VIJFMAAL BIJ EERSTE TIEN
IN ELFSTEDENTOCHT
GEWELDENAAR ABE DE VRIES
GRUWELIJKE
ONTDEKKING
pagina 5
De oud-schaatser Abe de Vries, die de vorige maand op de hoge leeftijd van acht
en tachtig jaar in zijn woonplaats Schiedam overleed, is een van de grootste
cracks in de geschiedenis van de Friese Elfstedentocht geweest. Vijfmaal kwam hij
in de wedstrijd aan de start en alle malen plaatste hij zich in het eindklassement bij
de eerste tien. Eenmaal werd hij zelfs winnaar van de marathon. Dat gebeurde op
een extreem vroeg tijdstip, op de zestiende december 1933 in wat we wel een
"mooi-weer-tocht" mochten noemen. Na negen uren en vijf minuten kwam hij toen
als eerste over de streep en dat was een tijd, die op dat moment nog nooit eerder
was gemaakt.
In 1940 zat Abe de Vries met
Jan van der Bij, Sipke Dijkstra,
en Lo Geveke in een groep van
vier, die ruim een half uur na
de koplopers Auke Adema, Dirk
van der Duim, Cor Jongert,
Sjoerd Westra en Piet Keizer
binnenkwamen op het door
honderden toeschouwers om
zoomde ijs langs de Prinsen
tuin.
In de tocht van 1941, die ge
wonnen werd door Auke
Adema, bezette Abe de Vries
de vijfde plaats, een jaar later,
in de race, waarin Sietse de
Groot triomfeerde, werd de
sterke Abe de Vries zevende.
VERSCHRIKKELIJK
De verschrikkelijke naoorlogse
worsteling van '47 bracht Abe
de Vries een negende plaats,
maar na een berucht onder
zoek naar overtredingen, werd
hem een derde prijs toegekend.
Jan van der Hoorn, die als vijf
de bij het eindpunt was gearri
veerd, werd na deze tocht tot
winnaar uitgeroepen.
Zo speelde Abe de Vries, die
aanvankelijk veehouder was in
Dronrijp en die later respectie
velijk in Giethoorn, in het Fran
se Versailles en in Schiedam
heeft gewoond, gedurende
veertien jaar een opvallend
vooraan staande rol.
DISCUSSIES
Jaren na zijn schaatsvictorie
kwam zijn naam nog dikwijls in
de krant naar aanleiding van
nog steeds doorgaande discus
sies over de uitslag van de
nu, dat er op de dag af twee en
zestig jaar na die triomf, op de
zestiende december, een eind
aan zijn leven kwam.
Fenno L. Schoustra
Op de grote plaat is het moment vastgelegd, waarop de sterke
Abe de Vries in de Elfstedentocht van '33 als eerste de eindstreep
passeert. In zijn kielzog Sipke Castelein. (Foto's: Collectie Fenno
Schoustra/'t Kleine Krantsje)
tocht van '33.
In het officiële eindklassement
van die race werd De Vries als
eerste genoteerd en de Warte-
naaster Sipke Castelein, met
wie de man uit Dronrijp een
groot stuk van het traject sa
men had gereden en die direct
na de winnaar de vrijwel niet
zichtbare streep had gepas
seerd, als tweede met de ver
melding "tweede prijs".
Toch besloot de organiserende
Elfstedenvereniging ook de
tweede aankomende Sipke
Castelein te honoreren met een
grote gouden medaille van de
eerste prijs.
GEDENKBOEKJE
Toen de Friesche Elfsteden
Vereniging een jaar later een
kwarteeuw bestond, gaf zij een
gedenkboekje uit, met daarin
toch weer de oorspronkelijke
uitslag en het eindklassement
met Sipke Castelein op de
tweede plaats.
Zelf bleef Castelein zich altijd
als "mede-winnaar" beschou
wen en De Vries had al direct
aangegeven, dat hij arm in arm
met zijn metgezel over de eind
streep was gegaan, wanneer
hij de finishlijn had gezien, wat
in werkelijkheid niet het geval
was geweest.
Ook latere Elfstedenbesturen
zagen in Sipke Castelein die
het vorige jaar eveneens over
leed, een mede-winnaar en zo
kreeg zijn naam ook een plaats
in de erelijst op het in de zesti
ger jaren aan de Heliconweg
onthulde elfstedenmonument.
GROTE KAMPIOEN
Maar de oersterke Abe de
Vries bleef vanzelfsprekend bij
velen voortleven als de grote
kampioen van de tocht van '33.
Wel heel erg opvallend is het
Het is in de Schrans geschied,
dat een automobilist geen voor
rang kreeg van een andere wa
gen, waarvan de bestuurder uit
een zijstraat kwam. De aange-
redene sloeg over de kop en
geraakte in het MCL terecht.
Daar kreeg hij, een paar dagen
later, tot zijn niet geringe ver
rassing bezoek van de man,
die hem aangereden had.
"Nou, dat vind ik aardig," be
kende de patiënt, "dat had ik
niet verwacht."Och,reageer
de de dader, "a'k je doad re
den had, wa'k toch oek op je
begrafenis komen.
In augustus 1939 deden bra
menzoekers aan de weg
Amersfoort-Apeldoorn een gru
welijke ontdekking: zij vonden
daar een grote hutkoffer met de
in verregaande staat van ont
binding verkerende romp van
een vrouw. Bij het politieonder
zoek bleek er ook een stuk on
dergoed in te liggen met het
nummertje van een wasserij.
Zo kon de identiteit van de
vrouw worden achterhaald -
het bleek een mevrouw Koor-
ens te zijn, wier man als hof
meester in Nederlands Indië
verbleef. Naar Nederland ge
haald kwam de oorspronkelijk
uit Leeuwarden afkomstige
Koorens met het verhaal, dat
zijn vrouw was gedood bij een
val tegen een kachelplaat.
Daarna had hij het lijk maar in
stukken gesneden en de romp
ging in de hutkoffer. Het hoofd
werd nooit teruggevonden,
maar het vermoeden bestond,
dat Koorens dit lichaamsdeel
mee aan boord had genomen
om dit onderweg in zee te wer
pen. Later bleek, dat de hof
meester zijn vrouw met mes
steken Rad gedood. Voor de
rechtbank werd levenslang te
gen hem geëist, maar hij kreeg
een gevangenisstraf van vijftien
jaar. Zo keerde hij voor lange
tijd naar zijn geboorteplaats te
rug.