'T KLEINE KRANTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN MARKANTEPLEKKEN Leeuwarden zit vol van mar kante plekken en gevels. Na tuurlijk, elke stad heeft dat en het is juist een aantrekkelijk heid van er middenin te wonen. Vooral als men wat ouder wordt en nog goed kan zien is er elke dag wel weer wat nieuws te bekijken; het is de kunst om de beelden in het ge heugen te bewaren. Even een voorbeeld: De Domi- nicus Kerk aan de Harlinger- straat heeft een groot vierkant hoogkoor met aan de vier zij kanten lange, smalle glas-in- loodramen. Als het 's avonds donker is, en er brandt geen licht in het koor, dan ziet men die ramen praktisch niet. Maar nu, 's morgens en dan liefst in de donkere wintertijd, wanneer de zon opkomt, wel Eerst zijn de ramen nog duister en ze vallen niet op. Als de zon verder rijst komen de stralen onder de flauwe hoek op de ra men te vallen. Het glas-in-lood kaatst deze stralen terug en men krijgt een indruk dat er een brand woedt in het koor. Het is een fantastisch gezicht, let wel, er moet wel zon zijn en het duurt maar kort! Een van de vele bijzonderheden van uw stad. Wat architectuur kan bereiken! Leeuwarden W. D. Lijfering HET MOOIE HUIZUM Met heel veel genoegen heb ik ook nu weer het toch wel unie ke Kleine Krantsje gelezen. Veel mooie herinneringen ko men dan weer boven. In het oktobernummer zag ik een foto, van de gevelsteen in de Noote- boom uit de Molensteeg. Heel bekend kwam me dit voor. Het was een grote verrassing toen ik verder las. Want jaren gele den hebben een oom en tante in die Molensteeg gewoond. En in het huis ernaast woonden mijn grootouders. Wij hebben daar als kinderen heel wat voetstappen liggen. Zondags morgens gingen wij er te voet van uit het "Dorp Huizum", waar wij woonden met mijn zusjes en broertjes op bezoek. Van de zomer, toen ik op va kantie in Leeuwarden was, hebben wij daar nog even rondgekeken. Maar het zijn r\u allemaal pakhuizen. Dan gaat er wel wat door je heen. Alles weg! Maar dankzij het Kleine Krants je, kunnen wij onze herinnerin gen nog eens ophalen. In het novembernummer stond een mooie foto van het "Hotel Klan- derij" en niet te vergeten van Hotel de Nieuwe Doelen, dat is al weer vijfendertig jaar weg. Spijtig, dat het allemaal ver dwijnt. Ja, Leeuwarden is erg veranderd in de loop der jaren. Maar het dorp Huizum vind ik nog heel mooi, met het brugje. Ook een leuk stuk dat, H.Z. in stuurde over "het oude, roman tische Huizum". Het was pre cies zoals het daar wordt weergegeven. De boerderij daar op dat plaatje, volgens mij woonde daar een vriendin van mij, wij hebben daar heel wat gespeeld. Dat water voor die boerderij, was dat niet de Wirdumer- vaart? Wij gingen daar vaak met een roeibootje varen, en dan achter het kerkhof, dan hoorde je de klokken luiden als er een be grafenis was. Mooi stukje natuur, en niet te vergeten, de Badweg met dat mooie zwembad en de ijsbaan. Ja, wij hebben daar jaren ge woond. Ik woon nu op de "Utrechtse Heuvelrug", ook héél mooi, maar er is maar één Friesland. Maarn O. Schriemer-Zondervan OMGEVING POPPEWEG In de laatste Kleine Krantsjes heb ik artikelen gelezen over het Noordvliet-Slot en de Pop- pebuurt. Hier heb ik mijn jeugd jaren doorgebracht en de men sen, van wie de namen werden genoemd, heb ik allemaal ge kend. Mijn naam stond er zelfs iets verlengd in: Gorter in plaats van Gort. Wij woonden inder daad in het laatste "suker- potsje", zoals de vier huizen werden genoemd, die er naast eikaarstonden. Over het afgebeelde bruggetje ging ik altijd via de scheeps werf en de Willem Lodewijk- straat naar de Rehobothschool in de Pieter Feddesstraat. In de twintiger jaren hebben we daar een prachtige tijd doorgebracht. Zomers mochten we boer Jongma altijd helpen met het hooien in de weilanden achter onze huizen. Ook bij Teake Schat zijn we veel in de schuur geweest. Jaren later heb ik Te- ook nog veel van mogen genie ten! Leeuwarden BUSKE LIGTE G. Gort ake nog eens getroffen in "Het Nieuwe Hoek" waar hij zijn laatste levensjaren heeft door gebracht. Met de Allema's waren we nog al bevriend. Een broer van me vrouw Allema, een Klaas Wes- terdijk, was met mijn broer bevriend. Zo brengt 't Kleine Krantsje tel kens weer allerlei herinneringen boven en dat is natuurlijk ook de bedoeling. Mijn vrouw en ik verslinden het blaadje gewoon. Heer Schoustra, ik hoop, dat u nog lang door mag gaan met uw "levenswerk" en dat wij er Als je de verhalen in 't Kleine Krantsje leest, dan komen er uit het "verre verleden" altijd wel weer herinneringen aan kleine episodes of voorvallen naar boven. Het is toch won derlijk dat een mens alles tot soms in de kleinste details, van kleine belevenissen weer kan oproepen. Eén van mijn herinneringen, van een zestig jaar geleden, was het"Buske ligte". Wij woonden indertijd op de Nieuwburen op nummer 120, en hadden daar een hele mooie en grote bovenwoning met een voorkamer met twee grote ramen waar wij op zater dag, met de ellebogen op de vensterbank, de drukte van de zaterdagmarkt konden aan schouwen. Naast deze voorka mer, was nog een kleine kamer met een raam, dat was de slaapkamer van mijn grote zus ter. Achter de voorkamer was een vertrek, met twee glazen schuifdeuren, met prachtig ge slepen glazen er in. Dat was het "Kantoor" van vader, com pleet met bureau, type- en stencilapparaat. En dan kwam de huiskamer, met daarachter LUNA VARIÉTÉ Over de heer Stoett alias prof. Castaletto, hebben wij het al meermalen gehad. Daarom deze keer even een klein be richt over de telepaat Joop Rei- nalda, die zich Mr. Rinaldo noemde. Op de foto zien we hem samen met zijn vrouw Lucy Post, hier genoemd Miss Luciana en Profes sor Castalet to. Toen ik in de mobilisatie van 1939 in de grossierderij van mijn vader en zijn compagnon de heer Veenstra begon, begon Joop aan de overkant van ons pand, Eewal 45, bij de IJzer- grossier en winkel van de Fir ma Th. van der Meulen als jongste bediende en kwitantie loper. Ik kende hem toen al van gezicht. Ook in de stad ont moetten wij elkaar wel in "een sukelade-tentsje". Ik meende dat Joop toen met zijn ouders in de Beekkerk straat woonde. Laatst trof ik zijn zuster en zwager in de stadsbus en toen heb ik be loofd dat ik spoedig eens deze mooie foto in het Krantsje zou laten zetten. Joop had een prachtig figuur voor het toneel, was slank, had donker haar en een geheimzin nig uiterlijk. Zo kwam hij bij de heer Stoett in zijn ensemble. Hij werkte dus als telepaat. Lucy Post was de dochter van de heer Post, die naar ik meen ingenieur of in ieder geval hoofdambtenaar bij de Rijkswa terstaat was. Het was een groot gezin. Lucy zat bij mij in de eerste klas van de Chr. U.L.O.-School van de Leer school van de Wybrand de Geeststraat. Zij is later naar Australië geëmigreerd. Weer zo'n leuke foto uit de tijd toen iedereen nog graag uit ging. Leeuwarden Ritsko van Vliet senior pagina 4 een heel groot platdak, waar vanaf wij in de bakkerij van Lamsma konden zien, hoe de bakkers allerlei lekkere dingen maakten, terwijl wij aan de an dere kant van het platdak zicht hadden op de tuin van Zalen Schaaf. Dit huis was gelegen boven de groothandel in kaas, spek en worst van de heren Winsemius, die daar - althans in mijn ogen - enorme voorraden kaas had den liggen, en grote manden vol met boerenworsten, en vele zijden spek, die aan de balken hingen. Natuurlijk was ik daar als twaalfjarige jongen veel te vin den, en mocht ik wel helpen om de grote goudse, edammer en broodkazen, om te keren of op schoon geboende planken te leggen, en stond ik adem loos toe te kijken hoe vakkun dig de edammers op een ijze ren cirkel met drie noppen, werden gelegd, en even in een grote bak met kokende paraffi ne werden ondergedompeld. Daarna werden ze glanzend naar boven gehaald waar de paraffine meteen stolde, en konden de kazen op de schone planken worden gelegd. De eigenaar van dit bedrijf, de heer Bernhard Winsemius, vond het best goed dat ik kwam "helpen" en hij stopte mij vaak een stuk van een gebro ken worst toe. Bernhard had ook nog wel een ander klusje voor mij te doen, waar hij mij zelfs iets voor be taalde en zo kwam ik aan mijn "eerste betaalde baan". Het was in die tijd zo, dat het vervoer van goederen veelal gebeurde door plaatselijke vrachtrijders. De grote vrachtrij ders hadden al een vrachtauto, maar de gewone jongens reden nog met paard en wagen - wij noemden dat de karrieders. Deze vrachtrijders namen 's morgens de vracht en de be stellingen -uit de dorpen, waar ze vandaan en langs kwamen, mee naar de stad, en 's mid dags ging alles wat aangele verd was, met de vrachtrijders terug naar de dorpen, op zich zelf een zeer efficiënt gebeu ren. Nu hadden deze vrachtrijders een vaste plaats in de stad, waar ze tussen de middag hun wagens stalden, om de goede ren af te leveren en weer in te laden. Dit was op het Oldehoof- sterkerkhof; op het Zaailand (bij Mercurius) en op de hoek van de Bleeklaan, en soms nog wel eens op een andere plaats. De vrachtrijders gingen nadat ze de wagens hadden gestald en de paarden hadden ver zorgd, naar het "Veerhuis" om hun boterhammen bij een kop koffie te eten. In deze veerhuizen konden za kenmensen zoals Winsemius, een "Buske huren"; daar stond hun naam dan op, en er zat een gleuf in. Als de vrachtrij ders in het veerhuis aankwa men, dan hadden ze meestal briefjes (bestellingen) van de winkeliers uit de dorpen, en die deden ze dan in het Buske van de betreffende leverancier. Deze briefjes moesten dan op gehaald worden, waarna de be stellingen klaar gemaakt kon den worden, om op tijd weer bij de vrachtrijders aan te leveren, voor bezorging bij de diverse winkeliers. De briefjes ophalen, uit de bus- (Vervolgoppag. 12)

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 4