VAN WINTERPRET
IN VROEGERJAREN
En over 't zwemmen
1
no
n;
ze
jeugd...
'T KLEINE KRANTBJE
ONVERGETELIJK...
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ^R OMHEEN
pagina 8
a
Eindelijk weer eens, na veel ja
ren een ouderwets wintertje,
zoals we die vroeger, en daar
mee bedoel ik tijdens mijn
jeugdjaren in Leeuwarden, re
gelmatig meemaakten. (Overi
gens, mijn grootvader beweer
de destijds hetzelfde).
Dan komen ook weer de herin
neringen aan die winters bij je
op, die ik graag wil doorgeven.
DEBERG
"De Berg" aan de Bleeklaan.
Met sneeuw een dorado voor
de jeugd! Ik herinner me, toen
we nog aan de overkant van
"de Berg" woonden, dat we
alle drie tijdens een "sneeuw-
winter" ziek waren. Mazelen.
Dus thuis blijven, mijn twee
zusjes en ik. Maar vanuit onze
slaapkamer genoten we, zo
ziek als we waren van de "mu-
zels", van het uitzicht op de
overkant, waar de sleetjes van
de berghelling onophoudelijk
naar beneden suisden.
Schaatsen op "de viever" van
de berg. Eerst achter een stoel,
schaatsen scheef onder je voe
ten. Maar je kwam wel vooruit,
later ook zonder stoel
De strenge winter van 1929.
Het vroor op een morgen dat
het kraakte, naar ik meende 19
graden. De kinderen kwamen
huilend van de kou bij de
school aan, waar iedereen met
een naar binnen mocht.
Op het schoolplein: sneeuwbal
gevechten met tintelende han
den. Meiden inzepen!
"Glibberen". Elke klas maakte
op het schoolplein een eigen
glijbaan. Eens bleek dat onze
baan van de vierde klas veel
gladder was dan die van de
zesde. Die annexeerden dan
gewoon "onze" glijbaan. "Make
jimme maar een nieuwe!"
IJSVRIJ
En dan het schaatsenrijden,
vooral als we een middag "ijs
vrij" hadden. Met de hele klas
naar de sloten en vlakten (on
dergelopen land) aan "het Kal-
verdiekje". De mooiste meisjes
smeekten of ze een baantje
met me mochten rijden. Wat
een eer!
Schaatsen op de Bonke (slecht
"Wij dachten Auke Adema te
kunnen bijhouden. Maar... geen
schijn van kans. Die man was
ons in no time voorbij en uit het
zicht!" (Foto: Collectie Fenno
Schoustra/'t Kleine Krantsje)
ijs), naar de Grote Wielen. Veel
rondjes gereden en dan bin
nendoor naar Dokkum. Terug
over de Dökkumer Ee zou een
peuleschilletje moeten zijn,
vooral met de wind mee. Nee
dus, de Ee vol met schotsen, je
kon ternauwernood langs de
kant schaatsen.
Op een zaterdagmiddag
('s morgens nog naar school,
jawel) met prachtig schaats-
weer over de Zwette naar
Sneek.
ZWAREKLUS
Met felle wind tegen was het
een zware klus. Maar we
moesten en zouden Sneek ha
len. Bij Schamegoutum twijfel
den we of we met Sneek in
zicht toch maar terug zouden
gaan met de wind dus mee.
Nee dus. Terug iets voorbij
Schamegoutum kom ik te val
len. Hakleer van mijn linker-
schaats kapot. Terug naar
Schamegoutum, of op één
schaats doorgaan. Het werd al
knap donker, dus we kozen
voor het laatste. Dus op één
schaats afzetten met je voet,
proberen Leeuwarden te halen.
Wat een afzien en wat een
eenzaamheid daar midden in
het duistere Friese land op de
Zwette. Eindelijk, eindelijk
Schenkenschans, het eindpunt.
En dan nog teruglopen naar
huis.
Spontane onderlinge wedstrij
den op het ijs. Wie is de snel
ste. Zo ging ik met een vriend
de uitdaging aan. Zo snel mo
gelijk, je wou niet verliezen.
Maar mijn vriend lag toch voor.
EEN WAK!
Plotseling geschreeuw van de
achterblijvers. "Pas op, een
wak!" Mijn vriend in volle con
centratie hoort niets, snelt recht
op het wak af, ziet dat te laat,
kan niet meer remmen of afbui
gen, neemt een extra aanloop
en suist letterlijk met de hakken
over.het wak naar de over
kant. En maar lachen.
Elfstedentochten. Toen was het
nog rustig in Leeuwarden. Ik
herinner me Prins Bernhard
nog in 1940 bij de Groene Wei
de in uniform.
De chaotische taferelen bij aan
komst van de vijf eerste
schaatsers via de Noordersin
gel naar de finish bij de Groene
Weide. Veel toeschouwers
langs de kant, maar toen de
renners eraan kwamen, liep de
hele menigte het ijs op, dat ge
vaarlijk begon te kraken. Tus
sen die menigte moesten de
vijf koplopers maar zien wie
eerste werd.
Het jaar daarop, Schenken
schans als eindpunt. Auke
Adema lag op kop en zou als
eerste aankomen in Sneek. Wij
hem tegemoet. We ontmoetten
hem inderdaad halfweg Sneek
en meenden hem gemakkelijk
te kunnen bij houden. Geen
schijn van kans. Die man had
al bijna de hele tocht achter de
kiezen, maar in no time was hij
ons voorbij en uit het zicht.
IJSBLOEMEN
Wie herinnert zich niet de "ijs
bloemen" op de ramen, de
koude slaapkamers, en nog
koudere lakens waar je tussen
kroop. Maar ik kreeg van mijn
moeder "een warme kruuk".
Lekker tegen je koude voeten.
En op school met je klasgeno
ten maar klagen over die kou-
we lakens.
Enschede S. D. Postmus
In mijn herinnering komen de
pogingen om zwemmen te le
ren van zo'n zestig jaar terug
weer naar boven bij het lezen
van berichten over hedendaag
se zwemparadijzen.
Ik weet nog best dat we met de
"grote vakantie" van school
meededen aan het sport-en-
spel-gebeuren van de organisa
tie "Vakantieontspanning". Die
hield ons iedere dag wel bezig
met voetballen of andere bal
spelen op de Leeuwarder ren
baan. Daarnaast hadden we
ook wel eens een uit- of opvoe
ring in Zalen Schaaf aan de
Breedstraat, of kregen we
soms een film voorgeschoteld
in Tivoli op de Nieuwestad.
Maar we gingen ook wel eens
zwemmen, dat was dan, 's
morgens met een rugzakje met
boterhammen en iets te drinken
melden op de Wilhelminabaan
(De renbaan), en daarna ging
het lopend in een lange stoet
naar de Kleine Wielen, aan de
Groningerstraatweg een km of
zes, waar we dan in kniehoog
water wat konden rond sparte
len. Ik kreeg daar een mooi
zwempak voor, door Moeke
zelf gebreid, en nog wel
in twee kleuren, het onderste
gedeelte donkerblauw, en het
bovenste gedeelte crème, met
een brede rode band er tussen,
wat dan net een leren band
leek.
Een handige fotograaf maakte
dankbaar gebruik van deze
zwemdagen, om foto's van ons
te maken, en deze aan onze
ouders te verkopen. Ik heb mijn
foto's nog, het badpak stond er
niet in kleur, maar wel in zijn
geheel op. Doordat het water
daar niet diep was, en de foto
graaf ons toch geheel op de
foto én in het water wilde heb
ben, verzocht hij ons op de
knieën in het water te gaan
staan. Het is een mooie foto
geworden, maar je kan duidelijk
het zand onder de knieën zien.
Het zal op die plaats, waar we
zwemmen zouden leren, dan
ook niet dieper dan dertig centi
meter zijn geweest. Het waren
leuke dagen, maar van zwem
men leren kwam natuurlijk niet
veel terecht.
En als dan later toch het plan
wordt opgevat, om het te leren
en je zelf niet zo driest bent
geweest, om in de singel of vij
ver te plompen, om deze kunst
machtig te worden, zal je toch
naar een "echt" zwembad
moeten gaan, maar ja, zwem
baden en vooral overdekte ba
den waren te duur, dus moes
ten er andere wegen worden
gezocht.
En die deden zich natuurlijk wel
voor, vooral als je zelf, zeg
maar tussen de tien en twaalf
jaar bent, en je een zuster en
broers hebt, die vier tot acht
jaar dat dit hele stel werd aan
gevuld met vrienden. Dus Rika,
Klaas, Jan met Ele Hiemstra,
een Menno, een Trijntje, verde
re namen weet ik niet meer, in
ieder geval een hele club was
het wel.
Dit hele stel ging, in ieder geval
met mooi weer iedere dag op
de fiets naar het zwembad in
Stiens, ongeveer zeven kilome
ter vanaf de Willem Sprenger-
straat waar we toen woonden.
Het was een mooi groot zwem
bad, een langwerpig uitgegra
ven plas water van een zestig
bij twintig meter, overal onge
veer een meter diep, omringd
door een houten vlonder, met
houten kleedhokjes, die je zelf
met een kram op slot kon
doen. En een "echte" bad
meester, die de kaartjes contro
leerde en oplette of er niemand
verdronk zonder zijn toestem
ming.
Waarom ging dit hele familie-
stel mét vrienden helemaal op
de fiets naar Stiens om te
zwemmen? Daar is een simpe
le verklaring voor: "De prijs".
Hóe hoog die was, weet ik niet
meer, maar we hadden een
"familieabonnement", daar ging
de hele meute in één keer op
naar binnen. Ik als snotaap,
mocht ook wel eens mee, zit
tend achter op de bagagedra
ger.
Die grote knapen vonden dat
prachtig, lekker kletsen onder
weg en dan met opzet de fiet
sen zo dicht mogelijk naar el
kaar toe, zodat ik met mijn
benen op de bagagedrager
knel kwam te zitten, en dan die
grote knapen maar lachen.
Als we in Stiens aankwamen bij
het zwembad, probeerde ik al
tijd zo snel mogelijk in een bad
hokje mij op te kleden, maar
met zo'n strak gebreid badpak
ging dat niet zo snel, en als je
dan je badhokje weer uit kwam,
ja hoor; dan stonden ze alweer
klaar; Jan Ele Klaas en noem
maar op. "Ja, jongens, daar is
ie dan," en dan werd je meteen
onderuit gehaald, en door twee
man bij je benen en armen ge
pakt, en werd je een keer of
drie, vier gejonast en dan met
een grote boog midden in het
zwembad gekieperd. Dan ging
je spartelend onder, om proes
tend weer boven te komen.
En de badmeester, nou die
stond zich élke keer weer kapot
te lachen, en vooral als een
van die grote knapen, je dan
met zijn grote hand op je
hoofd, onder water drukte,
en dan met luide stem, en ver
baasd ging vragen "hebben jul
lie Dirk ook ergens gezien?"
Men begrijpt het wel, het weer
was mooi en het water was
nat, maar echt goed zwemmen
heb ik natuurlijk nooit kunnen
leren.
Tóch is het later met dat zwem
men van mij nog wel goed ge
komen.
Dirk Faber