GERUCHTMAKENDE HEIBEL
IN WOONWAGENKAMP
O, BEDOELE JE DIE?
MATAHARI
NOG IN LEVEN?
pagina
Ooit is er een tijd geweest, dat een aantal woonwa
gens een vaste plaats hadden gevonden aan de Gro
ningerstraatweg bij het Oud Tolhuis, vlak bij het daar
staande café met die naam. Op een donkere decem
beravond in het jaar 1929 ontstond daar een hele
hoop trammelant, toen halfdronken woonwagenbewo
ners begonnen de ruiten van de wagen van een mede
bewoner in te slaan. Er vloeide al spoedig bloed en
binnen de kortste keren gingen er geruchten door de
stad, dat een ware veldslag in dat woonwagenkamp
een dode had gekost. Gelukkig bleken die berichten
overdreven te zijn, maar verschillende kerels hadden
elkaar toch wel naar het leven gestaan. Laten we nu
eens zien, wat de krant er in die dagen van zei.
"Het bericht was alarmerend
genoeg. Een doode, een ge
wonde bij een vechtpartij tus-
schen woonwagenbewoners op
't Oud Tolhuis aan den Gronin
gerstraatweg. Auto's met poli
tie, marechaussee, dokter sto
ven den weg uit. In den
stikdonkeren avond, in regen
en storm stonden de woonwa
gens, hoog en scheef, met ie
der een glinsterend lichtje ach
terop in den breeden berm.
GEENOOODEN
Voor en om de wagens groep
ten menschen, diep in de kra
gen gedoken en binnen schrei
de een vrouw, 'n Groote
marechaussee ging naar bin
nen. Geen dooden gelukkig.
Wel werd behoedzaam een he
vig bloedende man naar buiten
gebracht. Maar hij liep nog en
heel erg zou 't dus waarschijn
lijk niet zijn. Tegelijk gingen de
marechaussees met hun van
water glimmende uniformen
een andere wagen binnen. Hier
waren de ruiten gebroken, gor
dijnen wapperden naar buiten,
'n Lamp lag in scherven. Ook
hier werd iemand meegeno
men. Een man met natte, ver
warde haren; dat was de dader.
Zonder verzet ging hij mee.
Een tengere vrouw met een
paar kinderen aan de hand
volgden. Een ervan informeer
de nog gauw bij een verslag
geefster: "Denkt tante, dat pap
pie gauw weer thuis komt?"
En dat te hooren was 't droe
vigst van heel het geval.
De gewonde werd door den
dokter in de gelagkamer van 't
Café Het Oud Tolhuis voorloop-
ig verbonden en toen naar 't
Bonifaciusgesticht gevoerd. De
auto's van marechaussee en
politie keerden nu ook terug.
Slechts een paar mannen ble
ven achter om de wacht te hou
den bij den vernielden wagen.
Tusschen de familie's Sytse
Kuipers en Douwe de Meer zat
al jaren wat. Den laatsten tijd
echter leefden zij in vrede. Gis
teravond was De Meer met
Jackie Tacoma, ook een woon
Scheef tegenover het café "Oud Tolhuis", aan de andere kant van de Groningerstraatweg, bevond
zich weleer dit oude tolhuis. Hier stonden de woonwagens, waarbij de geruchtmakende heibel ont
stond. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje)
wagenbewoner, en hun vrou
wen in 't Café Oud Tolhuis wat
gaan drinken. Min of meer on
der den invloed van sterken
drank - de mannen althans -
kwamen ze terug. Voor den wa
gen van Sytse Kuipers bleven
ze staan en begonnen te schel
den. Kuipers, die met vrouw en
kinderen en nog een andere
woonwagenbewoner, Hofman,
zat te koffiedrinken, liet ze rus
tig hun gang gaan. De halfdron
ken mannen buiten stond dat
niet aan en ze liepen naar hun
wagen om stokken en andere
voorwerpen te halen. Hiermee
waren nu de ruiten van Kuipers
wagen ingeslagen en nog an
dere vernielingen gepleegd.
Kuipers heeft toen, uit zelfver-
dedediging, zoals hij verklaar
de, een lep genomen en dwars
door de glazen deur heen naar
de mannen, die zijn wagen be
dreigden, gestoken. Hij raakte
De Meer, die zwaar aan het
hoofd gewond werd. Dr. Foruin
legde 't eerste verband, waarna
de man verder door Dr. Regen
bogen in 't Bonifaciushospitaal
werd behandeld. Zijn toestand
is ernstig."
Tot zover het krantenverhaal.
Over de verdere gang van za
ken informeert het ons niet.
Maar als we het wel hebben
heeft die De Meer deze "Slag
bij Tolhuis" wel overleefd. Maar
nu, zo'n zeventig jaar later, zal
hij er niet meer zijn.
Engelsche bladen komen met
het verhaal, dat Mata Hari nog
in leven zou zijn en bij Bor
deaux, onder den naam van
Gloria Mac Alister zou zijn aan
getroffen.
In Fransche officiële kringen
wordt dit verhaal natuurlijk als
een dwaasheid gekarakteri
seerd.
Willem de Lieger werkte bij de
Gemeentereiniging, waar hij
vooral uitblonk door de sterke
verhalen, die hij altijd wist op te
dissen. Nadat hij eens in vrije
tijd was gaan vissen, had hij
aannemelijke verklaringen voor
het feit, dat hij zonder vangsten
was thuisgekomen. Eerst had
hij een visje gevangen, dat te
klein was om mee te nemen.
Toen ving hij een kanjer van
wel een meter lang. Maar die
was weer te groot om mee te
riemen.
Jan Kin was een besteller bij
de post, die beschikte over een
zeer geprononceerde kinnebak.
Velen hebben hem zo gekend
en altijd direct herkend, tot hij in
de oorlog besloot het Bolsjiwis-
tische gevaar te lijf te gaan. Die
vrijwillige dienstneming aan het
Oostfront heeft hem het leven
gekost.
Han van Meegeren was de
vererende bijnaam voor een
spoorwegman, die zich in vrije
uren wijdde aan de schone
schilderkunst. Toen iedereen in
zijn omgeving hem niet anders
dan als Van Meegeren aan
duidde, deed onze amateur
schilder bij de chef zijn beklag.
Die moet toen in het perso
neelsorgaan van de Spoorwe
gen hebben verordonneerd, dat
de collega's hem niet meer als
Van Meegeren mochten aan
spreken.
Durk Hak is een gewaardeerde
burgemeester van Leeuwarden
geweest, die plotseling veel
sympathie verspeelde, toen hij
zijn voornemen bekend maakte
om alle mooie kastanjebomen
langs de Spanjaardslaan om te
kappen. Toen stonden de
Leeuwarders ook meteen met
een passende bijnaam klaar.
Durk Hak noemden ze deze
hakgrage figuur.
Vogeltsje Bosch kende ieder
een onder deze naam, omdat
hij als amateur-ornitholoog ge
woon weg van vogels was. Hij
schreef er veel over in de krant
en hij was ook de oprichter van
het Fries Natuur Historisch Mu
seum, dat nu nog als Fries Na
tuurmuseum bestaat. Vogeltsje
Bosch had één broer, die aan
vankelijk pakhuisknecht was,
maar later tekenleraar werd.
Dat was (dus) Potloodsje
Bosch.
De Brievenbus is een figuur uit
de buurt van de Boterhoek
geweest. Zijn omgeving zou het
nooit beleven, dat hij zijn mond
gesloten hield. Daarom werd
voor hem De Brievenbus als de
meest toepasselijke aanduiding
beschouwd.
De Bokkeboer is een onderne
mend iemand aan de Gronin
gerstraatweg geweest. Hij had,
zei men, nogal wat bokken en
geiten. Maar hij werd vooral be
kend, doordat hij met een af
gedankte tramwagen reed,
waarmee hij passagiers ver
voerde, bijvoorbeeld naar de
Grote Wielen of naar de Mars-
sumer kermis.