NERGENS VEILIGER DAN HIER IN DE GEVANGENIS 'T KLEINE KEANTSJE MAN SCHILKAMPEN VERDWENEN ALS JOOD IN DE OORLOG NOG TE VINDEN? VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN pagina 5 Toen de Duitsers in de oorlog de joden vervolgden en Israëlieten van alle leef tijden, mannen vrouwen en kinderen naar de gaskamers transporteerden, zijn de muren van de gevangenis in Leeuwarden de veiligste beschutting gebleken vooreen joodse lustmoordenaar. Wie de bezetters ook grepen en naar het oosten sleepten, de dader van een gruwelijke moord in de Amsterdamse jodenbuurt in 1934 lieten ze ongemoeid: Sally Z. had in onze strafgevangenis de veiligst denkbare plaats - gezond en wel is hij de oorlog doorgekomen. In maart 1935 veroordeelde de Rechtbank te Amsterdam Sally Z. overeenkomstig de eis van de Officier van Justitie tot een levenslange gevangenisstraf, welk vonnis later door het Ge rechtshof bevestigd werd. Daarmee werd voor de buiten wacht een van de verschrikke lijkste vooroorlogse criminele tragedies afgerond - voor Sally Z. zelf is het doek bij dit drama nog steeds niet gevallen, want zijn we goed ingelicht, dan zijn de deuren naar de vrijheid niet voor hem opengegaan. IN REP EN ROER Het was in het laatst van de au gustusmaand van 1934, dat de Amsterdamse jodenbuurt in rep en roer werd gebracht door het nieuws van de verdwijning van de achtjarige Sonja Beugeltas, een joods meisje, dat om half twee haar ouderlijke woning aan de Jodenbreestraat had verlaten om naar haar schooltje aan het Waterlooplein te gaan. Met haar vriendinnetje, Jetty Brilleslijper, heeft ze nog even op het schoolplein gespeeld, maar in haar klas is Sonja niet verschenen - Jetty was de laat ste, die haar had gezien. Ongerust geworden doorzocht Sonja's vader uren later het ba- nanenpakhuis van de Firma Groenteman en Bolle aan het Waterlooplein, omdat hij de ge dachte maar niet van zich kon afzetten, dat Sonja in het pak huis was. De speurtocht in alle hoeken en gaten van het don kere pand leverde evenwel niets op. Toen het meisje de volgende morgen nog steeds niet was komen opdagen, richtte de poli tie nog eens alle belangstelling op het bananenpakhuis, ook al, omdat men een verdenking koesterde tegen de knecht Sally Z., een jongen van een en twintig, die nog niet lang daar voor veroordeeld was tot een gevangenisstraf van drie maan den wegens ontucht met een jongen van tien jaar in hetzelf de pakhuis. SALLY ONTKENT... Door de politie aan de tand ge voeld ontkende Sally hardnek kig iets van het verdwenen meisje te weten. Met medewer king van het tien man sterke personeel van de bananenfirma begon de politie nu nog eens systematisch het hele pand te doorzoeken en even na het middaguur kwam men op de vliering, waar vader Beugeltas de vorige middag bij zijn speur tocht niet was geweest. Net waren de mannen boven of ze zagen een kist met daarbo ven uitstekend de beentjes van het gezochte meisje: Sonja was gewurgd en gruwelijk verminkt. Het droeve bericht van de vondst bracht duizenden men sen naar het Waterlooplein en slechts met de grootste moeite konden acht man van de bere den politie met hun paarden de woedende massa in bedwang houden - Sally zou gelyncht zijn wanneer de politie de razende menigte had laten gaan. EN SALLY BEKENT Twee dagen later legde de jon ge verdachte een volledige be kentenis af: hij had het meisje aangerand en gewurgd, toen het om hulp was gaan roepen. Zowel Rechtbank als Gerechts hof oordeelden, dat Sally niet langer in onze samenleving kon worden geduld en spraken het zwaarste vonnis uit, dat onze wetgeving kent. Sally Z. werd opgesloten in de strafgevangenis in Leeuwarden en hij zat hier nog, toen de Duitsers vijf jaar later met het wegslepen van de Nederlandse joden begonnen. Ook in Leeu warden moest de hele joodse bevolking verdwijnen, maar Sally bleef - de Duitsers lieten hem ongemoeid: hij mocht de oorlog overleven! Na de bevrijding is de lustmoor denaar van het Waterlooplein nog vele jaren als bewoner van de gevangenis onze stadge noot geweest, tot hij werd on dergebracht in een inrichting el ders in het land. Sindsdien is hij helemaal uit ons gezichtsveld verdwenen. Leeft hij nu nog? In het oosten van de stad, vlak bij het Dr. Zamenhofpark, kun nen we de Robert Kochstraat vinden. Die straat is genoemd naar de geneesheer en bacte rioloog Robert Koch, die leefde van 1843 tot 1910. Robert Koch, hoogleraar in Berlijn, was in de tachtiger jaren van de vorige eeuw de ontdekker van de tuberkel- en cholerabacil. Een zijstraat van de Robert Kochstraat is blijkens de officië le straatnaamborden de Ront- genstraat, kennelijk genoemd naar een meneer, die Röntgen heette. Maar wie kan dat nu zijn geweest? We hebben nog nooit van een Röntgen gehoord en hebben die naam ook in geen enkele encyclopedie kunnen vinden. Zeker een van de raadseltjes, die het extra interessant maken in deze goede stad te leven... Gevangenen in de Strafgevangenis Leeuwarden aan de arbeid in de afdeling Metaalbewerking. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/ 't Kleine Krantsje) Een spectaculaire zaak van een man van Schilkampen, die dik tweehonderd jaar geleden spoorloos van de aardbodem verdween - dat was wat een onderzoeker in de Provinciale Bibliotheek aan de Boterhoek in Leeuwarden een dezer dagen toevallig tegenkwam. De heer J. Tulner, vroeger Leeuwarder en nu woonachtig in Tytsjerk, was in deze biblio theek bezig met archiefonderzoek, toen zijn aandacht plotse ling getroffen werd door een opvallend krantenbericht. Het stond in de Franeker Historische Courant van dins dag 18 september 1787 en het luidde aldus: "Daar wordt bekend gemaakt, dat buiten Leeuwarden op de Schilkam pen, een Persoon vermist wordt, doorgaans sprakeloos, reedlijk groot en zwaar, met grijs hair, het kammisool en broek gesprenkeld groen, blauwe hoosen, gouden knopen in het hemd, oud ruim zestig Jaaren. Die den zeiven te regt brengt, hetzij levend of dood, bij Douwe Fekkes aldaar, zal 4 Ducaten voor zijn moeite genieten". Tot zover dit opvallende opspo ringsbericht, waarvan we geen idee hebben of het indertijd suc ces heeft gehad. Zou de ruim zestig jaar oude "Persoon" nog levend bij die meneer Douwe Fekkes zijn teruggekeerd, of zou hij ergens dood zijn aange troffen, wie weet verdronken of vermoord misschien? De vermiste wordt niet met naam en toenaam genoemd, maar het zal wel zo zijn geweest, dat die Douwe Fekkes een familielid was, mogelijk zelfs een zoon. Met dit vermoe den als aanknopingspunt in de hand, lijkt het ons voor een amateur-genealoog erg interes sant uit te vissen, wie de onbe kende in werkelijkheid is geweest en zelfs is het denk baar, dat zijn overlijdensdag als nog wordt achterhaald. Ja, stel je voor, dat de vermiste nakomelingen had, die nu nog te achterhalen zijn en die - je weet het maar nooit - voor een deel nog in deze omgeving woonachtig zijn. Als de knopen in het hemd van de vermiste inderdaad van goud zijn geweest, ligt de veronder stelling voor de hand, dat de man in goede doen is geweest, waar trouwens ook het opspo ringsbericht met de in uitzicht gestelde beloning op wijst. Dat de man "doorgaans sprake loos" was, zoals de oproep het zo mooi zegt, zal wel betekend hebben, dat hij gewoonlijk niet zo heel veel te vertellen had of in ieder geval niet zo spraak zaam was. Wij zijn zeer benieuwd of er iemand met veel genealogische interesse is, die er aardigheid in heeft om de "ruim zestig Jaaren oude persoon", na twee eeuwen alsnog op te sporen.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 5