'T KLEINE KRANTSJE GEVAARLIJK BEROEP VOOR LEEUWARDEN EN DE WIJDE WERELD ER OMHEEN Deze plaat toont ons de ronde Paardepijp, zoals die heel vroeger was. De Peperstraat was toen nog net zo smal, als de Oude Oosterstraat nu nog steeds is. De Leeuwarders gaan nog allemaal te voet, behalve die ene voortvarende meneer, die waarempel al een rijwiel bezit. (Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) De naam Wouwermanstraat doet ons herinneren aan de schilder Philips Wouwerman, die leefde van 1619 tot 1668. Hij maakte zich zelf vooral be kend door het schilderen van paarden, ruiters en veldslagen. Met onze goede stad Leeuwar den heeft Philips Wouwerman niets te maken gehad; hij was een Haarlemmer. De Schalk Burgerstraat, door de meeste Leeuwarders abu sievelijk in één woord Schalk burgerstraat genoemd, eert een zekere meneer Burger en die Burger, Schalk Burger dus, was een Afrikaanse generaal in de Boerenoorlog. Na het vertrek van Paul Kruger in 1900 is hij ook (tot 1902) president van de Zuidafrikaanse republiek ge weest. Appelsiene Matte was in vroe ger jaren een vrouw, die zeker Martha heette en die met een piepende kinderwagen met si naasappels door de straten liep. Eens, toen kwajongens haar handelswagentje omver 'smeten en de sinaasappels her en der vlogen, barstte Appelsie ne Matte in huilen uit. De Bachvereeniging heette al in vooroorlogse jaren een orga nisatie, die in 1934 op initiatief van de bekende George Stam was opgericht. Vier jaar later ging deze Bachvereniging al weer ter ziele. De Ossekop kent natuurlijk ie dere stadgenoot, maar waarom heet die straat nu eigenlijk Os sekop? Wel, ze is zo genoemd naar de houten ossekop, een gevelteken van de herberg Het Ossehuis, die hier ooit heeft gestaan. Bij een verbouwing, omstreeks 1828, is de houten ossekop verloren gegaan. Os sekop en Uniabuurt heetten vroeger samen Uniabuurt en deze buurt werd toen onder scheiden in respectievelijk In, Bij en Achter de Ossekop. Voor de bebouwing van deze buurt heette het terrein tussen de huidige Uniabuurt, de Ossekop, het Zwitserswaltje en de Weaze het Ossehiem naar de osse- markt, die op deze plaats ge houden werd. De herberg Het Ossehuis was het eerste pand, dat hier werd gebouwd. Het was dus een veemarktcafé, zo als er later ontstonden aan het Ruiterskwartier en nog weer veel later aan wat we als de Langemarktstraat hebben leren kennen. Schoner dan ooit noemden de mensen hier weleer de knappe vrouw van een makelaar, die altijd kans zag er tóch weer mooier uit te zien. Schoner dan ooit leeft al lang niet meer. Toen zij, niet zo jong meer, stierf zag er nog altijd zeer be koorlijk uit. De Bei of De Klok was om streeks 1850 de naam van een huis aan de Kelders, naast het pand, waar de Rotterdamsche Erasmus uithing. Zou dit huis iets te maken hebben gehad met de bel of de klok, die nu nog altijd in de walmuur zit aan de noordkant van het Naauw, vlak bij de Brolspijp? De naam Stienser Landbuurt horen we nooit meer noemen, maar kort na het ontstaan van het labyrinth straatjes aan de westkant van de Stienserstraat- weg werd deze wijk vaak zo aangeduid. Later spraken we altijd gewoon over de Land buurt en dan wist iedereen wat daarmee werd bedoeld. De Kalvergloppe, ook verdwe nen, zoals zoveel stegen en straatjes in de stad, moet ge noemd zijn naar het huis Het Kalf, dat aan de Boterhoek heeft gestaan. Waarschijnlijk had die naam nog betrekking op een van de vele koemelke- rijen, die hier eertijds zijn ge weest. De Geweldige Steeg heette eens het noordelijke deel van de Galilee r Kerkstraat en werd zo genoemd naar de hier gele gen Geweldige of Provoost van het Friese krijgsgericht. De Poort von Cleve heette lang geleden een café in de Grote Hoogstraat. In 1881 vul de een zekere H. J. van den Broek er de glazen. Hij adver teerde in dat jaar met "Ijskou de binnen- en buitenlandsche bieren, fijne wijnen, likeuren enz. Appartement voor Fami- liën". De Fabriekssteeg was voor 1891 particulier eigendom. De naam is aan de steeg gegeven, omdat ze leidde naar de be faamde Leeuwarder Strocarton- fabriek, die ongeveer gestaan heeft waar we nu de Leeuwar der Courant kunnen vinden. De Rotterdamsche Erasmus heette eens een huis aan de Kelders en wel het vierde vanaf de hoek van de Korfmakers- straat. De weinig bekende Valcke- naerstraat is genoemd naar Lodewijk Casper Valckenaer, een groot kenner van de klas sieke talen. Van de lezers van 't Kleine Krantsje heeft niemand hem gekend, want Valckenaer werd geboren in 1715 en hij overleed, in Leiden, in 1785. Van 1741 af was hij hoogleraar aan de hogeschool in Franeker en van 1766 af professor aan de universiteit van Leiden. De Bontepapesteeg loopt van de Grote Kerkstraat naar de Speelmansstraat. De steeg dankt deze naam aan de bonte papen van het vroeger aan deze steeg gelegen klooster van de Dominicanen orde. De volksmond sprak weleer ook wel van Bonepatersteeg en zelfs van Pompmakersteeg - stellig omdat hier ook eens een pompmaker heeft gewoond. Het Pijlvolle Kerkhof - hebt u daar wel eens van gehoord? Het moet gelegen hebben op de hoek van de steeg De Mod der tussen de Grote Kerkstraat en de Pijlsteeg. Waarschijnlijk was dit kerkhof een deel van de voormalige begraafplaats van Nijehove en hield de naam ver band met de Pijlsteeg, die in de onmiddellijke nabijheid lag. pagina 10 De Kraanvogel was in de vori ge eeuw de naam van een huis in het midden van de Breed- straat aan de westzijde met als gevelteken een kraanvogel met het onderschrift "Aldus moet men waken in de Kranewacht". De Sint Frederiksteeg staat loodrecht op de Monnikmuur- straat, dicht bij de Nieuwebu- ren. De volksmond kende de Sint Frederiksteeg in voorbije tijden alleen maar als "de Schinkvretersteeg". De Paardepijp ligt over het wa ter van de Warmoesgracht en verbindt de Peperstraat met de Oude Oosterstraat. De Paarde pijp, die in tegenstelling met veel andere primitieve brugge tjes in de goeie ouwe tijd ook begaanbaar was voor paarden, zag er zo'n zestig jaar geleden romantischer uit dan nu - toen was het nog een sierlijk boog- bruggetje; nu ligt er dus zo'n strakke stenen pijp. Het Zwart Lam heette lang ge leden een huis aan de zuidkant van de Nieuwestad tussen Oude Lombard- en Oude Doe- lesteeg. Er zal zeker een zwart lam als uithangteken gehangen hebben. De Doorgaande Steeg draagt z'n naam niet meer met ere, want de steeg loopt niet meer door, zoals vroeger wel hét ge val is geweest. De Doorgaande Steeg liep van de Nieuweburen naar de Put, dat wil zeggen met enkele kronkels en dus niet recht toe recht aan. Evenwijdig aan de Doorgaande Steeg liep de, niet doorgaande Bargeja- gerssteeg. Dit is een afbeelding van de gevelsteen Het Kalf, die ooit gezeten heeft in het hoekhuis van de Kalvergloppe en de Boterhoek. Gek was het wel, dat we hier duidelijk te maken hadden met een koe en niet met een kalf. Na het slopen van het huis kreeg de steen een plaats in het gemeentearchief, tot er, alweer jaren geleden, een onverlaat kwam, die deze bijzondere herinnering aan de Kalvergloppe ach terover drukte. ■(Foto: Collectie Fenno Schoustra/'t Kleine Krantsje) Het beroep van dienstbode, dat in vroeger jaren zoveel voor kwam, is niet zonder gevaar geweest. Al verschillende malen hebben we gezien, dat meisjes bij het uitoefenen van hun werkzaamheden iets over kwam, wat voor de huisvrouw van vandaag natuurlijk ook nog elke dag kan gebeuren. In het jaar 1930 heeft een ongeval van een dienstmeisje in Leeuwarden zelfs fatale gevolgen gehad. In de maand juni van dat jaar moest de zestienjarige Sjoerdje Kuipers uit Stiens voor haar mevrouw de weduwe W. H. Hoekstra in het woonhuis Willemskade 39, een gordijn ophangen voor een raam op de bovenverdieping. Op een of andere manier zocht zij daarbij steun op een hekje, dat niet goed bevestigd was - het gevolg was, dat het kind door het raam heenviel en van een hoogte van bijna tien meter af naar beneden stortte. Het arme meisje kwam in een steeg naast het huis terecht en perso neelsleden van de naburige Bouwmaterialenhandel van De Vries schoten toe om het slachtoffer hulp te bieden. Sjoerdje Kuipers was zwaar gewond en kwam na de eerste hulp van dr. O. Schreuder te recht in het Stadsziekenhuis aan het Blokhuisplein. Hier werd duidelijk, dat zij een schedelfractuur had opgelopen, terwijl er ook een hersenschud ding werd geconstateerd. De val bleek zelfs zo ernstig te zijn geweest, dat het bekla genswaardige meisje een paar dagen later in het ziekenhuis overleed.

Historisch Centrum Leeuwarden

’t Kleine Krantsje, 1964-1997 | 1996 | | pagina 10