IN PUIN GESLAGEN... WIEPIE WIERSMA BLEEF ACTIEF EEN ANONIEME MIDDENSTANDER ALS WELDOENER Bouwwerken, die uit het beeld verdwenen. De oude vismarkt, die eens op de Oosterkade heeft gestaan op het stukje straat, dat we nu kennen tussen de gevangenis en de "electrische" brug. Links zien we nog net het begin van de Nieuwe Oosterstraat: de donkere meneer, die we zien naderen, is er misschien net vandaan gekomen. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) pagina 8 Op de Rooms Katholieke Begraafplaats aan de Harlingerstraatweg bevindt zich op de afdeling van de derde klas het graf van een stadgenoot, die bijna een halve eeuw geleden overleed. Dit graf werd ooit gedekt door een steen met een integre rende tekst. 'Simon Namminga' stond er op, 'Januari 1875 - Januari 1946 - Eenzaam heb ik geleefd-Eenzaam ben ik gestorven - Bid voor mij'. Wat moesten we daar nu van denken? Welk verhaal zou er achter die treffende regels verscholen gaan? Hoewel deze woorden nauwe lijks bruikbare aanwijzingen ga ven, is het ons toch gelukt te achterhalen, wie deze Simon Namminga is geweest, hebben we begrepen hoe eenzaam hij leefde en hoorden wij hoe een zaam hij inderdaad was gestor ven. GEEN LEEUWARDER Simon Namminga was geen Leeuwarder van geboorte. Hij zag in Oosterend het levens licht en hij was van huis uit her vormd. Zijn overgang naar het katholieke geloof moet voor zijn familie de aanleiding zijn ge weest om hem verder te schou deren. De man is toen gaan zwerven, werd een klein koopmantsje in negotie en kwam wel wat erg royaal als 'koopman' in de boe ken van de burgerlijke stand te staan om uiteindelijk in Leeu warden terecht te komen. ROZEKRANSEN Zo nu en dan ging hij met een klein koffertje met rozekransen en kerkboekjes op pad en bij pastoors en kerken in of even buiten Leeuwarden trachtte hij 'zaken' te doen. Erg winstge vend zal dat niet zijn geweest - soms droeg deze kleine han delsman niet eens een hemd onder z'n jas, omdat hij ge woon geen ondergoed bezat. Op latere leeftijd zwierf Simon Namminga van logement tot lo gement tot het oog van een be kende middenstander uit de Leeuwarder binnenstad getrof fen werd door het aandoenlijke beeld van dit oude mannetje als een slonzig geklede zwer versfiguur, die kleumend voor zijn winkel stond. De winkelier, die we nu maar 'De Goede' zullen noemen, riep de zwerver binnen en schonk hem een kop koffie in. En dat was het begin van een merk waardige relatie, want ook daarna mocht de zwerver bij de middenstander aankloppen wanneer hij maar wou. De ene keer werd het baasje dan onthaald op koffie, de an dere keer op soep en zo nu en dan werd hij met een hoogno dig kledingstuk verrijkt. Vaak moest de middenstander zich op de zondagmorgen na de kerkdienst haasten om thuis te komen; anders stond zijn ge regelde gast alweer op de stoep. Op een zondag in de koude ja nuarimaand van '46 bleek Si mon Namminga evenwel ver stek te laten gaan en, helemaal gewend aan de curieuze visites van zijn beschermeling, besloot de heer De Goede toen op on derzoek uit te gaan. En tot zijn grote schrik vond hij Simon Namminga toen ster vend in een logement in de Burmaniastraat. Het enige wat de middenstander toen nog voor hem kon doen was het bij wonen van de begrafenis, waarbij hij buiten de pastoor en de doodgraver de enige be langstellende was. Op dat moment zal het zijn ge weest, dat de heer De Goede besloot door de firma Arends een keurige grafsteen te laten vervaardigen, waarvoor hij die zo treffende tekst bedacht. KEURIGE GRAFSTEEN En niets, maar dan ook niets heeft deze middenstander ooit van alle barmhartigheid willen weten, zodat wij hem zelfs nu nog, bijna vijftig jaar later, slechts als 'De Goede' kunnen aanduiden en niet met zijn wer kelijke naam. Dat alles op dit ondermaanse vergankelijk is, werd ons duide lijk, toen we een dezer dagen de laatste rustplaats van Simon Namminga nog eens wilden be zoeken. Wat bleek? Dat de grafsteen met het zo treffende en tot nadenken stemmende opschrift niet meer aanwezig is. "Na dertig jaar", zo vertelde de beheerder van de begraaf plaats, de heer K. Koelma, ons "kan een steen van een graf worden weggeruimd en dat moet in dit geval dan ook zijn gebeurd." HELAAS, HELAAS Waardoor dus, helaas, helaas, een laatste herinnering aan het bijzondere initiatief van de wel doende heer De Goede voor goed verdween. En dan blijven we nu zitten met de vraag, of er na zo'n betrekkelijk korte pe riode van dertig jaar, misschien wel eens te vroeg zo'n memo rabel monumentje als dit aan diggelen wordt geslagen. Want zo is het dan toch gegaan: de steen is van het graf gehaald, waarna mokerslagen het mee dogenloos vernietigden. Dit was de grafsteen, die de'laatste rustplaats dekte van Simon Namminga. "Eenzaam heb ik geleefd, eenzaam ben ik gestorven, bid voor mij". De anonieme weldoener, een middenstander van de Nieuwestad, liet het monument ver vaardigen, nadat hij de beklagenswaardige Namminga dood had aangetroffen in het logement in de Burmaniastraat, dat de Leeuwarders van vroeger onder de aanduiding "De Bed stee" kenden. (Foto: Fenno Schoustra) De onvergetelijke Wiebren Wierstra Th zn., de kleine Gro te man van de Leeuwarder Griezelkelder, bleef ook na het jammerlijke verdwijnen van deze gruwelijke attractie erg actief. In de zeventiger jaren was hij geestdriftig bezig een poppenverzameling op te bou wen. Ook die collectie had weer een bijzondere beziens waardigheid moeten worden. "Allemaal figuren uut het ouwe Leewadden," zo vertelde hij. "Poppen van sun halve meter hoog. De koppen krij ik van Vroom en Dreesmann, mien suster maakt de beerden en de prüken en voor de kleren sorgt een mevrouw uut Haulerwiek. Pronkstukjes binne het: een ke- reltsje dat naar de kerk gaat met sien vrouw, een oud wiefke met het ooriezer op, een vod- dekoopmantsje uut de Butter- hoek, een weesmeiske uut het Old Burger Weeshuus, een ouwe pliesjeagent, één vanne Leewadder skutterij en dan een leedansegger - prachtig me neer." "Of die leedansegger liekt op Lange Van Dieck? Nee, hij liekt op Feddes, dikke Feddes: een lorgnetsje op, swatte han- skünen an en een briefke inne han - hij is bezig met het leed- anseggen..." Dat had dus inderdaad ook weer iets heel bijzonders kun nen worden. Maar ach... In vijf enzeventig kwam de leedaan zegger om het - veel te vroege - overlijden aan te kondigen van Wiepie Wierstra zelf. Hij was toen achtenvijftig jaar oud.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1995 | | pagina 8