REKLAME DICKVANDERHEIJDE JR TOEN WE NOG OP DE SCHOOLBANKEN ZATEN GROEN VAN PRINSTERERSCHOOL 'T KLEINE KRANTSJE VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 15 adviesbureau voor reklame en publiciteit jozef israëlsstraat 6-10 058-124984 In 1937 maakte de bekende Leeuwarder fotograaf Joseph Dwinger deze opname van de vierde klas van de Groen van Prinstererschool. We gaan, zoals altijd, van links naar rechts en we beginnen bij de eerste rij banken: Henk Oosterhof en Gerard van der Wal, Johan Veldkamp en Willy Sikma, Coba van der Meer en Femmy Dekker, Anneke Beintema en Aafje de Jong met een vraagteken, Piet Wage naar en Wim Bangma, Teunis Stolte en David van Giffen. Op de tweede rij: Titia Hoeksema en Hieke Veltman, Anske Halma en Piet Kok, een onbekende en Benny Klein, Jelly Kamstra en Renny Heegsma, Oeds Larooy en Hotze Rusticus, twee onbekenden, een Jopie en Gauke de Vries. Dan nog op de derde rij: Betty Wits en Beppie van Staveren, Poppie Bouma, Herman Heinsbergen met een vraagteken en Japie Bies, Dieuwke de Vries, een Lukas en Jelly Sijbrandy. De onderwijzer achter in de klas is de heer Tj. Meijer. PIER SAMBRINK Zojuist uit 't Kleine Krantsje vernomen, dat een goede be kende is overleden, Pier Sam- brink. Wij noemden hem Pierke; hij was als jongen al een hele goede accordeonist. Hij speel de in de straten en zijn vader haalde geld op. Het mocht na tuurlijk niet, want ze hadden geen vergunning. Als kinderen stonden wij op de uitkijk en als er een politieagent aankwam, waarschuwden wij de Sam- brinks. Die gingen dan vlug bij mensen in huis. Ze zijn ook enige malen bij ons binnen ge weest. Pierke had een zuster die ook accordeon speelde. Toen Pier en Atty, een vriendin van mij, trouwden, gingen wij ook naar het stadhuis. Atty had een leu ke bruine jurk aan en een krans op haar mooie zwarte haar. Pier had een rooie strop das om. Gek dat een mens zich dat nog zo goed kan herin neren. Wij riepen dat ze zich konden bezinnen en nee kon den zeggen. Gelukkig hebben ze niet naar ons geluisterd, ze kregen een gelukkig huwelijk. Atty's vader had het café, de Walhalla in de Speelmans straat. Zij had een jonger zusje Marietje en een broer Herman; hij was een vriend van mijn broer Anne. Roy Utah; U.S.A. M. Scheer-Schot DENAAMSIJSES De naam Sijses die in een vo rig Kleine Krantsje voorkomt, is sterk in mijn geheugen gegrift. Als jongen van ongeveer elf jaar had ik pianoles van de heer Pieters, die een pianohan- del dreef in de Weerd, schuin tegenover de Firma Sijses. De heer Pieters woonde boven de zaak met een oude moeder en een zuster. Op donderdagmid dag kreeg ik een uur pianoles. De lessen waren prima, maar het uur werd vaak weggekne- pen door de bezoekers van de pianowinkel. De aandacht van de heer Pieters werd dan door een ander opgeëist en dan zat ik daar maar wat. Moeder Pieters bracht dan al tijd limonade met koek en dan wilde ik wel stil zijn. Toch werd het te bar en ik verdween bij de heer Pieters. Vervolgens op pianoles bij me vrouw Greetje Sijses, die ge trouwd was met een bekende Leeuwarder, een Do Sprock. Ik denk dat deze dame een zuster is (geweest?) van de heer J. J. Sijses. Ze was bovendien een bekende zangeres uit de Leeu warder muziekwereld. Ik was erg gesteld op deze vro lijke, schone dame, ze zag niet op de klok, bracht mij muzikaal gevoel bij en ook de natuurkun dige klanktheorie had haar en dus ook mijn grote belangstel ling. Bij het afscheid was er altijd een stukje chocola en een aai over mijn bol. Bovendien had ze twee bijzondere dochters, ongeveer van mijn leeftijd, Mar- ga en Dini. Als ik les had moesten die de kamer uit en ze gingen dan in de gang spelen. Als de les afgelopen was moest ik ze in de gang passe ren. Steevast was het dan: "Je gaat goed vooruit hoor, kom maar gauw weer!" Of deze kreet een opdracht was of een animoso is mij natuurlijk op dat moment niet duidelijk geweest. Wel was ik er heel gelukkig mee en mijn vader en moeder waren tevreden over de onver wachte vorderingen. Les: wat een naam al niet naar boven kan brengen en dat er in Leeuwarden een man is die de gelegenheid geeft om je herin neringen het daglicht te laten zien. Dat is nog veel meer waard dan het verhaal zelve. Leeuwarden Lijfering Visverkoper op de vrijdagmarkt: "Mevrouw! Zoute haring, negen voor tien gulden, een koopje!" "Ach man, wat mut ik met ne gen heringen..." "Nou... die kan U altijd nog la ten inlijsten, waar of niet!"

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 15