarde auteur levend te
houden. Maar "Mateor" - wat
betekent die naam?
Ik meen eens vernomen te
hebben dat Havank in de Ayt-
tasteeg heeft gewoond en dat
zijn ouders een herenmode
zaak hadden op de hoek van
de Voorstreek en de Wortelha
ven, misschien "Het Nieuwste"
of "De Groote Manchet"?
Tenslotte zou ik graag willen
weten sinds wanneer de Prin
sentuin is herdoopt in de Kope
ren Tuin, een naam die ont
leend is aan een boek van
Simon Vestdijk.
O ja, ik ben ook zeer geïnteres
seerd in de rubriek "In Memori
am". Vele van de door u gepu
bliceerde namen roepen
herinneringen op. Zoals de
laatste maal die van Freddie
Wielenga. Hij was vier jaar,
toen ik als vriendin van een
van zijn zusters, een dochter
van "pliesje" Wielenga, gere
geld bij de familie thuiskwam.
Ik hoop 't Kleine Krantsje nog
geruime tijd te kunnen lezen.
Leidschendam
Mevr. J. G. Boer-Lemmers
De naam "Mateor" van de
nieuwe Stichting staat voor
(Vervolg op pag. 12)