'T KLEINE KRANTSJE
JOU
dot
mj
■men
in r/e fien
DORADO
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
BIJNA EEN WONDER
In het vorige Kleine Krantsje
stond een foto van de finish
van de Elfstedentocht van 1933
met daarop een rij herenhuizen
van de Noordersingel op de
achtergrond. Ik wil u er op at
tenderen, dat al die huizen er
nu nog net zo staan, alle goed
onderhouden en goed be
woond, bijna een wonder!
Leeuwarden
OLIEBOLLEN
Lijferlng
Wie denkt er niet aan oliebollen
bij de wisseling van het oude
naar het nieuwe jaar?
In ons gezin was het altijd tra
ditie, dat ik oliekoeken ging
bakken in de keuken.
In gedachten hoor ik de stem
men nog van mijn kinderen:
"binne su noch niet klaar?" En:
"wat duurt ut lang!"
Af en toe kwam mijn vrouw mij
een bezoekje brengen, in mijn
bakdomein, waar ik de eerste
al even gekeurd en geproefd
had.
Oliekoeken zonder en met
krenten en rozijnen en wat
gember was mijn specialiteit.
Intussen zijn er weer vele jaren
voorbijgesneld.
Dit jaar waren wij bij mijn jong
ste dochter uitgenodigd om het
uiteinde van het jaar 1995 bij
hun te vieren. Waren het vroe
ger de radio en spelletjes in
ons gezin, nu vermaakten wij
ons bij de televisie.
De verse warme oliekoeken
van voorheen, waren nu ver
vangen door diepvriesoliebol
len, opgewarmd in de oven of
magnetron.
Toen ik zei dat ik nog wel een
oliekoek luste, viel mijn dochter
mij in de rede, met de woor
den: "waar haalt pa dat woord
oliekoeken eigenlijk vandaan?
Er werd ook nog hartelijk om
gelachen.
Nu mijn vraag voor de lezers
van het Kleine Krantsje. Ouwe
stadgenoten, was het in onze
jaren nu oliebol of oliekoek?
Leeuwarden Rlnze v. d. Heide
GABBEMA GASTHUIS
Al kijkend naar de foto van het
torentje van het Gasthuis aan
de Wijbrand de Geeststraat viel
het mij op dat er slechts één
klok in het torentje zit, nl. aan
de voorzijde.
Zover ik weet heeft er ook één
aan de achterkant gezeten.
Mijn grootouders woonden in
de Com. Frederikstraat nr. 49,
precies er achter. Op zo'n 20 m
afstand een duidelijke klok
waar je altijd naar keek als je in
de achterkamer zat.
Mogelijk heb ik ongelijk, maar
mijn geheugen zegt, dat ik dit
als kind heb waargenomen.
Overigens werd er meer naar
gekeken dan iemand deed ver
moeden. Zo ook vanaf de Em-
makade, volgens een brief
schrijver, maar zeker vanuit
meerdere hoeken. Ook voor
velen die naar hun werk gingen
OMETTTUS
In 't Kleine Krantsje, nummer
623 fon ik un artikeltsje over de
'Sportlaan en Huzum, skreven
deur mien neef Theo uut Al-
blasserdam. Hij het op nummer
27woond, skreefie.
Sien fader was mien ome Titus.
Ik mdcht d'r altied ferhipt graag
heengaan al was 't un end lo
pen fan "onze" Sontstraat. Ja
ren leden he'k us un gedicht
"Heulemaal in Huzum woande destieds mien fijnste ome,
klein baaske, groat gesin, bealege dus, de heule dag deur,
peadesadels maakte hij, hoofdstellen, riemen, tomen,
en altied had ie un goed sin, hij hiette dan oek Fleur.
Hij was stapelgek met kiendes die hij kleine grapkes leerde,
knaries, knientsjes, kiepkes hield ie en weet ik wat allemaal meer
d'r waren plaatsjes anne wanden prikt fan skitterende peaden
in 't achterkamerke waar ie werkte, en 't rook 'rsu fijn naar leer.
Ik wed 'r wel us met mien kontsje op un peadesadel set en
su tilden sien sterke hannen mie dan hast tot an't plefon,
un piloat, un arend, Wodan foêlde ik mie op su'n stuit net en
lache, jong, dat dan mien ome Titus altied kon!
Dan mocht ik oppe groate ménsen neerkieke daarboven,
dan wa'k inees belangrieker en machtegerdan sij,
trots as un pauw, jumet twee steaten was ik, wi'st wel love?
Heul mien kleine-jonkjes-wereldsje lag fer beneden mij.
Och, ome Titus is un heul skoft leden al begraven,
ut leven is un bries, je jeugd un fleugje en meer niet,
d'r kwamen hadde poesters die de jaren un swieper gaven,
en ik al mar hiêmend hadder holle: je mutte metgaan mette tied.
Beleef ik, oud en wies nou, joppese momenten in mien leven,
je hewwe fan die hoogtepuntsjes, hee, dan ken niks meer meleur,
dan stilt de storm en foei ik mie weer tot an't plefon toe sweven
op un gloednij peadesadel, tild deur ome Titus Fleur,
j. Johan van Bergen
was de klok "onmisbaar".
Apeldoorn B. Dijkstra
VERKERING
Een vorige maal vroeg onze
abonnee de heer Richard Oo-
stra te Calgary rn Canada, in
de rubriek "Opsporing ver-
zocht" naar de tekst van een
vroeger bekend liedje dat ging
over een Annie, die verkering
had met een Canadees.
Maar wat bleek ons nu? Annie
had helemaal geen verkering
met een Canadees - het was
een Trees, die verkering had
meteen Canadees!
Een van onze abonnees, me
vrouw A. Broekema-Lohof uit
Leeuwarden, was zo vriendelijk
ons de gevraagde tekst (van
een Lou de Groot) te doen toe
komen. Met muziek en zang
van Albert de Booy werd het
liedje heel erg populair.
Wij drukken de tekst graag in
z'n geheel in onze krant af:
over 'm maakt, da'k nog foar-
dragen hè in Salen Schaaf. D'r
kwamen toen nogal wat (oud-)
Huzumers naar mie toe, die 'm
goed kend hewwe.
Nou dacht ik: miskien ken 't
nou wel in 't Kleine Krantsje af
drukt wudde, sudat we d'r un
heul soad ménsen inne heule,
wiede wereld un plesierke met
doen kenne.
In mijn straatje woont een
meisje
Luist'rend naar de naam van
Trees,
'n Echte Hollandse verschijning
Knap, en aardig in d'r vlees.
Nooit moest zij iets van
verkering.
Vrijen vond ze ongezond.
Maar direct na de bevrijding.
Ging 't gerucht van mond tot
mond:
Trees heeft een Canadees.
O, wat is dat kindje in haar sas,
Trees heeft een Canadees.
Samen in de jeep en dan vol gas.
Al vindt zij dat Engels lang niet
mis is
Wil zij dolgraag weten wat een
kiss is.
Trees heeft een Canadees
O, wat is dat kindje in haar sas.
Sprak een Hollandse aanbidder
Haar van trouwen of zoiets,
Kreeg hij dadelijk ten antwoord
'Niks ervan, ik koop een fiets!'
Nu is Treesje aan 't studeren
Iedere middag neemt zij les
Want tot nu toe was haar Engels
Enkel maar: 'Oké en yes!'
Als ze maar een uniform ziet
Raakt ze hevig van de wijs
Vraag je haar: 'Weet je wat
'love' is?'
Zegt ze smachtend'Very nice!'
Och, hoe zal het gaan met
Treesje
Als haar boy uit Canada,
Binnenkort weer zal verdwijnen
Naar zijn 'home' in Ottawa.
Tot zover de belevenissen van
Trees met haar Canadees.
Maar laten we nu vanuit Duits
land een brief krijgen van de
familie De Graaf, waaruit blijkt,
dat de heer Oostra gelijk had
pagina 4
catechisatie kwam. Dan kwam
ik vanaf de Grote Kerkstraat
door de Sint Anthonystraat via
de Zak achter in het Hofstraatje
terecht, waar het huis stond
(Vervolg op pag. 13)
en dat niet alleen Trees, maar
ook Annie verkering had met
een Canadees!
Ook deze verbintenis is in
dichtvorm vastgelegd en de fa
milie De Graaf was zo vriende
lijk ons deze tekst volledig toe
te sturen. Daar gaan we dus,
nu met Annie.
Annie heeft verkering met een
Canadees.
Nauw'lijks zag ze Johnny - of
uit was het met Kees.
Nu kauwt ze gom en chocola
De cigaretten geeft z'aan Pa.
Die rookt geen surrogaat
Nu Annie met John gaat.
Johnny heeft een motor,
jongens dat is fijn!
Achter op de duo heeft Annie
reuzegijn.
Vrolijk kijkt ze in het rond,
Een glimlach ligt om haar mond.
Nee Annie heeft geen spijt
Dat ze met Johnny vrijt.
's Avonds gaan ze wand'len,
samen naar 't plantsoen,
Johnny wil daar rusten,
verlangt van haar een zoen.
Annie zegt ook niet van "nee",
Maar kort en bondig "Het is
okay".
"My darling, I love you",
Ze doet haar ogen toe.
Plots komt dan de tijding -
Johnny moet weer weg!
Dat kon je wel venvachten,
want hij heeft altijd pech.
Annie blijft en wordt mama,
John gaat terug naar Canada.
Ze huilt haar ogen uit,
Om John, die arme guit.
Daarom lieve meisjes, denk
toch beter na,
Want wat is nou een baby, een
baby zonder pa.
Canadezen zijn enorm
Met hun baret en uniform,
Maar straks gaan ze weer vlug,
Naar Canada terug.
BUSKELEGE
"Buskelege", waarover in 't
Kleine Krantsje van januari
werd geschreven, was een
werkje, dat door vele jonge
Leeuwarders uit het voormalige
bedrijfsleven is klaargespeeld.
Ook de vrouwtjes deden hier
aan mee. 't Was een wedloop
tegen de klok, elke dag weer!
Leeuwarden Lijferlng
BENZINEBONNEN
Tijdens een opruimwoede vond
ik een aantal benzinebonnen
voor personenauto's, H 02 tot
en met H 25.
Wanneer waren die in omloop
en wanneer en hoeveel benzi
ne konden wij dan tanken?
Wie kan daar wat meer van
vertellen?
Leeuwarden
M. Heeringa-van der Werff
CATECHISATIE
De zeer interessante foto van
het Hofstraatje in het vorige
Kleine Krantsje deed me eraan
denken, dat ik hier zo'n zeven
tig jaar geleden elke week voor
Al verschillende malen heb
ben we in de loop van de
jaren geschreven over de
ooit zo bekende winkelier
van de hoek van de Nieu-
westad en de Sint Jacobs-
straat 'Dove Jelle Huisinga',
die dikwijls de indruk wekte,
dat hij zijn spullen liever niet
dan wel verkocht. Informeer
de iemand naar de prijs van
het een of het ander, dan
kon het vaak gebeuren, dat
Jelle zo'n klant de deur uit
joeg met de verrassende
mededeling: "Ach, dat is
niks voor jou, dat kanne je
toch niet betale.
Dat we hier in later jaren
een tweede, soortgelijke fi
guur hebben gehad, begre
pen we nu uit een brief van
onze abonnee de heer W.
D. Lijfering uit Leeuwarden,
die ons het volgende
schreef:
"In een huisje aan de Bolle-
manssteeg woonde vroeger
een zekere W. van der
Woude, die daar een antiek
handel had. Hij had altijd
een schipperspet op en ik
sprak hem dan ook niet an
ders dan als 'Schipper'aan.
Deze man had onder ande
re een groot aantal oude
stoommachines, spoortrei
nen en toverlantaarns in het
benedenhuis opgesteld en
dat was een dorado voor de
liefhebber en verzamelaar,
zoals ik was en nu nog
steeds ben.
Maar verkopen was er voor
deze handelaar Van der
Woude niet bij. Als ik er
kwam was het steeds: "Nee
man, dizze week nog niet, ik
mut eerst mar es even sien,
kom volgende week mar
weer es terug.
Hij had dus een verkoopme
thode, zoals ook 'Dove Jel
le' die toepaste. Elke keer
als ik er kwam had ik weer
een beetje hoop, die ook
prompt elke keer verloren
ging-
Later verhuisde deze 'koop
man' naar de Breed straat,
naast 'Maison Beitske'. Ook
daar was zijn manier van
handelen steeds teleurstel
lend. Dat iemand een klant
zo op de tocht kon houden,
ben ik na een dertig jaar
nog steeds niet vergeten.
Toch heb ik me als verza
melaar zonder de beste
man wel kunnen redden.