OOK DIT IS (OFWAS) LEEUWARDEN
'T KLEINE KRANTSJE
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
DESPORTLAAN
Graag wil ik reageren op een
artikel in 't Kleine Krantsje over
de Sportlaan. Mijn vader had
op nummer 27 een Zadelmake
rij, waarin hij werkte met vier
zoons, Frans, Johan, Titus en
ik zelf, Theo. De.mensen, die
beschreven werden ken ik alle
maal. Leuk, dat ook Theun
Hulst werd genoemd. In mijn
tijd woonde er zijn vader Piet
Hulst. Die was rangeerder bij
de N.S. Wij noemden hem Piet
de Prater, want kletsen kon hij
als de beste en dan op z'n
Haags, hij was een rasechte
Hollander.
Wie ik miste waren de Keu-
nings, marktkooplieden in
groenten en fruit. Ze waren een
beetje ruw in de mond, maar
het waren fantastische mensen.
Ook las ik over "Knikker op
dak" ofwel Steneker. Die woon
de in de Bomeostaat met de
achterdeur aan de Sportlaan.
Hij had een zoon, Ate, die in
heel Leeuwarden bekend was,
een simpele, maar prachtige
kerel, die veel bij ons kwam.
Als wij als kinderen op straat
voetbalden kregen we van zijn
vader, die politieagent was, een
waarschuwing. "Als ik jullie nog
es op straat zie voetballen, dan
knikker ik em op dak," zei hij
dan. Dus daar komt die bij
naam vandaan.
't Kleine Krantsje is fantastisch.
Nog lang doorgaan s.v.p.
Alblasserdam Theo Fleur
DRAAI OM OREN
Per abuis werd de naam Ring-
nalda genoemd in het artikeltje
"Draai om de oren". Dit moet
zijn Nico Reenalda.
Deze Nico Reenalda (geboren
17 maart 1894 en overleden 21
februari 1981) was een grote
sterke man die als loodgieter
leidekker werkzaam was bij de
Gebr. Bekker aan de Kelders.
Die draai bm de oren vond
plaats in het midden van de
dertiger jaren toen het haantje
èn kruis van de toren plus de
leibedekking aan de St. Bonifa-
tiustoren een 'onderhoudsbeurt'
kregen.
Die draai om de oren van de
jongen van 'èèn gulden per
week' zal niet erg hard zijn ge
weest. Deze Nico Reenalda
had namelijk handen als kole-
schoppen. Hij woog over de
tweehonderd pond - had
schoenmaat 47-48 met pijn en
zijn handen waren navenant...
Maar... gelukkig zo hard sloeg
hij nooit! Een kleine oorvijg was
wel voldoende om je plaats te
weten... En ik kan dat weten! Ik
ben namelijk zijn zoon!!!
Gouda
J. Reenalda
DRAAI OM DE OREN
Verbaasd was ik, toen ik in 't
Kleine Krantsje las over het ge
val met de 'Draai om de oren'.
Dat is wijlen mijn man Leo We
ber overkomen, toen hij veer
tien jaar was en ik heb het
vaak van hem gehoord.
Van de ene gulden, die hij ver
diende, moest zijn moeder ook
nog een duimstok kopen en die
liet ze hem zien, toen hij bij
Vroom en Dreesmann in de
dakgoot aan het werk was. Met
trillende handen, want hij was
nog maarzo klein.
Het toeval wilde, dat de mees
terknecht toen mijn grootvader
was, Johannes de Kant.
Ik ben nu negenentachtig en
om dan nog zoiets van heel
vroeger te lezen, dat brengt al
lemaal oude herinneringen naar
boven.
Hoorn Mevr. Weber-de Kant
JAN MOESELAAR
In juli '48 toen ik, terug uit Indo
nesië, in militair uniform op een
feest was in het Drentse De
Punt, werd ik aangesproken
door een meisje, dat informeer
de of ik van het Bataljon Fries
land was en zo ja, of ik Jan
Moeselaar had gekend. Ja,
dus.
Na een gesprek heb ik haar
beloofd een foto van zijn graf in
Banjoemas (hij is later herbe
graven in Bandoeng) te zullen
bezorgen.
Onlangs heb ik weer contact
met haar gezocht en zij vertel
de mij toen dat Jan in het laatst
van de oorlog als dwangarbei
der werkzaam was bij de Todt
en dat hij putjes moest graven
nabij het vliegveld Eelde. Hij
was daar herkenbaar doordat
hij altijd een rode muts droeg.
De ouders van het meisje had
den een winkel, waar Jan wel
kwam en waardoor zij kennis
aan elkaar kregen. Bij de be
vrijding heeft Jan zich als
OVW-er gemeld en zo kwam
hij in Fochteloo bij het Bataljon
Friesland terecht. Op 8 novem
ber '45 is hij toen naar Indië
vertrokken.
pagina 6
BAKKERIJ BREEDSTRAAT
In een artikel over "Juffrouw
Knip en Knap" las ik over de
bakkerij in de Breedstraat num
mer 61, waar wij, Kamstra en
Edema, vijf en dertig jaar ge
woond hebben. Voor 1924 is er
in deze zaak een banketbakker
geweest, die later naar de
Voorstreek ging. Daarna heb
ben er tot 1939 de schilders A.
en H. Wellema, vader en zoon,
in gezeten.
Mijn schoonvader F. Kamstra
kocht het pand van Wellema en
vestigde er een bakkerij.
Schoonzoon E. Edema nam de
bakkerij op 1 april 1950 over en
verkocht deze op 1 juli 1974
om gezondheidsredenen aan
S. de Jong (Maison Beitske)
die de bakkerij in 1995 heeft
gesloten wegens geldgebrek
aan bakkers.
Er is dus zes en vijftig jaar on
afgebroken brood en banket
gebakken en niet, zoals in 't
Krantsje stond, vijf en zeventig
jaar.
Leeuwarden
E. Edema
Eenrum
A. Kamps
Er zijn ook doodgravers, die
soms een borreltje lusten. En
die er meer nemen, dan eigen
lijk zou moeten. "Nou ma'k
doadvalle," sprak onze dood
graver, toen hij 's avonds niet
helemaal nuchter thuiskwam,
"wieerdoad is..."
Voorstreek Tweebaksmarkt
Noordvliet
Nieuwestad
Koningsstraat