LEEWADDERS,
WAAR IS DIT?
'T KLEINE KRANTSJE
s 'fit si J!
DE AVONTUREN VAN
JUFFROUW KNIP EN KNAP
VOSSENBERG
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
n
jf a
De Hofwijck anno 1985 (Foto: Chris Visser)
pagina 13
Dit is de nieuwe opgave voor onze fotoprijsvraag "Leewadders waar
is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen
I naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 1.
8921 BP Leeuwarden. Uitslag over vier weken.
Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij
een exemplaar van het boekje "Leeuwarden - ach ja, zo was het..."
met zestien zeer fraaie foto 's van de stad uit een lang vervlogen tijd.
21. Over De Hofwijck, spook-
fietsers en de PB.
Op zondag 21 juli 1996 zitten
juffrouw Knip en Knap onder het
zonnescherm op het balkon van
de flat van juffrouw Knap.
Knap heeft zojuist thee inge
schonken en gaat weer terug»
naar de kamer en schakelt de
CD-speler in.
Knap: 'Hoe vind je deze mu
ziek?'
Knip: 'Mooi, apart, geen Duitse
muziek.'
Knap: 'Dat heb je goed opge
merkt. Aanstaande dinsdag is
het tweehonderd jaar geleden
dat Franz Berwald in Stockholm
is geboren, en de muziek die je
nu hoort is van Berwald.'
Knip: 'Nog nooit van gehoord.'
Knap: 'Dat ligt deels aan Hilver
sum door de versnippering ver
oorzaakt door de zuilen, nog
een vooroorlogse toestand."
Knip: 'Dus. dit jaar een
Berwaldjaar!'
Knap: 'Ja, en een Hansonjaar.
Zweden is er in beide gevallen
bij betrokken de Zweed
Franz Berwald is van Duitse
afkomst en de Amerikaan
Howard Hanson, die honderd
jaar geleden is geboren, is van
Zweedse afkomst.'
Knip: 'Kijk, die fietser lijkt oom
Piet wel.'
Knap: 'Ja warempel. Ik ga vast
naar beneden.'
Vijf minuten later komt juffrouw
Knap weer boven in gezelschap
van oom Piet. In de hal aange
komen blijft oom Piet staan voor
twee schilderijen. de Grote
Kerkstraat en de andere de
Bagijnestraat met de Oldehove.
Piet: 'Wat zijn dat mooie schil
derijen.
Knap: 'Ja, dat zijn werken van
Reinier Knol, die zag ik dit voor
jaar hangen op een expositie in
een antiquariaat. Op dat schil
derij van de Grote Kerkstraat
was ik direct verliefd toen ik het
zag.'
Piet: 'Felle kleuren, maar niet
schreeuwerig knap gedaan
hoor! Goedemiddag Knip!'
Knip: 'Goeiemiddag oom Piet.
We zagen u al van ver aanko
men.'
Piet: 'Ja, je hebt hier een mooi
uitzicht over de Rengerslaan. Ik
kwam ook veel Britse fietsers
tegen.'
Knip: 'Hoe kon u dat nou zien?'
Piet: 'Wel, ze reden allemaal
aan de linkerkant.'
Knap: 'Had je dat niet door
Knip?'
Knip: 'Ja, nu wel.
Piet: 'Wat is de nieuwe Hofwijck
een fraai gebouw.'
Knap: 'Ja, dat is een geslaagd
ontwerp van Bonnema. Het
voordeel van de Rengerslaan
en Tesselschadestraat is dat de
nieuwbouw niet misstaat tussen
oudere gebouwen.'
Piet: 'Wil jij later niet in De Hof
wijck wonen?'
Knap: 'Nee, wanneer ik oud ben
ga ik terug naar Huizum. Waar
ik geboren ben wil ik ook ster
ven.'
Piet: 'Ik blijf ook in Huizum,
maar mijn laatste rustplaats zou
ik 't liefst op de Oude Begraaf-
plaats aan de Spanjaardslaan
hebben.daar lig je rustig.'
Knap: 'Onlangs is er een stich
ting opgericht voor het behoud
van de Oude Begraafplaats.'
Piet: 'Als je veel geld voor die
stichting nalaat mag je er mis
schien wel begraven worden.'
Knap: 'De nieuwe Hofwijck staat
er nu ruim tien jaar.'
Knip: 'Meestal is nieuwbouw
lelijker. Maar in dit geval niet.'
Piet: 'De nieuwe Hofwijck komt
aan de Rengerslaan tot haar
recht, maar zou niet passen op
de plaats in de Grote Kerk
straat.'
Knap: 'Inderdaad. De oude Klan-
derij had gerenoveerd kunnen
worden tot appartementen of
een tehuis voor ouderen. De
nieuwe Klanderij is niet lelijk,
maar vloekt met haar omgeving
en is dus lelijk gebouwd.'
Piet: 'Ja, dat ben ik wel met je
eens lekkere thee heb je.'
Knap: 'Dank je. U kwam de
spookfietsers overdag tegen,
maar ik kom ze 's winters vaak in
het donker tegen, en de meesten
zonder verlichting.'
Piet: 'Ik begrijp de politie ook
niet. Ik zou in één avond mijn
maandsalaris terug kunnen ver
dienen door alle fietsers zonder
verlichting te bekeuren.'
Knip: 'Ja, dat snap ik ook niet!'
Knap: 'Dat komt omdat de poli
tiek machteloos is, ze kunnen of
willen niet behoorlijk besturen.
Ze kweken normvervaging.'
Piet: 'Vandaag is de laatste dag
van de Tour de France. In ach
tenzestig viel de laatste dag ook
op zondag éénentwintig juli.
Toen won de eerste Nederlan
der de Tour de France.'
Knip: 'Wie was dat dan?'
Piet: "Jan Janssen, voor mij nog
steeds onze belangrijkste wiel
renner sinds Van Est en
Wagtmans."
Knip: "Joop Zoetemelk niet?"
Piet: 'Nee, Jan Janssen won
drie jaar achterelkaar de Groe
ne trui. In de Tour de France
won hij zeven etappes. Janssen
werd in negentienvierenzestig
wereldkamp op de weg. Drie jaar
later won hij de Ronde van
Spanje en het jaar daarop de
Tour de France. In zesenzestig
zou Janssen de Tour ook gewon
nen hebben maar doordat hij in
een buitenlandse ploeg reed
kwam hij er te laat achter dat de
onbekende Lucien Aimar weg
geslopen was naar een kop
groep. In achtenzestig waren er
landenploegen en toen won
Janssen de Tour dus wel.'
Knip: 'Toen was ik nog zo jong,
maar nu begrijp ik wel dat Jan
Janssen een belangrijke wielren
ner was.'
Piet: 'Jan Janssen was de beste
klassementsrenner tussen het
tijdperk Jaques Anquetil tot
negentienvierenzestig en Eddy
Merckx vanaf negenenzestig.
Zoetemelk bleef eerst in de
schaduw van Merckx en daarna
van Bernard Hinault. Daar tus
sen had Zoetemelk zijn slag
moeten slaan, maar hij was geen
aanvaller zoals Janssen en
Merckx.'
Knap: 'De Provincie zit ook met
de Provinciale Bibliotheek in
heur haar
Piet: 'Ja, dat is een voorbeeld
van cultureel verval of van onbe
hoorlijk bestuur. Wie het weet
mag het zeggen.'
Knap: 'Ik denk dat het onbehoor
lijk bestuur is. De waan van de
dag viert hoogtij bij de politici,
vandaar al die malle scholenfu
sies en het bijna opheffen van
het ziekenfonds, kleine zelfstan
digen kunnen niet eens in het
ziekenfonds. Laten ze daar wat
aan doen.'
Piet: 'Regeren waarin populisme
hoogtij viert is een voedingsbo
dem voor vervlakking en af
braak.'
Knap: 'Alleen Zeeland en Fries
land hebben nog een PB.'
Piet: 'Een reden om er zuinig op
te zijn!'
Chris Visser
Met alle plezier wil ik reageren
op het artikel over "Vossenberg
Verf in het onvolprezen Kleine
Krantsje. Als bewoner van de
Voorstreek zo omstreeks 1925
ben ik uiteraard op de hoogte
van Vossenberg op de Tuinen.
Ik heb de bewoners van des
tijds zeer goed gekend. We
zaten in de eerste schooljaren
op de Julianaschool en verkas
ten toen naar de nieuwgebouw
de St. Bonifatiusschool.
Ik zat in de klas met de tweede
zoon. Zijn naam was Bart
Aegidius. De oudste zoon en
de dochter waren uitzonderlijk
begaafd en haalden met klin
kende cijfers het einddiploma
gymnasium. Ook muzikaal
behoorden ze bij de beteren.
Mijn reageren is gericht op de
oudste herkomst van de familie
Vossenberg. Aangezien ik me
intensief bezig houd met gene
alogie en mijn voorouders
Lenes, Steneker en Kruis heb
kunnen achterhalen tot midden
1600 in Duitsland, kwam ik er al
snel achter dat een zeer groot
deel van Noordnederlanders
Duitsers in hun kwartieren heb
ben.
Niet alleen de rijk geworden
Lapkepoepen maar ook diverse
nakomelingen van zogenaam
de Hollandganger afkomstig
ten westen van Osnabrück. Dit
waren boerenarbeiders die
gedwongen door armoe,
zomers een goede boterham
konden verdienen o.a. in het
hooi in de turf en in de vlas
oogst. Veelal werkten ze een
lange reeks van jaren bij dezelf
de boer. Te voet kwamen ze en
lopend togen ze in augustus
weer huiswaarts.
Mijn voorouders kwamen om
streeks 1760-1770 naar Fries
land. Met het verdiende geld
probeerden ze de winter door
te komen. Het taalprobleem
was niet bijzonder groot. Ze
spraken platduits, een dialect
dat ook in onze oost regio's
gebruikt, in ieder geval ver
staan werd.
De meesten zijn voorgoed in de
Heimat teruggekeerd, een niet
onaanzienlijk deel echter heeft
zich voorgoed in onze regio
gevestigd. En over deze perso
nen gaat dit verslag.
Bij mijn onderzoek kwam ik
vooral in Freren ook de rooms-
katholieke familie Vossenberg
tegen. Zij waren dorpsgenoten
van mijn voorouders Kruis, die
toen nog de familienaam
Krüshegge voerden. In het dorp
Ankum waar mijn moeders
familie Lenes, toentertijd
Lienesch genaamd, vandaag
komt, woonden ook Vossen-
bergen.
In de doopboeken van de
rooms-katholieke staties te
Leeuwarden treffen wij verschil
lende Vossenbergen aan. De
oudste is Jacobus Vossenberg.
Hij laat in de parochie "Het
Klooster" in de Bonte Pape-
steeg op 21 okt. 1745 een
dochter Gertrudis dopen. Ik heb
het vermoeden dat hij als
Duitse emigrant de Nederland
se tak aanvoert. Ik dacht met dit
artikeltje een bij de samenstel
ler nog onbekende aanvulling
aangereikt te hebben.
Wolvega S. J. Schaafsma
TETMAN DE VRIES
In een vorig nummer noemde
mevr. Bremer-Draaisma uit
Assen de naam Tetman de
Vries en ze veronderstelde dat
deze bij de bakkerij van
Excelsior had gewerkt. Dit is
echter niet juist. Tetman de
Vries was werkzaam in het krui-
deniersbedrijf. Eerst in de win
kel onder het kantoor en later,
toen het nieuwe filiaal aan de
Leeuwerikstraat gereed was,
als chef van dit nieuwe filiaal.
De door mevr. Bremer genoem
de fam. Ytsma heb ik ook
gekend. Voor de fam. Ytsma
was de familie Tadema conciër
ge. De heer Tadema was één
van de drie reizigers in manu
facturen in dienst van de coö
peratie. Zelf was ik werkzaam
op het kantoor van Exelsior van
1933 tot 1939.
Stadskanaal Henk Zijlstra