HET IS GEEN MAN
DIE NIET ROKEN KAN
LEEWADDERS,
WAAR IS DIT?
Uit grootmoeders ansichtenalbum
'T KLEINE KEANTSJE
WIE WEET HET NOG?
VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN
pagina 9
Als je vroeger nog "te jong" was
om te roken en je het toch wel
eens deed, kreeg je vaak de
opmerking: "Zeg, weet je moe
der dat wel" of "heb je wel elas
tieken om je broekspijpen?" Of,
soms met oprechte bewonde
ring van je vrienden, "kan je al
door je neus roken?"
Je kuchte bij het leven, maar je
vond het geweldig en er waren
in die tijd zelfs winkeltjes o.a. in
de Monnikemuurstraat en aan
het Oldegalieën, waar je voor
een halfje, ofwel een nutske
één sigaret kon kopen.
En natuurlijk waren er toen ook
al reclamebinders, dus fabri
kanten, die probeerden je hün
merk te laten kopen, zoals
Miss-Blanche; Virginia Turmac;
Chiff-Whipp en Blonde, en die
voegden hier dan plaatjes bij de
doosjes sigaretten van sportlie
den en filmsterren van wie som
migen zelfs met blote schou
ders! En dan ging je deze plaat
jes sparen en eventueel ruilen.
VLINDERS
Ook is er een periode geweest,
waarvan ik nu nog spijt heb, dat
ik ze niet heb bewaard, dat
waren de mooie geborduurde
vlinders, die in platte doosjes
sigaretten zaten. In de mooiste
kleuren en vormen en prachtig
uitgevoerd en die zaten er dan
als klantenbinder gratis bij in.
Misschien is er nog wel iemand
te vinden, die ze wél bewaard
heeft. Die moeten dan maar
snel naar een museum.
Maar door de oorlog gingen
deze klantenbinders verloren
en naar mate de tijd verstreek,
ook de tabakswaren, zodat er
een bepaalde weemoed ont
stond naar datgene wat we
gekend hadden.
En zo gingen we in de onder
duikperiode, als we 's avonds
nog zaten te praten, herinnerin
gen oproepen aan die tijd en
schreven we zelfs gezegden en
reclamespreuken op. Veel weet
ik er niet meer van.
Maar wie kent nog niet de uit
drukking van "even pauze hou
den" ofwel: "eventjes piepskoft",
en gezegden als: "Het is geen
man, die niet roken kan" en
"een tevreden roker is geen
onruststoker" en slagzinnen als:
"Even tijd voor een caravellis!"
en "er is er maar één Karei I."
En we kenden de Uiltje sigaren
en spaarden natuurlijk ook de
mooie sigarenbandjes waar
zelfs een liedje over werd
gemaakt.
En dan de mooie taps toelo
pende pakjes pijptabak Van
Rossums Troost.
Wat er verder in de oorlogsja
ren nog op bonnen verkrijgbaar
was aan sigaretten of tabak
was te weinig en te slecht.
In de grotere plaatsen waren er
in die tijd mensen - velen zou
den zich er nü nog voor scha
men - die sigarettenpeuken
opzochten en zich daar dus
voor moesten bukken. Deze
peuken werden uit elkaar gera
feld en zo ontstond dan de
zogenaamde bukshag waar
weer "nieuwe" sigaretten van
werden gedraaid.
Maar er waren toen ook al fan
tasierijke mensen, die tabaks
zaad kochten om tabaksplan
ten te kweken als die voldoen
de groot en rijp waren plukte je
de bladeren om er tabak van te
maken.
De bladeren moesten na de
pluk zo nat en warm mogelijk
broeien en werden dus gefre-
menteerd. leder deed er
bepaalde kruiden of olie bij om
toch maar een zo smakelijk
mogelijk produkt te maken.
Na dit fermentatieproces wer
den de bladeren dakpansgewijs
nat uitgespreid en opgerold als
een rollade en met touw goed
ingesnoerd waarna men het
nog even goed liet "intrekken".
Als dit was gebeurd, ging men
met messen aan het werk om
er zo dun mogelijk reepjes van
af te snijden zodat het echt
"shag" of Herenbaai werd.
Vooral dit dunne snijden viel
niet mee, tot er één op het idee
kwam om bij mijn broer aan te
kloppen, met de vraag: "Jij hebt
géén vleeswaren meer te koop
voor ons, maar je hebt wel een
Van Berkel vleessnijmachine.
Zou je dus voor ons dan deze
"rollades" tabak niet willen snij
den?"
REDELIJKE VRAAG
Het was een redelijke vraag,
dus het antwoord, was ook
redelijk." Ik doe het voor tien
procent van de aangeleverde
tabak."
Nu, dat stond mijn broer wel
aan, zodat ik aan de vleessnij
machine werd gezet om de
tabak te snijden. Hoewel de bla
deren taai waren en het dus
zwaar werken was aan het
vliegwiel, was het resultaat
gunstig.
De relaties waren tevreden met
het veel betere resultaat dan
Dit is de nieuwe opgave voor onze totoprijsvraag "Leewadders waar
is dit?" Oplossingen, uitsluitend schriftelijk, binnen veertien dagen
I naar de redactie van 't Kleine Krantsje, Vredeman de Vriesstraat 1,
8921 BP Leeuwarden. Uitslag over vier weken.
Onder de abonnees, die ons het juiste antwoord geven, verloten wij
een exemplaar van het boekje "Leeuwarden - ach ja, zo was het..."
met zestien zeer fraaie toto 's van de stad uit een lang vervlogen tijd.
met het zelf snijden ervan
mogelijk was. Mijn broer was
gelukkig, dat hij gratis rookwaar
kreeg. En ik? Ja, ik had er leuk
maar zwaar werk aan en mocht
het mes van die rot machine
elke avond van de enorme
zwarte aanslag van de tabaks
sappen ontdoen...
Deventer
D. Faber
Is dit niet een prachtige plaat van het begin van de Groningerstraatweg ter hoogte van het oude Werkmanslust?
Die danken we aan meneer H. Wijbenga, die weleer aan de Voorstreek zijn "Goedkoope winkel" had en die
deze foto als prentbriefkaart heeft uitgegeven. Al een lange tijd geleden dus en gemotoriseerd verkeer komt er
op deze opname nog niet voor. Zelfs is er nog geen enkele fietser te zien. Alleen wat voetgangers en een paar
peerden. Waar gaan die op dit moment naar toe
LICHTRECLAME
In het verhaaltje over de Oude
Koemarkt in 't vorige Kleine
Krantsje wordt ook de lichtre
clame genoemd, die zich op het
dak bevond van het door mijn
ouders bewoonde pand, inder
tijd de sigarenzaak van
Bloemhof, chef de heer Wouda.
De reclame bestond uit de slag
zin "Even tijd voor een
Caravellis" en dat was een hele
goeie slagzin, naar mijn idee.
Caravellis was in die tijd een
heel bekend sigarettenmerk.
Volgens mijn vader bestond de
stroom uit zogenaamde "ster-
kenstroom", die levensgevaar
lijk was, zoals hij zei. Inderdaad
werden er door ons nogal eens
dode vogels op het dak aange
troffen.
De verlichting was aangebracht
door monteurs die inderdaad
gekleed waren in overalls van
Philips Eindhoven.
In latere jaren werd er op het
dak van het pand Jelle
Huisinga ("Dove Jelle") op de
hoek van de Sint Jacobsstraat
en de Nieuwestad een grote
lichtreclame aangebracht, ik
meen van Van Nelle, dus ook
voor een rookartikel.
Hieruit mag blijken, dat het
roken toen niet zo in de ban
werd gedaan als tegenwoordig
en men leefde er toen even
gelukkig, zo niet gelukkiger
door.
Leeuwarden
J. Wouda