'T KLEINE KRANTSJE NAWATWE NU MEEMAAKTEN... ONTPLOFTE KETEL VALTOPVODDENKAR HAAST NIET TE GELOVEN VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN KOMT ER OOIT NOG WEL EEN ELFSTEDENTOCHT? Twee opvallende voorvallen hebben onze gedachten een paar weken geleden nog eens sterk gericht op de gevaren van het doorgaan van een Friese Elfstedentocht. Beide voltrokken zich op dezelfde zondag en dan ook nog op vrijwel hetzelfde moment. In de eerste plaats was dat het bekendmaken van het door iedereen zo betreurde besluit de tocht der tochten voorlopig niet door te laten gaan. En in de tweede plaats was dat het zo jammerlijk mislukken van de schaatstocht van Enkhuizen naar Stavoren, waarbij zoveel in het honderd liep, dat het evenement voortijdig beëindigd moest worden. Terwijl het er meer en meer op begon te lijken, dat het door gaan van de Vijftiende Elfste dentocht eindelijk, na tien jaren wachten, zou kunnen plaatsvin den, werden de Elfstedenbe- stuurders toch door angstige voorgevoelens overmand. Zij namen dan ook het zeker ver standige besluit, om geen dui zenden en nog eens duizenden mensen in gevaar te brengen en braken hun voorbereidingen voorlopig af. VOORGEVOELENS Het zijn ook bange voorgevoe lens geweest, die ons er na de tocht van '63 toe brachten alle goede en kwade kansen rond een Elfstedentocht op schrift te stellen. Dat gebeurde in het boekje "Elfstedentocht gaat door! Festijn of fiasco?", waarin wij, met een zeer donkere sneeuwbril op, opsomden, wat er bij een volgende tocht alle maal wel niet mis zou kunnen gaan. In de eerste plaats voorzagen wij, dat het gehele gebeuren de organisatoren over het hoofd zou zijn gegroeid en dat er veel meer deelnemers op af zouden komen, dan de bijna tiendui zend, die er in '63 al waren ge weest. Turbulente toestanden ver wachtten wij rond de duizen den, die niet zouden mogen meedoen en van wie velen als "zwartrijders" op het ijs zouden stappen tussen de legale deel nemers in. Nog steeds met de donkere bril op, zagen wij de rijbaan over Toen het feest rondom de Elfstedentocht nog veel gemoedelijker en overzichtelijker was... Hier zien we stadgenoot Karst Leemburg in witte trui als winnaar finishen op de Willemskade na de barre tocht van 1929. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) belast en niet langer betrouw baar worden. "Hier en daar" vreesden wij "gaan er hele ploegen doorheen. Het ijs wordt zo abominabel, dat er honderden gewonden vallen. De E.H.B.O.-posten kunnen het ongehoorde aanbod niet ver werken. Er wordt geschreeuwd om ambulances - er blijken er toch nog te weinig te zijn. De Friese ziekenhuizen raken overvol; ook in Groningen eri Drenthe beginnen ze al uit te puilen. In Staveren en Workum vallen de deelnemers bij hon derden uit. Velen proberen naar huis te bellen; het tele foonnet raakt overbelast; de steden blijven onbereikbaar. Zelfs extra treinen, ijlings naar Frieslands zuidwesthoek gediri geerd, kunnen het ploselinge passagiersaanbod niet verwer ken. Ettelijke uitgeputte uitval lers brengen uren kleumend in de kleine stadjes door, voor ze kans zien in trein of bus een plaatsje te bemachtigen. Sen sationele radio- en t.v.-uitzen- dingen brengen nog véél meer mensen op de been; dit is een horribele heksenketel, die ie dereen met eigen ogen wil zien. De politie kan het onge hoorde verkeersaanbod bij lange niet aan. Alle wegen in de buurt van de route raken geblokkeerd - op sommige plaatsen komen zelfs ambulan ces vast te zitten. Kilometers lange en ten dele stilstaande fi les ook op wegen, die ver van het traject verwijderd zijn. Alar merende berichten over een opgewonden publiek, dat op tal van plaatsen het ijs bestormt. HYSTERISCH Ook bij de finish breken horden hysterische toeschouwers door de afzettingen heen; de politie staat machteloos. De eerste binnenkomenden gaan verloren in de menigte en halen de eindstreep niet eens. De chaos is compleet." Toen we dót op het papier had den gezet, zetten we de donke re sneeuwbril af en trokken we een geheel ander gezicht. "Of.zo vervolgden we. "Wordt het een festijn? Het wordt een festijn! Wanneer het aantal deelnemers de verwach tingen niet overtreft. Wanneer het ijs en het weer redelijk zijn. Wanneer het bezoek van be langstellenden binnen de per ken blijft. Wanneer de Elfste- denkoorts niet in een Elfstedenhysterie verkeert. Dan wordt het, laten we het allen vurig hopen, het grootste, het meest grandioze feest, ooit in Friesland gevierd!" Wel, nu weten we, dat het zo wel in 1985 als in 1986 geen fiasco, meer een festijn gewor den is, al heeft het er de laatste maal af en toe op geleken, dat het de kant van een fiasco uit zou kunnen gaan. ONGEGROND Maar alle sombere verwachtin gen van de fiascotheorie ble ken - gelukkig - ongegrond. Toch moeten we zeker niet ver geten, dat die beide laatste tochten bepaald niet represen tatief voor de gemiddelde Elf stedentocht zijn geweest. Die IJsselmeertocht van Enk huizen naar Stavoren was na tuurlijk niet vergelijkbaar met de zoveel omvangrijkere Elfste dentocht, maar ze heeft ons toch doen schrikken en sterk doen denken aan de gevaren, die ook een Elfstedentocht kun nen bedreigen. Wanneer daar letterlijk duizen den zwartrijders het ijs bestor men, zou dat hier ook mogelijk kunnen zijn. Met tientallen ge wonden als resultaat van tal van onvoorziene calamiteiten moest de politie de tocht daar beëindigen, zodat het gewoon een fiasco werd. Zonder nu al te pessimistisch te willen zijn, vrezen we dat de brandende vraag "Festijn?" of "Fiasco?" ten aanzien van de Elfstedentocht zeker nog kan worden gesteld. En dat hebben de Elfstedenbestuurders ken nelijk ook gedaan. Hun besluit, hoe door iedereen ook betreurd, moest, al klonk het paradoxaal, tegelijkertijd ook worden toegejuicht. FENNO L. SCHOUSTRA In vooroorlogse jaren, toen de bekende Leeuwarder firma Mohrmann nog gevestigd was in de Van Swietenstraat, heeft zich daar eens een nauwelijks te geloven voorval voorgedaan. Maar het moet zich werkelijk hebben afge speeld, zoals het ons is verteld, zonder ook maar één woord van overdrijving erbij. Er deed zich daar eens een ontploffing voor, waarbij er een ketel uit de fabriek de lucht invloog. Geschrokken voorbij gangers zagen het gevaarte over het Oranjehotel heen in zuidelijke richting verdwijnen. De eveneens hevig ontstelde directeur, die bang was, dat de ketel ergens in een dichtbevolkte woonwijk als een bom zou neerkomen, sprong lijkbleek op zijn fiets om op onder zoek uit te gaan. Op gezag van getuigen koos hij de richting van het station en inderdaad, een moment later werd de man geconfron teerd met het haast niet te geloven gevolg van het incident. De ketel bleek vlak voor het Oranjehotel naar beneden te zijn gekomen, maaruitgerekend te zijn beland op de lege handkar van een joodse scharrelaar, die net op zoek was naar wat handelswaar. Desgevraagd verklaarde de koopman eerst wel even te zijn geschrokken van de klap, maar veel tijd om over het geval te praten had hij nu niet. Hij verlegde de ketel nog enigs zins, zodat die niet meer van de kar kon afvallen en zette toen energiek de pas erin, richting Camstraburen. En een half uurtje later stond hij met zijn volbeladen wagen bij zijn naamgenoot van de schroothande! op de stoep

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 5