DE STILLE OUDE STAD
».,nBMDD
AL VOOR ONTVOERINGSZAAK
pagina 5
LEDEN SNIJDER-FAMILIE
VAKER IN HET NIEUWS
De zo brute, maar wonderbaar
lijk snel opgeloste ontvoerings
zaak van de vorige maand
heeft de naam van het slachtof
fer op veler lippen gebracht.
George Snijder, algemeen di
recteur van de technische
groothandel Lasaulec, werd
plotseling een bekende Leeu
warder, die op een dramatische
manier in het nieuws kwam te
staan.
George Thomas Snijder, gebo
ren in 1938, staat aan het
hoofd van een onderneming,
die hij zelf op een bewonde
renswaardige manier heeft
grootgemaakt.
Er werken zes honderd en der
tig mensen en er zijn een dertig
vestigingen in het noorden, het
midden en het oosten van ons
land. De jaaromzet van het
concern ligt ver boven de hon
derd miljoen.
De spectaculaire groei van
vooral de laatste jaren ontstond
ten dele door het overnemen
van andere bedrijven. Hoewel
Lasaulec in Leeuwarden be
gon, bevindt het hoofdkantoor
zich nu in Heerenveen.
Is George Thomas Snijder nu
de eerste telg uit dit echte
Leeuwarder geslacht, die op
een bijzondere manier in het
nieuws is gekomen? Nee, ook
vóór deze gruwelijke ontvoe
ringszaak zijn er Snijders ge
weest, wier namen over veler
lippen gingen.
De vader van George Thomas
Snijder was Johan George Ja
cobus Snijder, geboren in
1913, die trouwde met een
dochter van de brandstoffen-
handelaar Van der Noord.
De heer Van der Noord dreef
zijn zaak eerst samen met een
meneer Kuperus onder de fir
manaam Van der Noord en Ku
perus - later werd dit de N.V.
Friesche Kolenhandel.
ENERGIEKE FIGUUR
In het begin van de twintiger
jaren werden Van der Noord en
Kuperus al depothouders van
een zuurstoffenfabriek en van
een acethyleenfabriek en na
het eind van de Tweede We
reldoorlog werd de behoefte
gevoeld het Depotschap van
zuurstof- en gasflessen uit te
breiden om een plaats te vero
veren in groter handelsverband.
Daarvoor werd Johan George
Jacobus Snijder aangetrokken,
een energieke figuur, die zich
van 1947 af belastte met de
verdere ontwikkeling van de
handel in hulpmiddelen op
technisch gebied.
Zo ontstond er eerst een Com
manditaire Vennootschap, die
later werd omgezet in de B.V.
Handelsonderneming "Lasau
lec", een naam, die stond voor
"lassen-autogeen" en "elec-
trisch".
Johan George Jacobus Snijder,
in vrije tijd een voortreffelijke
pianist en een grote jazzlief
hebber, werd er dus de zeer
krachtdadige leider van, maar
hoe energiek hij de zaken ook
aanpakte, hij zal wel niet heb
ben gedacht, dat Lasaulec zich
in de toekomst zo stormachtig
zou ontwikkelen.
Dat gebeurde dan dus ook
dank zij zijn kroost - van zijn
vier kinderen. George, Thomas,
Theo en Dien, zou ook de der
de zoon, Theo Snijder, een
functie gaan vervullen in het
bedrijf,
Johan George Jacobus Snijder
had een jongere broer, Bonno
Wilhelm, geboren in 1916, een
jurist, die aanvankelijk advocaat
was, maar later bekend werd
als juridisch adviseur van de
Frieslandbank.
Bonno Snijder speelde ook pia
no en zo kwam hij in contact
met de L.O.F., de Ljouwerter
Orkest Foriening, die hem in
1948 tot secretaris wilde be
noemde.
Maar dat baantje ambieerde de
jonge rechtsgeleerde niet,
waarop men reageerde met de
opmerking, dat hij "dan maar
voorzitter moest worden". En
dat werd Mr. B. W. Snijder toen
om zich in deze functie en ook
als praeses van het latere
Frysk Orkest buitengewoon
verdienstelijk te maken.
DRIJVENDE KRACHT
Hij ontpopte zich als een drij
vende kracht, die dank zij zijn
grote ervaring als muziekluiste-
raar en practisch beoefenaar in
bestuurszaken meestal de juis
te beslissingen wist te nemen.
Uit erkentelijkheid voor zijn gro
te inzet kende het orkestbe-
stuur hem in 1970 het Gouden
Viooltje toe en toen het Frysk
Orkest vijf en twintig jaar be
stond, werd Bonno Wilhelm
Snijder het Ridderschap van de
Orde van Oranje Nassau toe
gekend.
Mr. Snijder bleef het voorzitter
schap van het Frysk Orkest be
kleden tot 1973, zodat hij de
presidentshamer precies een
kwart eeuw heeft gehanteerd.
De vader van Johan George
Jacobus en Bonno Wilhelm
Snijder was Johan George Snij
der, geboren in 1885, die in het
nog zoveel kleinere Leeuwar
den uit de eerste helft van deze
eeuw een grote bekendheid
kreeg als de exploitant van de
uit 1878 daterende firma N.
Dijkstra op de hoek van de Sint
Jacobsstraat en het Naauw.
De firma Dijkstra was vanouds
een zeer gerenommeerde zaak
in Comestibles, thee, koffie,
biscuits en Hollandse, Franse
en Zwitserse kaassoorten.
Toen Johan George Snijder
zelf vijftig jaar werd, in '35 dus,
kon hij naar eer en geweten
bekend maken, dat de firma
Dijkstra al gedurende zeven en
vijftig jaar "de hoogste kwaliteit
op 't gebied van levens- en ge
notmiddelen betekend had".
"Vandaag staan wij weer ge
reed om U morgen te bedie
nen, zooals u dat gisteren zoo
wist te waardeeren" aldus be
richtte hij toen.
"Kiek, da's nou mien vrouw"
zei de boer tegen de veekoop
man, "wat bied je ervoor?"
"Niks" antwoordde de koop
man.
"Vekocht!" zei de boer.
Een stokoude plaat van het eind van de Nieuwestad bij het Schavernek, naar onze
schatting nog voor de eeuwwisseling gemaakt. Dat wil dus zeggen in een tijd, dat
je nog kon spreken van het "oude gemoedelijke Leeuwarden", waarin nog geen
haast werd gemaakt en waarin de benenwagen nog zo belangrijk was. Verkeer is
er op deze afbeelding dan ook helemaal niet te zien - er staan alleen maar een
paar handkarren op de "stille" kant van de Nieuwestad. Om maar zo mooi
mogelijk op de kiek te komen heeft de lieve jeugd zich verzameld bij de leuning
van de Adje Lammertspijp, die ook wel Burmaniapijp of Westerpijp werd genoemd.
Dat aardige ronde pijpje is in latere jaren gemoderniseerd en vlakker gemaakt -
ook die prachtige lantaarnpalen zijn, helaas, helaas, niet overeind blijven staan.
(Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)
Johan George Snijder, een
sympathieke man en "een echt
gezelligheidsmens", die graag
mocht kaarten in de Friesche
Club, trad in vrije tijd ook naar
buiten als musicus: als cellist
kwam hij wel op de planken
met de bekende onderwijzer
Louis van Keijzerswaard, die
piano speelde.
In zijn zaak kreeg Johan Geor
ge Snijder veel steun van zijn
oudste zoon, die vaak met be
langrijke initiatieven verraste
voor en na een dienstverband
bij de Vivo-organisatie in Am
sterdam. In 1947 vond Johan
George Snijder het tijd worden
om als middenstander op zijn
lauweren te gaan rusten.
GRAPPENMAKER
En dan komen we, tenslotte, bij
de jongere broer van Johan
George en wel Hendrik Marti-
nus Snijder, geboren in 1888,
die zo mogelijk in en buiten
Leeuwarden een nóg grotere
bekendheid kreeg, dan al z'n
familieleden samen.
Over hem, Henny Snijder, heb
ben we in het verleden al ver
schillende malen geschreven
als over een volstrekt unieke fi
guur, een echte bon vivant, een
man van plezier, een levensge
nieter en een bron van ver
maak voor zijn naaste omge
ving.
Buitengewoon humoristisch,
gevat en ad rem, was hij het
stralende middelpunt van elke
vriendenkring: tijdgenoten, die
hem hebben meegemaakt en
die zonder uitzondering met
weemoed over hem spreken,
getuigen ervan, dat het lachen
geblazen was, zodra hij in hun
midden verscheen. En dat het
ook lachen blééf, zolang hij er
was.
Zijn gevatte reacties, zijn ver
makelijke opmerkingen en zijn
dolle streken werkten dusdanig
op ieders lachspieren, dat we
hem nu wel kunnen bestempe
len als een onbezoldigde enter
tainer, die door niemand werd
geëvenaard.
Daarbij moet deze Henny Snij
der beroepshalve een harde
werker zijn geweest: Officieel
stond hij als grossier in suiker
werken te boek. Maar in die rol
kregen de meeste mensen hem
niet in het oog - vrijwel ieder
een kende hem als een lol
broek, zoals er geen tweede
was te vinden.
Tachtig, negentig jaar geleden
zorgde deze Hendrik Martinus
er dus al voor, dat de naam
Snijder in en rond Leeuwarden
herhaaldelijk werd genoemd -
en dan meestal zeker in posi
tieve zin!
Let op, zo komt het nog:
ONZE VOETBALMILJO
NAIRS IN TOPVORM! OOK
MALTA VAN HET VELD
GEVEEGD - 1-0 DOOR
STRAFSCHOP IN LAAT-
STESECONDE